Geen rommel, geen zorgen: ‘Opruimen werkt therapeutisch’

. © iStockphoto

Marie Kondo heeft het niet alleen op onze oude jeansbroeken en vergeten dagboeken gemunt. De Japanse opruimgoeroe wil ook onze aandacht. En die krijgt ze massaal. Bij elke aflevering van haar Netflix-reeks ‘Tidying up’ groeit haar opruim-imperium. Waarom voelen we plots de collectieve drang om T-shirts te bedanken bij het afdanken? En wat is er mis met een beetje rommel?

Een avondje zorgeloos in de zetel zakken is sinds de komst van Marie Kondo een pak moeilijker. Op TV moedigt Netflix me steevast aan om de nieuwste aflevering van ‘Tidying up’ te bekijken. Als ik afleiding zoek op Instagram, passeren er tientallen filmpjes van vage kennissen die hun T-shirts naarstig transformeren tot kleine driehoekjes.

Rommel is duidelijk z’n gezellige imago kwijt.

De weinige T-shirts die ik bezit, liggen op dit moment in artistieke hoopjes verspreid over de slaapkamervloer. Mijn halfvolle tas thee op het salontafeltje heeft het gezelschap van twee collega-koppen van de dagen ervoor. In de vaas ernaast vervolmaakt een bos verwelkte bloemen de rest van het trieste stilleven in mijn woonkamer.

Vroeger bekeek ik de hoopjes net-niet-wasmandrijpe-kledij op de vloer met een zekere genegenheid. Nu rest me hoofdzakelijk schuldgevoel. Rommel is duidelijk z’n gezellige imago kwijt, opruimen is hip geworden. Hoe is dit in godsnaam kunnen gebeuren? En is een opgeruimd huis echt de sleutel tot een gelukkiger leven? De euforische gezichten van de ex-sloddervossen na de passage van mevrouw Kondo laten alleszins uitschijnen van wel.

.
.© Getty Images/iStockphoto

Opruimtherapie

‘Opruimen werkt therapeutisch’, vertelt auteur en opruimexpert Eva Brumagne. ‘De spullen in je huis tonen idealiter wie je bent, en niet wie je zou willen zijn. Veel moeders bezitten bijvoorbeeld een naaimachine. Dat ding staat in de living omdat ze ooit lessen wilden volgen. Zelfgemaakte kleren passen immers bij het beeld van een geëngageerde, creatieve ouder. Alleen zijn die lessen er nooit van gekomen en staat het toestel maandenlang stof te vergaren. Elke keer dat ze die naaimachine zien, worden ze geconfronteerd met die onuitgevoerde plannen. Dat is frustrerend. En frustraties kosten energie.’

We zijn de eerste generatie die zoveel spullen heeft.

De oplossing? ‘Loslaten. En kiezen voor spullen die wél weerspiegelen waar jij plezier uit haalt. Dan zal je veel meer rust ervaren’, aldus Eva. Het klinkt alleszins bekend in de oren voor een professionele sloddervos als ik. In mijn living bewaar ik in een donker hoekje al jaar en dag een lichtgroene bol wol, een restant uit de breihype van enkele jaren geleden. De wol moest een kerstsjaal voor mijn kleine zus worden. In werkelijkheid is het al die tijd een bron van stress. Het plan om die sjaal af te maken heb ik namelijk nog niet kunnen loslaten. Net zoals mijn creatievere en minder drukke alter ego uit een niet zo ver verleden.

Daar komt nog bij dat opruimen een manier is om je eigen grenzen af te leren bakenen. ‘Door nee te zeggen tegen je spullen, kan je ook gemakkelijker nee zeggen in andere situaties. We leggen onszelf zoveel druk op om de perfecte moeder, werknemer en vriendin te zijn en we kunnen moeilijk nee zeggen. In het begin is dat ook raar, maar je went daar snel aan. Je kan niet alles zijn en je kan niet alles bezitten. Choose your battles. En laat al de rest links liggen’, vult Nele Colle aan. Ook Nele is als opruimcoach professioneel bezig met het onderwerp.

.
. © Getty Images/iStockphoto

Het is de schuld van de consumptiemaatschappij

Toch is er ook goed nieuws. De rommel op de keukentafel die zichzelf lijkt voort te planten is niet helemaal mijn schuld. Onze consumptiemaatschappij zit er ook voor iets tussen. ‘We zijn de eerste generatie die zoveel spullen heeft. Nog nooit eerder in de geschiedenis was er zo’n overvloed aan materiële bezittingen. Vroeger hadden al die bezittingen een waarde: je gooide niets zomaar weg. Nu krijgen we voortdurend dingen die we niet nodig hebben. En alles is goedkoop, waardoor we ook heel gemakkelijk zelf iets nieuws aanschaffen. Tegelijk vinden we het wel moeilijk om spullen weg te doen. Zo raken onze huizen overvol’, legt Nele uit.

De drang om op te ruimen komt niet alleen voort uit praktische overwegingen. Ook ons geweten speelt een rol. ‘Steeds meer mensen beseffen het belang van duurzaam consumeren. We kunnen geen spullen blijven kopen om ze vervolgens weer weg te gooien. Daarom wordt er minder gekocht en meer doorgegeven. Zo bespaar je tijd, geld en energie. Je merkt dat ook op sociale media: de focus ligt niet langer op bezittingen, maar op ervaringen’, aldus Nele. In dat opzicht is de opruimhype veel meer dan gewoon een hype. Het is een paradigmashift: weg met de massaconsumptie, op naar een duurzame, circulaire economie.

Opruimen is een emotioneel proces.

Meer en meer geraak ik overtuigd van de voordelen van een opgeruimde levenshouding. Toch is er nog één ding wat me zorgen baart: de Amerikanen die voor de camera massaal hun oude T-shirts bedanken voor het weggooien. En vooral de uitzinnige blijdschap die ze daarbij voelen. ‘Ik snap dat dat zweverig overkomt’, lacht Eva Brumagne. ‘Maar opruimen is een emotioneel proces dat veel mensen associëren met afscheid nemen, met loslaten. Dat is pijnlijk en vermoeiend. Marie Kondo draait de redenering om. Zij focust op de positieve gevoelens voor de spullen die je graag bijhoudt.’

Ik neem me voor om de bewuste bol wol vanavond echt weg te gooien. Ik ben immers niet langer een breiende student met te veel tijd. Wel een hardwerkende journalist die ’s avonds al eens graag op het gemak televisiekijkt. En daar is eigenlijk niets mis mee.

Nele Colle schreef het boek ‘Jomo, the joy of missing out’ en werkt als opruimcoach. Ook Eva Bremagne schreef een boek: ‘Opgeruimd leven’, uitgegeven door Van Halewyck.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content