Werken in Belgisch abortuscentrum: ‘Voor mij is het geen probleem als iemand hier voor de derde of zelfs vierde keer komt’

© Dino
Laura Dhaese
Laura Dhaese Redactrice Weekend.be

Deze zomer verdween abortus uit het Belgisch Strafwetboek. Onze redactrice trok naar het LUNA-abortuscentrum in Gent om te praten over de noodzaak van hun werk: ‘Vroeger kwamen hier elke vrijdag mensen voor de deur bidden.’

‘Sorry voor het storen. Ik heb medicatie nodig voor die mevrouw.’

Abortusarts Pedro De Seranno, die intussen al 20 jaar zwangerschapsonderbrekingen uitvoert, reageert routineus op de verpleegster die haar hoofd om de hoek van de deur steekt: ‘Curettage? We zullen haar meteen ook twee pillen antibiotica meegeven.’ En dan, warmer: ‘Is het een beetje gelukt?’

De Seranno werkte als fertiliteitsarts voor hij aan de slag ging in het centrum voor seksuele voorlichting. Zo is hij in het LUNA-abortuscentrum van Gent beland, waar Lut Daniëls als centrumverantwoordelijke een oogje in het zeil houdt. Wij spraken de twee over het belang van abortuscentra, de prijs van de ingreep tegenover de prijs van anticonceptie en het taboe en protest waar het centrum mee te maken krijgt.

Waarom is het bestaan van dit centrum zo belangrijk?

LUT DANIËLS: ‘Een ongeplande zwangerschap kan iedereen overkomen, zelfs als je denkt van niet. Ook al neem je voorzorgsmaatregelen en gebruik je je anticonceptie perfect, de kans op een zwangerschap is nog steeds niet uitgesloten. Niemand wil ongepland zwanger worden, maar als het toch gebeurt moeten abortuscentra er zijn voor die persoon. Met goed opgeleid personeel, de juiste uitrusting en in veilige omstandigheden. Vrouwen hebben recht op zelfbeschikking. Het is niet aan ons om te oordelen over iemands situatie. Wij stellen ons neutraal op en zullen nooit iemand proberen overtuigen om een andere beslissing te nemen.’

PEDRO DE SERANNO: ‘De reden is voor ons niet zo belangrijk. Wij vinden het vooral belangrijk dat wij iemand in nood kunnen helpen. Globaal gezien is de onderbreking meestal te linken aan relatieproblemen. Dat kan gaan van een partner die het niet aanvaardt tot een kort seksueel contact of een voltooide kinderwens.’

Hoe reageer je wanneer patiëntes hier meermaals langs komen?

DANIËLS: ‘Voor mij is het geen probleem als iemand hier voor de tweede, derde of zelfs vierde keer komt. Ik kan mij voorstellen dat het vervelend is voor sommige patiëntes, maar uiteindelijk hebben wij daar geen probleem mee. We bespreken uiteraard de oorzaak, vragen hoe de patiënt zich daarbij voelt en geven informatie rond anticonceptie. Maar als iemand beslist om daar geen rekening mee te houden en abortus als voorbehoedsmiddel te zien, dan is dat oké. Ik zou niet om de zoveel tijd die ingreep willen ondergaan, maar als een vrouw dat goedkoper en gemakkelijker vindt dan anticonceptie, wat moeten wij daar dan nog op zeggen? Het frustreert mij ook niet. Ik ben niet degene die daar op de tafel moet gaan liggen en de ingreep ondergaat.’

Het is niet omdat het bijna gratis is dat mensen zeggen u0022Hu0026#xE9;, laat die condoom maar achterwegeu0022

Je haalde het daarnet al aan: de kostprijs van een abortus is goedkoper dan anticonceptie.

DE SERANNO: ‘Het financiële aspect mag geen beslissende factor zijn in de keuze die een vrouw maakt rond haar zwangerschap. En het is niet omdat het bijna gratis is dat mensen zeggen “Joepie, we gaan eens een abortus doen” of “Hé, laat die condoom maar achterwege”. Onze cijfers blijven constant omdat geen enkele vrouw naar hier komt voor haar plezier.’

DANIËLS: ‘Het is enorm belangrijk dat een abortus maar 3,60 euro kost. De prijs bepaalt de toegankelijkheid van abortus, niet de wet die het toestaat. De hulpverlening die je aanbiedt, moet ook beschikbaar zijn. Vrouwen die niet aangesloten zijn bij een mutualiteit betalen 505 euro voor een ingreep. Een operatie in het buitenland kost tussen de 620 en 970 euro in Nederland en tot 2500 euro in Engeland. Daar is nog heel wat verbetering mogelijk. De lage prijs zorgt niet voor meer ongewenste zwangerschappen, de cijfers blijven stabiel. We zitten rond de 2000 begeleidingen per jaar in Gent.’

Sinds 2002 hebben abortuscentra een RIZIV-overeenkomst die ervoor zorgt dat alle gesprekken, onderzoeken en behandelingen vergoed worden via een derdebetalersregeling. De kosten voor een vrouw die bij een Belgisch ziekenfonds aangesloten is, worden – op het remgeld na – volledig terugbetaald door haar mutualiteit. Hierdoor bedraagt de totaalprijs van een abortus 3,60 euro. Voor vrouwen die geen Belgische ziekteverzekering hebben, zoekt het abortuscentrum zoveel mogelijk naar een oplossing.

DANIËLS: ‘Anticonceptie zelf zou natuurlijk ook goedkoper mogen. Als je niet wil dat vrouwen naar het abortuscentrum komen, dan moet je voorbehoedsmiddelen zo goedkoop en toegankelijk maken. En dan nog zullen er ongeplande zwangerschappen zijn. We blijven mensen. Weten wij dat we anticonceptie moeten gebruiken? Ja, dat weten we, we zijn goed opgevoed. Doen we het altijd? Nee. Waarom niet? Omdat we uit een hoofd en een hart bestaan, en door omstandigheden. Kijk naar je eigen leven en je weet waarom.’

Mocht een dertigjarige vrouw met tien van haar vriendinnen een openhartig gesprek voeren, zeker één à twee zou haar ervaring met een ongeplande zwangerschap kunnen delen.

Hoe komt het dan dat er toch zo’n groot taboe heerst op het onderwerp?

DANIËLS: ‘Niemand denkt dat het zichzelf zal overkomen tot het zover is en dan schrikken ze natuurlijk. Religie kan een rol spelen. Sommigen zijn nog katholiek opgevoed en misschien linken ze dat aan schuld en boete. Maar seksualiteit blijft vooral nog altijd iets heel intiem. Daar wordt sowieso niet gemakkelijk over gepraat.’

DE SERANNO: ‘Door er in het centrum zo open mogelijk over te praten en de ingreep als een gewone medische ingreep te benoemen wanneer vrouwen hier langskomen, willen we tonen dat zwangerschapsonderbreking een normale zaak is. Een deel van de verantwoordelijkheid ligt ook bij de vrouwen zelf. Mocht een dertigjarige vrouw met tien van haar vriendinnen een openhartig gesprek voeren, zeker één à twee zou haar ervaring met een ongeplande zwangerschap kunnen delen.’

Jaarlijks worden gemiddeld ongeveer 20.000 abortussen uitgevoerd in abortuscentra of ziekenhuizen. Elke dag breken 55 vrouwen die in ons land verblijven hun zwangerschap af voor de toegestane periode van 14 weken. België behoort tot de top vijf landen met het laagste aantal abortussen. In Nederland, Kroatië en Zwitserland zijn de aantallen nog lager. De gemiddelde leeftijd van alle abortuscliënten is 27 jaar.

Hoe vertel je in sociale kring wat jouw functie inhoudt, ben je daar open over?

DE SERANNO: ‘Ik vertel het in twee stappen. Eerst zeg ik dat ik als arts in een centrum werk en als er dan op ingegaan wordt, leg ik uit dat het in een abortuscentrum is. Dat brengt regelmatig vragen en reacties met zich mee, maar die zijn meestal niet negatief.’

Kreeg je ooit al te maken met protest?

DE SERANNO: ‘Enkele jaren geleden stond hier elke vrijdag een pro-life groep folders uit te delen aan de deur. Daar stonden dan afbeeldingen op van embryo’s en soms werden bezoekers ook aangesproken. Vroeger kwamen hier ook elke vrijdagvoormiddag mensen bidden, maar die periode is nu gelukkig voorbij. In Hasselt liep er regelmatig een man met een groot kruis in de buurt van het abortuscentrum. Negeren is de makkelijkste oplossing. Mijzelf doet het niks, maar ik kan mij inbeelden dat het voor patiënten ongemakkelijker is.’

Kan je jouw werk makkelijk van je afzetten?

DE SERANNO: ‘Een zwangerschapsonderbreking zie ik als een puur medische ingreep. Het is een vorm van routine. De focus ligt voor mij op het helpen van iemand in nood en niet zozeer op het onderbreken van de zwangerschap. Het is een medische act zoals een andere medische act. Voor de meeste patiënten is dat logischerwijs niet zo en gaat de ingreep gepaard met een bepaalde emotionaliteit die ons ook kan raken.’

De meest trieste cases zijn die waarbij niemand het mag weten en de vrouw helemaal alleen de trein op moet

DANIËLS: ‘Sommige cases emotioneren mij uiteraard, maar we zijn ervoor opgeleid om ons werk zo weinig mogelijk mee te nemen naar huis. Ik doe de doorverwijzingen naar Nederland en Engeland en soms is dat echt schrijnend. Patiënten die geen wagen hebben, helpen we met de trein. De meest trieste cases zijn die waarbij niemand het mag weten en de vrouw helemaal alleen de trein op moet. Dat kan ik moeilijker loslaten. Die mensen bel ik op de dag van de ingreep ’s ochtends en ’s avonds om eens te horen hoe het gaat.’

DE SERANNO: ‘Anderzijds zijn er ook patiëntes die niets willen prijsgeven over hun situatie en beweegredenen en dat is hun goed recht. Wij verlangen niet dat ze hun volledige psychosociale, huiselijke en familiale toestand uitleggen. Het hoe en het waarom is voor mij niet zo belangrijk, zolang het haar eigen beslissing is.’

De wet bestaat ondertussen 28 jaar. Is er nood aan een update?

DANIËLS: ‘Ja, zeker. De abortuswet bestaat 28 jaar, we willen onze opgedane ervaring in de schaal werpen om de wet aan te passen aan de realiteit. Wij zien en horen dingen in de praktijk die niet meer passen bij de huidige wetgeving.’

DANIËLS: ‘De verplichte wachttijd van zes dagen bijvoorbeeld ervaren veel vrouwen als verschrikkelijk en veel te lang. Het merendeel heeft al een beslissing gemaakt nog voor ze naar het centrum bellen. Ze moeten dan op eerste gesprek en medische consultatie komen, krijgen vervolgens zes dagen bedenktijd en pas daarna kan de ingreep plaatsvinden. Ons tweede strijdpunt is de verlenging van de termijn waarop een abortus mogelijk is. In België is 14 weken het maximum. Veel vrouwen komen naar het centrum en denken dat ze 5 of 6 weken zwanger zijn. Op de echo blijken ze dan 19 of 21 weken ver te zijn.’

DE SERANNO: ‘De kans op een vergevorderde zwangerschap is groter als een vrouw haar pil voor langere tijd doorneemt of anticonceptie gebruikt waarbij ze sowieso geen maandstonden krijgt. Er zijn ook vrouwen die psychisch hun ogen sluiten om het probleem weg te duwen en de zwangerschap te ontkennen.’

DANIËLS: ‘Na 14 weken zijn wij verplicht om hen door te sturen naar Nederland, wat geen pretje is. Jaarlijks gaat dat om ongeveer 500 doorverwijzingen. De verplaatsing is een extra drempel die enkel culpabiliserend werkt en de hogere kostprijs haalt de toegankelijkheid van abortus opnieuw naar beneden. België zou op zijn minst één centraal ziekenhuis moeten hebben waar die vrouwen terecht kunnen. Doordat het onder volledige narcose is, zijn wij daar momenteel niet voor uitgerust.’

‘Ons oorspronkelijke doel was om met die twee aanpassingen in het regeerakkoord van 2019 te komen. Maar dat plan zullen we waarschijnlijk moeten aanpassen. De wetgever haalde recent abortus uit de strafwet – wat een goede zaak is – maar heeft voor het overige bijna niets veranderd aan de voorwaarden waarbij een zwangerschapsafbreking toegestaan is.’

‘Onze stem, vanuit jarenlange ervaring met vrouwen en koppels die een belangrijke beslissing moeten nemen, werd niet gehoord. Misschien is dit voor een deel te verklaren door het feit dat een abortus na veertien weken meer onbegrip oproept. De foetus is dan al groter en sommige personen, waaronder politici, begrijpen niet dat je achttien weken zwanger kan zijn zonder het te weten.’

DE SERANNO: ‘De partijen zien abortus ook als de doos van Pandora. Voor velen is zwangerschapsonderbreking nog een taboe, iets wat in principe niet zou mogen. Door zich daarover positief uit te spreken, vrezen ze stemmen te verliezen.’

Tijdens de vele hoorzittingen in het parlement kwam duidelijk naar voren dat er op basis van wetenschappelijk onderzoek, statistieken en vragen vanuit het middenveld en vrouwenrechtenverdedigers een grote vraag is naar een verdere liberalisering van de abortuswetgeving. Toch gingen de meerderheidspartijen op 4 juli, toen ze een wetsvoorstel indienden om abortus volledig uit de strafwet te halen, niet in op de vraag van verschillende oppositiepartijen om de maximumtermijn en bedenktijd aan te passen. Hoe realistisch is dan het oorspronkelijke doel van abortuscentra om met de gewenste aanpassingen in het regeerakkoord van 2019 te verschijnen?

Pieter Cannoot, academisch assistent Grondwettelijk Recht en Mensenrechten (UGent) acht de kans niet groot: ‘Of de huidige meerderheidspartijen – als zij met elkaar in zee blijven gaan na de verkiezingen – een nieuwe wijziging van de abortuswet in het regeerakkoord zullen opnemen is koffiedik kijken, maar de kans is klein. Het gevoel zal leven dat men met het depenaliseren van abortus al een belangrijke stap voorwaarts heeft gezet.’ Volgens Cannoot is die maatregel ook geen vanzelfsprekendheid: ‘We mogen niet vergeten dat de meerderheid is samengesteld uit eerder conservatieve partijen. Dat zij – buiten het regeerakkoord om – alsnog wetgeving inzake abortus hebben aangenomen, zegt dus wel veel over de symbolische erkenning van de autonomie van de vrouw.’

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content