Albert Baronian is al 40 jaar galeriehouder: ‘Ik ben van mijn kunstenaars zowel bankier en secretaris als psycholoog’
Albert Baronian (77) opende zijn Brusselse galerie – de op een na oudste van België – in 1973. Hij speelde een sleutelrol in de doorbraak van avant-gardebewegingen als arte povera en ook in de internationalisering van kunstbeurs Art Brussels. Voor de vijftigste verjaardag van de galerie verzamelt hij ruim dertig kunstenaars die zijn pad kruisten in de Fondation CAB.
Vrij en onafhankelijk
Ik ben atypisch in elk mogelijk opzicht. Als zoon van Armeense vluchtelingen en genaturaliseerde Belg, maar ook als galeriehouder. Zo heb ik altijd geweigerd om me bijvoorbeeld tot conceptuele of abstracte kunst te beperken, maar was ik heel eclectisch in mijn keuzes. Ik behoor ook niet tot bourgeoisiekringen en ben geen lid van een club, vereniging, loge of partij. Zelfs in mijn kledingstijl ben ik vrij en onafhankelijk, want terwijl de kunstwereld zweert bij zwart, ben ik zot van kleur.”
Mark Rothko
“Kunst dient om je op een andere manier naar de wereld te doen kijken. Om de boel op te schudden en dingen in beweging te zetten. Mijn eigen voorkeur gaat dan ook uit naar kunst die ik niet meteen begrijp. Ik was achttien toen ik in Londen het werk van Mark Rothko en andere kunstenaars ontdekte. Ik begreep er geen snars van, maar net daarom wilde ik er meer over weten. Als ik vandaag een kunstenaarsatelier bezoek, wil ik nog altijd even verloren zijn. Dingen die te makkelijk en te vanzelfsprekend zijn, vervelen me alleen maar.”
Vertrouwen
“Als galeriehouder moet je op je intuïtie en je ervaring durven te vertrouwen. Een kunstenaar niet meteen op straat zetten als het bij de eerste tentoonstelling niet lukt, maar erop vertrouwen dat iets dat goed is uiteindelijk ook erkenning zal krijgen. Al mag ik blij zijn dat mijn vrouw destijds een mooi salaris had om de verliezen van de galerie op te vangen, want onze eerste tien jaar waren allesbehalve makkelijk.”
De ziel van een galerie
“Een galerie valt samen met zijn initiatiefnemer. De kunstenaars en tentoonstellingen die er te zien zijn, weerspiegelen de persoonlijkheid en visie van de galeriehouder. Een eigenaarswissel verandert dus de ziel van de plek. Een galerie Baronian zonder mij kan ik me dan ook moeilijk voorstellen, al denk ik nog niet aan stoppen. Ik stel me wel vragen over de toekomst, maar ik ben vooral bezig met de groepstentoonstelling die ik in december cureer in het Centre Wallonie-Bruxelles in Parijs. Zulke dingen houden me op de been. Zolang ik projecten kan opzetten, leef ik.”
Ja, er zijn buitengewone kunstenaars. Maar er zijn ook buitengewone slagers en bakkers.
Albert Baronian
Groot ego
“Kunstenaars hebben per definitie een groot ego. Anders doe je niet wat zij doen. Ik ben als galeriehouder zowel hun bankier en secretaris als psycholoog en vertrouwenspersoon, en tegelijk moet ik hun ego soms op zijn plaats zetten. Zeggen dat een bepaald idee voor de scenografie echt niet kan, bijvoorbeeld. Wat ik niet meer doe, is het kunstenaarschap verheerlijken. Kunstenaars houden net zozeer van geld en zijn net zo beredeneerd als anderen. Ja, er zijn buitengewone kunstenaars. Maar er zijn ook buitengewone slagers en bakkers.”
Donquichot
“In mijn vak zeggen weinigen wat ze echt denken. Niemand wil potentiële klanten afschrikken. Ik kan diplomatie en kalmte bewonderen, maar het is mijn stijl niet. Vertelt iemand onzin of ben ik het niet eens met wat ik hoor of lees, dan móét ik gewoon reageren. Mijn collega Rodolphe Janssen heeft het daar soms moeilijk mee. “Stop toch eens met altijd de donquichot uit te hangen”, zei hij me ooit.”
Geen rustige rivier
“Een kunstenaar moet kunnen volharden. Sommigen zijn succesvol op hun 25ste, maar de meesten hebben daarna een dip, want een kunstenaarsleven is geen lange, rustige rivier. Dan is het kwestie van ervoor te blijven gaan en vol overtuiging te blijven geloven in wat je doet, los van de modes op de kunstmarkt, de critici en de wispelturige verzamelaars. Iemand als Leonard Cohen belichaamt dat perfect. Hij was op een bepaald moment vergeten, maar bleef nummers maken en schrijven, waarna hij op oudere leeftijd een comeback maakte.”
Niet nostalgisch
De mens leert niet van de geschiedenis. De oorlogen in Oekraïne en ex-Joegoslavië, de genocide in Rwanda, het nationalisme in Europa en de Verenigde Staten: de ellende begint telkens weer van voren af aan. Ik maak me geen illusies over de menselijke natuur. Als je ziet hoe ruw we met elkaar omgaan, de scheldpartijen op de sociale media, het zwerfafval op straat – dat pleit niet voor het idee van Jean-Jacques Rousseau dat de mens fundamenteel goed is. Tegelijk hou ik van het leven en ben ik niet nostalgisch. De waarden die vandaag oprukken, zijn niet noodzakelijk de mijne, maar het was ongetwijfeld erger in de middeleeuwen.”
Quinquagesimum loopt tot 25 november in de Fondation CAB in Brussel.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier