Nele Reymen
Alzheimer: Overblijven met niets, als niemand
Bittere tranen van columniste Nele vandaag op Wereld Alzheimerdag, met het afscheid van een grootmoeder en een cd-speler met klassiekers uit de goede oude tijd.
Alzheimer ontneemt herinneringen en vooruitzichten, met brutale slagen in je gezicht en dat van de mensen die machteloos toekijken.
De muziek speelde en een grootmoeder zou sterven. Mijn grootmoeder. Te lang al had die muziek in haar kamer gehangen zonder dat iemand er op danste. Een ietwat vreemde mix van klassiekers uit de goede oude tijd droegen de kist nog voor er iemand inlag. Zelfs haar buren werden er onrustig van. Nog onrustiger. Die muziek moest de bewoners van het zorgtehuis namelijk begeleiden naar een andere tijd, als de dood al te vatten valt als een periode. De cd-speler ging van kamer naar kamer, dus je kon maar blij zijn als er niet op play gedrukt werd in die van jou.
Al bij de vierde keer Daar bij die molen wilde ik op stop duwen en een eind maken aan alles. Werkelijk alles. Voor ons, maar vooral voor haar. En toch. Met het stoppen van de muziek zouden we in de stilte de dood met veel lawaai horen binnenkomen. Aangekondigd, soms zelfs verhoopt, maar allesbehalve bescheiden. Daarom bleven we luisteren en spoelde ik hoogstens eens door naar Een café zonder bier van Bobbejaan Schoepen. Zelfs zonder bier leek het me daar beter vertoeven voor haar dan bij die molen of in het bed waar ze lag. Weerloos, vastgegespt met een nylon band rond haar middel, beroofd van alles wat een mens iets waard is en maakt.
Want dat is wat Alzheimer doet. Het ontneemt herinneringen en vooruitzichten, met brutale slagen in je gezicht en dat van de mensen die machteloos toekijken. Tot je overblijft met niets, als niemand. Zelfs haar ogen leken niet meer op die van de vrouw wiens foto op haar kamerdeur gekleefd was. Alsof ze zichzelf nog zou herkennen nadat ze was gaan ronddwalen op de gang.
Terwijl zij weggleed, deed niets haar terugkomen. Hoewel we genoeg pogingen deden en het leven gebruikten als middelvinger naar dementie.
Terwijl zij weggleed, deed niets haar terugkomen. Hoewel we genoeg pogingen deden en het leven gebruikten als middelvinger naar dementie. Met die foto op de deur die moest dienen als de kruimels die haar huiswaarts begeleidden, omdat ze zelf de weg vergeten was. Zelfs al was ze reeds thuis. Met de snoepjes die ze ooit zo graag at en al lang geleden ongeïnteresseerd wegduwde. Met onze aanrakingen die ze op slechte dagen ervoer als dreigingen. Met onze lach die ze op diezelfde dagen interpreteerde als spot. Met onze blik en onze aanwezigheid. Met de muziek waarmee zij en wij oud geworden waren. Niks van dat alles kon haar troost bieden, want ook dat had dementie haar ontnomen. Onze eigen troost zat in het feit dat ze ook dat niet besefte.
De muziek speelde en een grootmoeder zou sterven. Mijn grootmoeder ging de nacht in met die cd op play en toen ik ’s morgens terug bij haar kwam, bleek er een kras in te zitten. Mijn grootmoeder liet langzaam het leven los met het smurfenlied op repeat. Sterf zo. Al smurfend. Dementie als middelvinger naar het leven.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier