‘Er is nood aan meer boeken waarin papa de vaat doet en mama de auto wast’
In zijn nieuwe boek De eeuw van de vrouw pleit vicepremier Alexander De Croo (Open Vld) voor de volledige gelijkheid tussen mannen en vrouwen. In deze voorpublicatie klaagt hij de heersende gendernormen aan.
Gendernormen zijn de gedragsnormen die als normaal en gepast worden beschouwd voor mannen en vrouwen. Artsen zijn mannen, verpleegkundigen vrouwen. Directeurs zijn mannen en secretaresses vrouwen. Deze laatste genderrol is ook taalkundig volledig ingeburgerd: iedereen begrijpt wat een secretaresse doet. Bij het woord ‘secretaris’ is dat veel minder duidelijk. Ik ben benieuwd wat met dat woord gebeurt als António Guterres, de secretaris-generaal van de Verenigde Naties, wordt opgevolgd door een vrouw. Dat wordt weleens tijd, overigens.
Gelukkig evolueren die normen. Dokters zijn al lang niet meer allemaal mannen. Het beroep is in ijltempo aan het vervrouwelijken. Maar mannelijke verplegers, dat blijft een kleine minderheid.
Wat we niet altijd beseffen, of niet willen beseffen, is dat gendernormering begint vanaf de geboorte, of nog daarvoor, op het moment waarop het geslacht wordt vastgesteld. Is het een meisje, dan worden alvast de eerste roze babypakjes aangekocht. Bij een jongen horen dan weer blauwe pakjes. Later volgen voor meisjes de poppen, die ze zelf kunnen verschonen of te drinken geven. Nog later het keukentje, het koffiesetje. Vanaf hun eerste levensjaren wordt duidelijk gemaakt wat van hen verwacht wordt: het huishouden, de kinderzorg. We spelen ‘komen eten’, waarbij het hun wordt ingelepeld dat zij later voor de maaltijden moeten zorgen. En vrij vlug krijgen ze ook schminksetjes en plastic juweeltjes. Hun uiterlijk is immers belangrijk. Later zullen hun moeders hun leren strijken, een knoop aannaaien en de wolwas van de katoenwas scheiden.
Jongens krijgen auto’s, treintjes, tractoren, trucks, dino’s, bouw- en meccanodozen. Revolvers, geweren en cowboypakjes ook. Later krijgen ze te horen dat de klussen in het huis mannenwerk zijn. Hun vaders doen hun voor hoe het gras te maaien, een kapotte lamp te vervangen, een spijker in de muur te slaan.
Misschien denk je nu: ach, wat maakt het uit, of ze nu met een pop spelen of met een truck, dat zegt toch niets over hun latere leven? Maar dat is wél zo.
Misschien denk je nu: ach, wat maakt het uit, of ze nu met een pop spelen of met een truck, dat zegt toch niets over hun latere leven? Maar dat is wél zo. Gendernormen vormen de aanzet voor ongelijkheid en discriminatie. Ze hebben een invloed op de studies die meisjes en jongens doen, op de beroepen die ze kiezen, op de mate waarin ze in het bedrijfsleven of de politiek doorstoten tot de top.
Gendernormen zijn per definitie onbewust. Ze zijn gebaseerd op vooroordelen en veronderstellingen die hun wortels hebben in cultuur, traditie, gewoonten, geloof en bijgeloof. Eigenlijk worden we er liever niet mee geconfronteerd. Het is zo’n typisch fenomeen waar we graag van aannemen dat anderen zich eraan bezondigen, maar wij niet. Moslims, díe behandelen hun vrouwen pas slecht. Dat soort redeneringen.
Stereotypering op basis van gender is diepgeworteld en eeuwenoud. Het is niet altijd zichtbaar. En het heeft verstrekkende gevolgen. Bij selectie en rekrutering bijvoorbeeld. In symfonieorkesten spelen meer mannen dan vrouwen. Omdat minder vrouwen muziek studeren dan mannen? Nee. Omdat vrouwen minder goed muziek spelen dan mannen? Ook niet. Waarom dan wel? Omdat men er bij de selectie onbewust van uitgaat dat mannen de betere musici zijn. Bij een blinde selectie, wanneer de muzikant niet zichtbaar is en de naam niet bekend is, worden evenveel mannen als vrouwen geselecteerd.
In een experiment met universiteitsprofessoren dienden 63 mannen en 64 vrouwen meerdere kandidaten te beoordelen voor een functie van laboratoriumdirecteur. Alle kandidaten beschikten over de vereiste competenties. De enige variabele was hun geslacht. De competenties van de mannelijke kandidaten werden beduidend hoger ingeschat. Het startsalaris dat werd gesuggereerd, lag gemiddeld 4000 dollar hoger voor de mannelijke kandidaten. En nog frappanter: er was geen noemenswaardig verschil tussen de beoordelingen door de vrouwelijke professoren en hun mannelijke collega’s. Ook de vrouwen gaven blijk van een wezenlijk gendervooroordeel ten nadele van hun geslachtsgenoten.
In een experiment met universiteitsprofessoren dienden 63 mannen en 64 vrouwen meerdere kandidaten te beoordelen voor een functie van laboratoriumdirecteur. De competenties van de mannelijke kandidaten werden beduidend hoger ingeschat.
Ik las nog een andere studie over rekrutering, op basis van identieke cv’s. Knappe mannen worden tweemaal zo vaak benaderd door een selectiebureau dan lelijke. Maar knappe vrouwen worden tot zesmaal vaker benaderd dan minder aantrekkelijke vrouwen. Vrouwen worden dus bij selecties vaker op hun uiterlijk beoordeeld dan mannen.
Bij Google wordt de zoekopdracht ‘Is mijn zoon een genie?’ dubbel zo vaak ingevoerd als de vraag of dochterlief niet geniaal is.
In al deze voorbeelden gaat het om een onbewust vooroordeel, niet om bewuste beslissingen.
Hoe diep die gendernormen bij ons allemaal ingebakken zitten, is te zien in een experiment van de Britse omroep BBC dat je op YouTube kunt bekijken: babyjongetjes worden als meisjes verkleed, en babymeisjes als jongetjes. Daarna wordt een batterij professionele begeleiders en begeleidsters op hen afgestuurd. Stuk voor stuk reageren die rolbevestigend. Bij de zogenaamde meisjes grijpen ze spontaan naar de poppen. Bij de zogenaamde jongens naar de auto’s. Niet de kinderen, nee, de volwassenen. Toen ze daar na de test mee werden geconfronteerd, reageerden ze ontzet. Ze hadden nooit gedacht dat zelfs zij in de val van de gendernormering zouden trappen.
Vorig jaar lanceerden de vrouwenrechtenorganisatie van de Verenigde Naties, UN Women, en 24 wereldbedrijven zoals Mars, Microsoft en Johnson & Johnson, een bondgenootschap om reclame te ontdoen van stereotiepe genderrollen. Het initiatief komt van Unilever, de tweede grootste adverteerder ter wereld, dat al aan tachtigduizend personeelsleden een opleiding op dit gebied gaf.
Bij Google wordt de zoekopdracht ‘Is mijn zoon een genie?’ dubbel zo vaak ingevoerd als de vraag of dochterlief niet geniaal is.
Maandverbandfabrikant Always heeft het begrepen. In de bekroonde advertentiecampagne ‘Like a Girl’ worden de gefotoshopte vrouwen die hun perfecte tanden bloot lachen vervangen door weifelende pubermeisjes op zoek naar zelfvertrouwen. Falen hoort bij het opgroeien, zo klinkt het: ‘So let’s keep failing. Because we only truly fail when we don’t even try.’
Amerikaanse taalkundigen hebben de dialogen geanalyseerd van twaalf klassieke tekenfilms van Walt Disney. De complimenten die vrouwen en meisjes krijgen, gaan in 60 procent van de gevallen over hun schoonheid en slechts in 10 procent over hun vaardigheden. In Sneeuwwitje is de schoonheid van het hoofdpersonage de aanleiding van het verhaal. Het is de eerste van een reeks Disneyfilms rond het thema ‘damsel in distress’: een bevallige jonkvrouw zit in de rats tot een knappe prins haar redt. In recentere Disneyfilms is dat veranderd en gaat het nu even vaak over hun talenten als over hun uiterlijk. De twee vrouwelijke hoofdpersonages in Frozen zijn sterke, onafhankelijke vrouwen die geen knappe prins nodig hebben om hun leven zin te geven.
Je wordt geboren als jongen of meisje, meestal toch. Maar je wordt man of vrouw door de manier waarop anderen je behandelen, door het speelgoed en de boeken die ze je toestoppen, de kleren die ze je aanpassen, de rolmodellen die ze je aanreiken, en door duizenden andere kleine handelingen die je in een bepaalde richting duwen. In de richting van een bepaalde studiekeuze, een bepaald beroep, een bepaald inkomen. Onbewust.
De Amerikaanse sociologe Elizabeth Sweet onderzocht de 7300 speelgoedwaren die de afgelopen eeuw werden opgenomen in de catalogus van speelgoedgigant Sears. Decennialang bevestigde dat speelgoed onmiskenbaar de gendernormen. Onder druk van het feminisme veranderde dat in de jaren zeventig. Nog slechts 2 procent van het speelgoed was genderspecifiek. Maar de slinger ging enkele jaren later opnieuw de andere kant op. En dat is heel jammer, volgens Sweet. Voor volwassenen dient speelgoed slechts ter ontspanning. Maar voor kinderen is het een vitaal leerinstrument dat voorbereidt op het latere leven. En jong geleerd is oud gedaan.
De huishoudelijke taken en de zorgtaken binnen een gezin, die niet langer verdeeld mogen worden louter op basis van geslacht.
Wat moet er dan veranderen? Een hele hoop dingen. De boeken die jonge kinderen in de hand gestopt krijgen, net als de schoolboeken. Meer boeken waarin papa de vaat doet en mama de auto wast. De huishoudelijke taken en de zorgtaken binnen een gezin, die niet langer verdeeld mogen worden louter op basis van geslacht. Ouders die hun dochters leren klussen en hun zonen leren strijken. In het Zweedse onderwijs behoren huishoudlessen zoals koken en naaien tot het standaard leerprogramma van alle kinderen, ook de jongens.
We moeten veel meer investeren in de begeleiding van studie- en beroepskeuze, met coaches die zich goed bewust zijn van de impact van gendernormering. Leraren moeten opleidingen krijgen om gendernormen te herkennen. En we moeten het probleem van de positie van meisjes en vrouwen in gezinnen met allochtone wortels durven te benoemen. Wat die meisjes thuis zien, staat soms haaks op wat ze op school leren. Ook in ons land worden meisjes uitgehuwelijkt of genitaal verminkt.
Ter voorbereiding van dit boek sprak ik met een goede vriend van me, een bedrijfsleider, over de verhouding tussen mannen en vrouwen in zijn onderneming. Tijdens het gesprek kwam hij tot het besef dat hij zijn belangrijkste of moeilijkste opdrachten steevast aan een mannelijke medewerker gaf. Hij had er nooit eerder bij stilgestaan. Hij deed dat nooit bewust, maar plots stelde hij het toch vast. Hij schrok behoorlijk. Gendergelijkheid is belangrijk voor hem. Geen enkele vrouw in zijn bedrijf had er hem trouwens ooit op aangesproken en ook dat lees en hoor je wel meer. Vrouwen worden vanaf hun geboorte zo gebrainwasht dat ze het normaal vinden om tweede viool te spelen.
Een ander voorbeeld. Het bedrijf waar mijn vrouw werkt, organiseert van tijd tot tijd bijeenkomsten waar de partners van de personeelsleden op worden uitgenodigd. The significant other, zoals dat in Angelsaksische bedrijven heet.
Soms ga ik mee. Wanneer we dan als koppel worden aangesproken, vraagt men mij op welke afdeling ik werk. Men gaat er automatisch van uit dat mijn vrouw the significant other is, aangezien zij een vrouw is.
De vooroordelen zijn onbewust, maar worden wel in stand gehouden door vrouwonvriendelijke gewoonten en gebruiken. Zo slepen godsdiensten een traditie van genderongelijkheid met zich mee. In de aanloop naar de gemeenteraadsverkiezingen wilden de christendemocraten een man op hun Antwerpse kieslijst plaatsen die weigert vrouwen de hand te schudden. Een gemeenteraadslid van de partij ISLAM riep dan weer op tot gescheiden openbaar vervoer voor mannen en vrouwen. Telkens reageerde Vlaanderen verontwaardigd. Begrijpelijk. Maar datzelfde Vlaanderen is veel minder verontwaardigd over het feit dat de katholieke kerk nog steeds geen vrouwelijke priesters toelaat. Ook al woedt die discussie al decennia. Ook al hebben protestanten en anglicanen ondertussen een einde gemaakt aan die manifeste genderdiscriminatie. Nu, het feit dat er in de katholieke kerk ten minste een debat over wordt gevoerd, staat in schril contrast met de islam, het judaïsme of het boeddhisme, waar er zelfs niet over gesproken wordt.
In Noorwegen verdienen de mannen en de vrouwen van de nationale voetbalploeg voortaan evenveel. Een soortgelijke vraag vanwege de Belgische voetbalvrouwen viel bij de voetbalbond op een koude steen.
Wanneer religies vrouwen discrimineren, is het niet te verwonderen dat samenlevingen dat ook doen. Dat zie je bijvoorbeeld in de sport. Het prijzengeld in de belangrijkste tennistoernooien of marathonwedstrijden is ondertussen hetzelfde voor mannen en vrouwen. Maar in het voetbal of het wielrennen verdienen vrouwen maar een fractie van hun mannelijke collega’s. En toch beweegt het ook daar.
In Noorwegen verdienen de mannen en de vrouwen van de nationale voetbalploeg voortaan evenveel. Een soortgelijke vraag vanwege de Belgische voetbalvrouwen viel bij de voetbalbond op een koude steen. Maar dat kan veranderen, nu de belangstelling voor de sportprestaties van vrouwen in de lift zit. Dé wielrenner van het ogenblik is een vrouw. Anna van der Breggen. Ze won de afgelopen jaren bijna alle belangrijke wedstrijden. En dé atleet is Nafi Thiam, olympisch en wereldkampioene zevenkamp. Sponsors en adverteerders staan in de rij.
Gendernormering is bijzonder taai en pijnlijk voor vrouwen en mannen wier seksualiteit niet overeenstemt met de gangbare norm, zoals transgenders. Het gevoel dat je in het verkeerde lichaam zit, terwijl je de druk voelt om je conform met je geboortegeslacht te gedragen. Hoe zwaar moet dat wel niet zijn? Ik denk aan VTM-journaliste Bo Van Spilbeeck, die enkele maanden geleden haar transformatie bekendmaakte. Prima journaliste, ik wens haar veel geluk toe. Negatieve reacties waren er niet, behalve van het oerconservatieve Katholiek Vlaams Hoogstudenten Verbond. Dat KVHV oreerde dat van geslacht veranderen niet van lef en karakter getuigt, maar van een overgave aan excentrieke fantasieën.
Overigens loerden ook in de positieve berichtgeving over Bo de stereotypen inzake gender om de hoek. In het VRT-journaal verzekerde Bo ons dat ze zou proberen om het als journaliste nog beter te doen dan vroeger. Want, zo voegde ze eraan toe, een vrouw moet zich toch altijd twee keer bewijzen, nietwaar. Dat weet ze dan toch al, merkte Martine Tanghe schalks op.
De eeuw van de vrouw, Polis, 19,99 euro p>
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier