Hoe zalmkwekerijen aan hun duurzame toekomst timmeren

Zalmkwekerij Marine Harvest in Alesund, Noorwegen © ASC
Lotte Philipsen
Lotte Philipsen Journalist KnackWeekend.be

Kweekzalm wordt vaak als de oplossing voor overbevissing genoemd. Vroeger hadden zalmkwekerijen een behoorlijk slechte reputatie, maar dankzij de Aquaculture Stewardship Council, die verantwoorde kwekerijen certificeert, werken ze aan een propere toekomst.

De bevolking op aarde neemt toe, meer en meer mensen behoren tot de middenklasse en er wordt door overheden gezocht naar gezonde voeding die obesitas tegengaat. Stuk voor stuk redenen die de visindustrie aanhaalt om meer vis te produceren. Vis is immers een gezonde bron van proteïnen, vitamine B12, vitamine D en omega 3.

Is het überhaupt mogelijk om kweken van zalm hand in hand te laten gaan met natuurbehoud?

Wij brachten een bezoek aan een zalmkwekerij van marktleider Marine Harvest in Ålesund, Noorwegen. Samen met Julie Døvle Johansen van WWF Norway, Barbara Janker van ASC en Geir Holen van Marine Harvest bezochten we een lokale zalmkwekerij die werkt volgens de strengste voorwaarden.

Het kweken van Atlantische zalm kent een lange traditie in Noorwegen en de overheid kijkt er de laatste jaren streng op toe dat de industrie niet te veel schade berokkent. Noorwegen is immers niet alleen bekend omwille van de zalmindustrie, maar ook om haar mooie, ongerepte natuur. Maar is dat überhaupt mogelijk: kweken van zalm hand in hand laten gaan met natuurbehoud? We zochten het uit.

Zalmkwekerij Marine Harvest in Alesund, Noorwegen
Zalmkwekerij Marine Harvest in Alesund, Noorwegen© ASC

‘Tiny op de zalmboerderij’

Tijdens onze trip naar een zalmkwekerij van Marine Harvest in Noorwegen namen we de boot vanuit Ã…lesund naar een kwekerij die dankzij een moderne uitrusting en strenge controle volgens de ASC-normen verantwoord te werk gaat. Hoewel de Noorse fjorden een prachtige omgeving bieden, is een bezoek aan een zalmkwekerij geen romantisch uitstapje.

Zoals de meeste grootschalige boerderijen is ook de zalmkwekerij een omgeving waar dieren zo snel mogelijk in koopwaar moeten worden omgezet.

Net zoals de meeste grootschalige, moderne boerderijen is ook de zalmkwekerij een omgeving waar dieren zo snel mogelijk in koopwaar moeten worden omgezet. Dat de zalmen vrolijk in het rond lijken te springen in hun netten is dan ook het enige aaibare aspect van de sector. En eigenlijk doen alle zalmen dat omdat ze minstens een keer per dag uit het water moeten springen om de druk in hun lijfjes te neutraliseren.

Wie een romantisch stukje zalm wil eten, zal er dus zelf een met blote handen moeten gaan vangen. Romantisch en duurzaam zijn echter geen synoniemen en we mogen ons beeld van verantwoord kweken niet laten beïnvloeden door idyllische fantasieën uit kinderboeken.

Waarom zalm kweken?

Er wordt geschat dat in we in 2050 met 9 miljard mensen de aarde zullen bevolken. Ervan uitgaande dat niet iedereen volledig plantaardig zal eten in de toekomst is het meer dan noodzakelijk om viskwekerijen radicaal te verduurzamen.

De mens heeft de zeeën vrijwel leeggevist en de biodiversiteit onder water duchtig door elkaar geschud. Alle zalm die nodig is om de visetende wereldbevolking te voeden in het wild gaan vissen is dus geen duurzame oplossing. Bovendien is het veel makkelijker om een winstgevend business model te bouwen op een constante aanvoer van zalm in plaats van te hopen op voldoende zalm tijdens het vissen op zee.

Alle zalm die nodig is in het wild gaan vissen is geen duurzame oplossing.

Het kweken van zalm in bassins in de zee of op land wordt aquacultuur genoemd. Het wordt al decennialang gedaan en de kans dat je al meermaals vis hebt gegeten die op die manier werd gekweekt is erg groot. De helft van de zalm op ons bord werd immers gekweekt door de aquacultuurindustrie. Kweekzalm heeft niet altijd een even fraaie reputatie. Die slechte reputatie stamt volgens de industrie voornamelijk uit het verleden, toen zalmkwekerijen weinig tot geen rekening hielden met de impact op het milieu en het dierenwelzijn. ‘De cijfers die men aanhaalt, zijn van tien jaar geleden’, klinkt het bij Geir Holen. Maar ook nu nog bestaan er kwekerijen die meer schade berokkenen dan de zeeën aankunnen.

Onze planeet bestaat voor dertig procent uit land en voor zeventig procent uit water. Het land wordt ingepalmd door gebouwen, akkers, snelwegen, de veestapel, en een beetje wilde natuur. ‘We willen zo min mogelijk land verspillen en onze oceanen inzetten om voedsel te produceren. Momenteel wordt er slechts twee procent van onze wateren gebruikt voor voedselproductie. Onontgonnen terrein dus, dat voor heel wat potentieel zorgt,’ klinkt het bij Barbara Janker (ASC).

Maar onontgonnen terrein wil niet zeggen dat de kwekerijen vrij spel hebben of zouden mogen krijgen. De gezondheid van onze oceanen is heel belangrijk en ook door vis te kweken kan het ecosysteem geruïneerd worden. ‘Hoe groter de aquacultuurindustrie bovendien wordt, hoe groter haar voetafdruk zal zijn. Er zijn al veel verbeteringen doorgevoerd in de sector, maar we mogen niet op onze lauweren rusten’, licht Julie Døvle Johansen van WWF toe.

Aquaculture Stewardship Council: de redder in nood?

Wil je zalm op het menu zetten, maar weet je niet welke zalm uit de supermarkt verantwoord werd gekweekt? Zoek dan naar het groene ASC-certificaat.

In 2010 werd de onafhankelijke non-profit Aquaculture Stewardship Council in Nederland opgericht door WWF en IDH. Dit was het gevolg van de Aquaculture Dialogues; gesprekken die sinds 2004 gevoerd werden door meer dan 2000 ngo’s, wetenschappers, boeren, retailers en andere stakeholders binnen de aquacultuurindustrie. De deelnemers zijn het erover eens dat het noodzakelijk is dat de toekomst van de aquacultuur duurzaam is.

De ASC heeft aan de hand van deze gesprekken standaarden opgesteld waar deelnemende aquacultuurbedrijven aan moeten voldoen om sociaal verantwoord en milieuvriendelijk te zijn. De standaarden werden in het leven geroepen op basis van wetenschappelijk onderzoek. ASC is als enige non-profit die certificaten uitreikt aan aquacultuurkwekerijen lid van ISEAL.

ASC selecteerde twaalf vissoorten die een ASC-certificaat kunnen behalen wanneer ze aan de standaarden voldoen. De soorten werden gekozen op basis van hun impact op milieu en maatschappij, hun marktwaarde en in hoeverre ze internationaal verhandeld worden. Om een ASC-certificaat te behalen worden ze door een onafhankelijke derde partij gecontroleerd. Die derde partij audits gaan na of er aan de 152 sociale en milieu vereisten van de ASC voldaan wordt.

Zalmkwekerij Marine Harvest in Alesund, Noorwegen: de vissen worden verdoofd voordat ze doodgemept worden.
Zalmkwekerij Marine Harvest in Alesund, Noorwegen: de vissen worden verdoofd voordat ze doodgemept worden.© ASC

Enkele belangrijke punten uit de lange lijst aan vereisten zijn een focus op meer transparantie, meer monitoring van de zeebodem, strenge controle op zeeluisniveau, genoeg water voor de vissen om in te zwemmen en het gebruik van niet-medicinale oplossingen in plaats van antibiotica.

Vijf jaar geleden werden de eerste ASC-certificaten uitgereikt voor zalm. Op dit moment zijn er 516 aquacultuur kwekerijen in 36 landen die met ASC-certificaten werken. Van deze kwekerijen bevinden zich er 209 in slechts 9 landen, voornamelijk in Noorwegen. De belangrijkste markten voor ASC-producten zijn Nederland, België, Zweden, Noorwegen en Duitsland. De Belgische consument is dus vragende partij voor verantwoorde vis.

Critici stellen wel dat enkel financieel krachtige bedrijven zich kunnen laten certificeren en dat een van de doelstellingen van ASC is dat de aquacultuur kan blijven bestaan. De audits van de controleurs moeten door de bedrijven zelf betaald worden. Het geld dat de viskwekerijen moeten investeren, dient om het werk dat de controleurs verrichten te betalen. Of ze aan het einde van de rit nu een certificaat krijgen of niet, ze moeten de controleurs sowieso betalen. Certificaathouders moeten wel een procent afstaan aan ASC van de totale verkoop van gecertificeerde producten met het ASC-logo. Het gebruik van het logo is optioneel, maar wie een certificaat heeft behaald wil dat natuurlijk op haar product plaatsen om de consument te informeren.

Uitdagingen voor de aquacultuur

Wat zijn nu precies de problemen van de aquacultuur waar kwekerijen mee te maken krijgen? Vanwaar komt die slechte naam en wat zijn de mogelijke oplossingen?

In een kwekerij waar alles goed gaat, hebben ze weinig tot zeer beperkt last van zeeluizen, geven ze geen antibiotica aan de zalmen, krijgen de vissen voer dat voor een groot deel uit plantaardige bronnen wordt gemaakt en is de zeebodem onder en rond de bassins niet verontreinigd. Dit is een voorbeeld van good practice, maar zoals je al kon raden is dat nog niet de norm.

Zalmkwekerij Marine Harvest in Alesund, Noorwegen. In dit gebouw verblijven jonge zalmen - smolt - voor ze naar de zeenetten gaan. Ze krijgen hier vaccins toegediend.
Zalmkwekerij Marine Harvest in Alesund, Noorwegen. In dit gebouw verblijven jonge zalmen – smolt – voor ze naar de zeenetten gaan. Ze krijgen hier vaccins toegediend.© ASC

Zeeluis en andere ziektes

Zalmen hebben vaak last van zeeluizen. Deze vervelende parasieten plagen vooral zalm in Chili, maar ook in Noorwegen krijgen ze te maken met dit probleem. In Noorwegen is het toegestaan om 0.5 luis per vis te hebben in een kwekerij, maar Marine Harvest laat slechts 0.2 luis per vis toe.

Voorkomen is beter dan genezen in het geval van zeeluizen.

Voorkomen is beter dan genezen in het geval van zeeluizen, want deze hardnekkige beestjes zijn niet gemakkelijk uit te roeien. Dat er wat luizen op volwassen zalmen zitten is geen ramp, maar voor de wilde zalmpopulatie zijn deze beestjes wel een groot probleem. De jonge zalmen in het wild kunnen tijdens een zwemtocht langs de netten van gekweekte zalmen luizen oplopen en zo uitgeroeid worden.

In het verleden werden luizen in bassins voornamelijk bestreden met antibiotica, maar tien jaar geleden is de Noorse visindustrie daarmee gestopt. In plaats van antibiotica in het bassin te werpen – wat de zee en de vis verontreinigt – krijgen de zalmen voor ze in de bassins worden losgelaten vaccins tegen bacteriële en virale ziektes toegediend. In zeer uitzonderlijke gevallen krijgen de vissen medicatie, maar in de laatste jaren werden er op geen van de sites van Marine Harvest in Noorwegen – ASC en conventioneel – antibiotica meer gebruikt. Zowel de vaccins als de andere medicatie worden in zeer kleine hoeveelheden toegediend, waardoor er geen enkel effect op de gezondheid van de consument wordt waargenomen.

Zalmkwekerij Marine Harvest in Alesund, Noorwegen: De zalmen krijgen voor de foto eten met de hand, maar eigenlijk gebeurt dit via een buissysteem en een werknemer die knoppen bedient.
Zalmkwekerij Marine Harvest in Alesund, Noorwegen: De zalmen krijgen voor de foto eten met de hand, maar eigenlijk gebeurt dit via een buissysteem en een werknemer die knoppen bedient.© ASC

Om luizen te vermijden op natuurlijke wijze is het best om zalmen veel plaats te geven in hun bassins en schoonmaakvisjes te laten zwemmen tussen de zalmen. In Noorwegen is de regel dat in een bassin minstens uit 97.5% water moet bestaan en de overige 2.5% gevuld wordt door zalm . Zo kunnen de zalmen genoeg rondzwemmen en omhoog springen. Verder gebruiken ze ook spoelingen met warm water om de luizen te bestrijden.

Verontreinigde zeebodem

Ook al hebben de zalmen van verantwoorde kwekerijen genoeg plaats, ze zwemmen toch nog met veel meer op één locatie dan in het wild. Dat wil zeggen dat de uitwerpselen van de zalmen allemaal naar beneden vallen en op de bodem van de zee terechtkomen.

Het is heel belangrijk dat er regelmatig bodemanalyses worden gedaan om te controleren of de zeebodem niet wordt vervuild en de biodiversiteit niet wordt verstoord.

Ook visvoer dat op de zeebodem terechtkomt, kan kwalijke gevolgen hebben voor het milieu. Minutieus plannen hoeveel voer er gegeven wordt, is daarom heel belangrijk. Zo smijten de bedrijven geen geld weg en vervuilen ze de zeebodem zo min mogelijk. Met cameramonitors en een fulltime werkkracht aan de knoppen, krijgen de vissen precies zoveel voer als ze op willen en kunnen. Dankzij deze werknemer, die met een controler de vissen voedert, kunnen viskwekerijen al een groot deel van dit probleem oplossen.

Het is dus heel belangrijk dat er regelmatig bodemanalyses worden gedaan om te controleren of de zeebodem niet wordt vervuild en de biodiversiteit niet wordt verstoord. De tests moeten gebeuren tijdens piekmomenten in de productie. De sites die een ASC-certificaat willen behalen moeten niet alleen excellente scores kunnen voorleggen van de bodem onder de bassins, maar ook regelmatig bodemanalyses in de omgeving uitvoeren.

Controversieel visvoer

Visvoer voor kweekvis is controversieel omdat er in het voer heel wat wilde vis zit.

Een van de vaakst voorkomende kritieken op kweekvis is dat voor een kilo gekweekte vis er heel wat kilo’s wilde vis nodig zijn in de vorm van visvoer. Dus het argument dat het visbestand in onze zeeën op adem kan komen dankzij kweekvis gaat eigenlijk niet op, aangezien ze wilde vis vangen om vervolgens te voederen aan kweekvis. Alle gekheid op een stokje. Om een ASC-certificaat te behalen, mag er daarom maximaal 1.1 kilogram wilde vis gebruikt worden voor 1 kilogram gekweekte vis.

Zalmkwekerij Marine Harvest in Alesund, Noorwegen: het voer dat de vissen krijgen zorgt voor heel wat controverse.
Zalmkwekerij Marine Harvest in Alesund, Noorwegen: het voer dat de vissen krijgen zorgt voor heel wat controverse.© ASC

Bij Marine Harvest gebruiken ze eigen visvoeder en zijn ze erin geslaagd om maar 0.77 kg wilde vis per kilogram gekweekte vis te gebruiken. Er wordt onderzoek gedaan om dat percentage nog te laten zakken en zoveel mogelijk plantaardige ingrediënten, zoals algen, te gebruiken om de zalmen te voeden. Wat er momenteel in hun visvoeder zit, kan je terugvinden in het jaarlijkse rapport dat online te raadplegen valt.

Een zalm zou eigenlijk grijs in plaats van roze zijn, moest hij geen carotenoïden eten.

Het dieet van een gekweekte zalm moet voldoen aan wat de vis in het wild zou eten. Zo zou een zalm eigenlijk grijs in plaats van roze zijn, moest hij geen carotenoïden eten. Wilde zalm eet garnalen en andere schaaldieren en komt dankzij de carotenoïde astaxanthine in deze diertjes aan zijn roze kleur. Zalmen vinden dat niet alleen lekker, de antioxidanten in de schaaldieren zijn ook goed voor hun gezondheid. Ook de kweekzalmen krijgen astaxanthine toegediend en zijn, net zoals hun wilde familie, mooi roze.

Free Willy

De kweekzalmen zitten in grote netten in de zee en komen niet in aanraking met de wilde zalmen. Maar soms gaat er eens wat mis en ontsnappen de kweekzalmen uit hun bassins. Dan is het alle hens aan dek om die zalmen terug te vangen. De zalmkwekerijen signaleren de ontsnappingen aan de overheid en roepen vissers op om te komen helpen.

Dat is nodig, want verschillende milieuorganisaties vrezen voor het genetisch mengen van de wilde en de gekweekte soort. Biologen vermoeden dat het waarschijnlijk niet zo’n vaart zal lopen, omdat het kweken van deze twee soorten niet vlot gaat, maar better safe than sorry uiteraard. Online kan je alle ontsnappingen van de voorbije jaren, maanden en weken in Noorwegen volgen. De Noorse overheid staat erop dat er erg transparant over gecommuniceerd wordt en er alles aan gedaan wordt om ontsnappingen te vermijden.

Zalmkwekerij Marine Harvest in Alesund, Noorwegen. De eitjes worden in zoet water uitgebroed in gebouwen van de viskwekerijen. De smolt - jonge zalmen - blijven ongeveer zes maanden in bassins binnen tot ze klaar zijn voor de netten in de zee.
Zalmkwekerij Marine Harvest in Alesund, Noorwegen. De eitjes worden in zoet water uitgebroed in gebouwen van de viskwekerijen. De smolt – jonge zalmen – blijven ongeveer zes maanden in bassins binnen tot ze klaar zijn voor de netten in de zee.© ASC

Oog op de toekomst

De aquacultuurindustrie moet duurzamer worden als ze wil blijven bestaan en uitbreiden. Daar is geen twijfel over mogelijk. Zoals bij alle voedselbedrijven – en zeker die in dierlijke producten handelen – betekent groei vooral meer winst voor de bedrijven en meer problemen voor het milieu.

De aquacultuurindustrie moet duurzamer worden als ze wil blijven bestaan en uitbreiden.

In Noorwegen geeft de overheid licenties aan bedrijven die innoverende, duurzame oplossingen bedenken voor de aquacultuur. Dat is slim, want op die manier springen heel wat bedrijven op de duurzame kar. Als ze er zelf een graantje door kunnen meepikken, zullen ze dat niet aan zich voorbij laten gaan. Zelfs bedrijven uit de olie-industrie beginnen in te spelen op duurzame methodes om vis te kweken.

Onderzoekers zijn volop aan het experimenteren met nieuwe soorten bassins. Die uitvindingen variëren van badachtige containers tot volledig gesloten eiervormige containers of een bassin dat de ‘donut’ wordt genoemd. Er gaan heel wat stemmen op om de norm te maken van dit soort gesloten bassins, die waterzuiveringssystemen krijgen ingebouwd. Geen vieze troep op de zeebodem, minder kans op zeeluizen en geen ontsnappingen mogelijk.

Voorlopig staan innovaties nog in hun kinderschoenen en zijn ze erg duur.

Voorlopig staan die hoopgevende innovaties nog in hun kinderschoenen en zijn ze erg duur. Maar hoe meer de consumenten aangeven dat ze duurzame vis eisen, hoe meer geld gepompt wordt in dit soort innovaties.

Stem dus met je portemonnee en koop liever wat minder vis, maar wel met een certificaat dan meer vis van bedenkelijke oorsprong. Een certificaat is misschien niet zaligmakend, maar pakt wel de grootste problemen van de aquacultuur streng aan en zet druk op de industrie om te innoveren.

Voor de vijfde keer organiseren ASC, MSC en het WNF ‘De Bewuste Visweek’ van 25 september tot en met 1 oktober 2017. De doelstelling van ‘de Bewuste Visweek’ is consumenten te inspireren om te kiezen voor vis afkomstig van een aantoonbaar duurzame visserij (MSC) of een verantwoorde kwekerij (ASC).

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content