Deze twee mannen dagen de norm uit met hun kledingstijl: ‘Het verbaast me dat kleding zoveel scherpe reacties kan uitlokken’
Wie zijn leven omgooit, verandert vaak ook van kledingstijl. Twee mannen vertellen hoe bevrijdend het was om een nieuwe look en garderobe te kiezen.
‘Door wat theater aan de wereld toe te voegen, wordt alles minder grijs’
Na een aanval op een transpersoon besloot Wilfried Eetezonne de übermannelijke kledingvoorschriften op een kleurrijke manier te parodiëren.
“Wellicht was ik vroeger al een vestimentair buitenbeentje, maar minder dan nu. Op weekdagen droeg ik een jeans en een hemd, al waren die doorgaans kleurrijker dan het saaie blauw en grijs dat de klassieke mannenmode voorschrijft. Voor mijn werk moet ik vaak op premières en voorstellingen aanwezig zijn. Voor die gelegenheden kleed ik me graag op in een kostuum met das.
Enkele jaren geleden werd een trans persoon aangevallen op straat. Het voorval werd breed uitgesmeerd in de media en uit verschillende hoeken klonken stemmen die de schuld bij het slachtoffer legden. ‘Wat wil je als je er zo bij loopt?’ Die haatberichten raakten mij, vooral omdat ze vaak afkomstig waren van voorbeeldfiguren als politici of BV’s. Het verbaasde me dat kleding nog altijd zulke scherpe reacties kon uitlokken, terwijl het in wezen gewoon stof is zonder betekenis.
Eenmansprotest
Niet veel later ontstond er opnieuw commotie, omdat een merk mannenlingerie lanceerde. Weer zag ik op het internet commentaren als ‘we moeten onze mannelijke waarden verdedigen’. Ik vroeg me toen af: wat zijn die waarden juist en wat betekent het om je als ‘man’ te kleden? Daarop besloot ik de meest masculiene outfit die er is – het kostuum – in het absurde te trekken, als mijn persoonlijke parodie op het heteronormatieve mannenuniform.
Als je me nu op straat tegenkomt, zie je me meestal in driedelig kostuum, met vlinderdas. Afhankelijk van hoe ik me ’s ochtends voel, draag ik daarbij een tits – zoals op de foto – een bolhoed of pet. In de zomer gebruik ik vaak een waaier en als ik zin heb, draag ik discrete make-up. Door een beetje theater aan de wereld toe te voegen, hoop ik dat alles wat minder grijs wordt. Bekijk het als een speels eenmansprotest: in het beste geval worden mensen er vrolijk van en kan ik ze even doen nadenken.
Wat is normaal?
Ik heb het geluk dat ik mij het grootste deel van de tijd in safer spaces begeef. Mijn omgeving is intussen zo gewend aan mijn stijl dat ze denken dat ik ziek ben als ik nog eens een jeansbroek aantrek, maar op straat krijg ik nog wel te maken met kwade blikken of scheldwoorden. Als maatschappij gaan we nog altijd gebukt onder een opgelegd ‘normaal’. Maar wat is dat normaal? Een gebeiteld sixpack voor mannen en gezandstraalde billen voor vrouwen? We weten dat dit soort idealen ons ongelukkig maken en toch blijven we ze nastreven. Een maatje meer, een lichaam met een litteken of iemand die zich genderfluïde kleedt horen er ook bij.
Een samenleving is nu eenmaal een verzameling van heel veel ‘normalen’ die veel van elkaar verschillen. Zou het niet fantastisch zijn als we allemaal konden dragen waar we zin in hebben, zonder daar commentaar op te krijgen? Ik heb geen platform als Harry Styles of Sam Smith, maar ik geloof dat elke vorm van jezelf durven zijn – hoe klein of persoonlijk ook – tot die realiteit kan bijdragen.”
(Wilfried houdt zijn leeftijd liever voor zich)
‘De kleren uit de sixties en seventies spreken tot mijn verbeelding’
Na de start van zijn studie aan de hogeschool verruilde Axel Leemans (19) zijn jeansbroek en trui voor kleurrijke hemden en losse broeken uit tweedehandswinkels.
“Ik groeide op in de Kempen als kind van gescheiden ouders. In het begin van mijn tienerjaren veranderde ik daardoor regelmatig van adres, van school en van vriendenkring, maar de kleding die ik droeg bleef nagenoeg hetzelfde. Shoppen deed ik toen vooral met mijn vader, die zelf meestal gekleed is in een jeansbroek en hemd. Winkelen met hem betekende letterlijk een winkel binnen- en buitengaan. Vaak pasten we kleren niet eens en namen we ze gewoon mee, maar aangezien hij betaalde, was ik daar best tevreden mee.
Tijdens mijn laatste jaren op de middelbare school in Turnhout liep ik rond zoals de meeste andere jongens in mijn klas. Strakke jeansbroeken, truien met een ronde hals en sneakers waren de norm. Ik dacht toen dat vooral meisjes met modetrends bezig waren. Zelf nam ik ’s ochtends gewoon uit de kast wat boven op de stapel lag. Ik stond nooit stil bij wat het betekende om ‘een eigen stijl te hebben’.
Zelfexpressie
Daar kwam verandering in toen ik aan mijn studie journalistiek in Antwerpen begon. Wanneer ik over de Meir of door de Lange Koepoortstraat wandelde, ontdekte ik een heel nieuw universum aan stijlen en outfits. Dat stond in schril contrast met Turnhout, waar de bevolking gemiddeld wat ouder en conservatiever is en iedereen er doorgaans hetzelfde uitziet. Op de hogeschool leerde ik bovendien mensen uit alle uithoeken van het land kennen. Zij waren allemaal met mode bezig en daardoor begon ik stilaan te begrijpen dat je kledingstijl ook een vorm van zelfexpressie kan zijn.
Ongeveer op hetzelfde moment veranderde mijn muzieksmaak. Ik herontdekte de psychedelische rock van de jaren zestig, die mijn vader vroeger altijd speelde. Toen mijn toenmalige vriendin me voor het eerst meenam naar een tweedehandswinkel, herkende ik daar plots de kleren van mijn idolen, zoals Syd Barrett. De wijde broeken en kleurrijke hemden met grote kragen uit de sixties en seventies spraken meteen tot mijn verbeelding. Tegenwoordig koop ik zo goed als alles tweedehands. Ik hou van de zoektocht naar dat ene unieke stuk en daarnaast is het zo goedkoop dat je een hele nieuwe kleerkast kunt aanschaffen met een studentenbudget.
Nagellak
Sinds ik op de hogeschool zit, voel ik me veel vrijer. Ik ga naar de les wanneer ik wil en draag wat ik wil. De saaie kleren die ik twee jaar geleden aantrok, zijn definitief verleden tijd. Recent ben ik zelfs mijn nagels beginnen te lakken. Het lijkt of iedereen me in die verandering steunt, behalve mijn vader. Gisteren nog zei hij: ‘Hoe loop jij er nu bij?’ Gelukkig trek ik me daar ondertussen niets meer van aan. Zeker nu ik weet dat hij vroeger zelf rebelleerde tegen zijn strenge opvoeding. Als punker bespoot hij zijn leren laarzen met graffiti. Je kunt dus wel zeggen dat ik mijn rebelse genen van hem heb.”
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier