Wat gebeurt er als je een maand lang niet op sociale media zit? Journalist Aylin Koksal onderging een sociale-mediadetox onder begeleiding van twee professoren aan de UGent. ‘ Mijn persoonlijke smaak bleek helemaal niet persoonlijk, maar een samenraapsel van trends die ik onbewust had opgepikt op TikTok.’
Deze column maakt deel uit van ons dossier ‘Even niet bereikbaar’.
Een maand lang geen sociale media: wat doet dat met je hoofd, je lijf en je leven? Journalist Aylin Koksal testte het onder wetenschappelijke begeleiding van twee professoren aan de UGent.
De conclusies lees je deze week op weekend.be/evennietbereikbaar
Wat me het meeste spijt aan mijn urenlange scrollsessies op sociale media? Dat zijn niet de zonsondergangen die ik gemist heb, of de boeken die ik nooit las. Maar de uren waarin ik, bijna achteloos, mijn identiteit heb uitbesteed aan een algoritme. Het besef kwam op een avond toen ik aan mijn man vroeg: ‘Heb je al gehoord van Italian brainrot?’ Hij keek me vragend aan. ‘De memes? Tralalero, tralala,’ probeerde ik nog. ‘Ballerina, cappuccina?’ Hij keek bezorgd, alsof ik iets bovennatuurlijks had opgeroepen. Niet geheel onterecht.
Pas toen drong het tot me door: hoe gênant het is om als bijna-dertiger niet alleen op de hoogte te zijn van een Gen Alpha-trend die expliciet bedoeld is om volwassenen te verwarren, maar er ook oprecht van te genieten. En dat is nog de komische kant van sociale-mediaverslaving. De échte schade is onderhuids en subtieler.
‘Als je geluk hebt, hoor je nog net dat restje gezond verstand. Dat stemmetje in je hoofd dat fluistert dat dit niet normaal is. Dat jouw brein, klein en menselijk, rust en ruimte nodig heeft.’
Ik overliep wat ik de afgelopen jaren allemaal kocht onder invloed van mijn feed: een Dyson Airwrap. Een hardloopvest. Een belachelijk dure reep Dubai-chocolade. Een lamp van Sabine Marcelis die ik in drie verschillende influencerinterieurs spotte. Daarna een dupe van de Vitra Akari 25N. Geen enkel aspect van mijn leven bleef ongeschonden: van mijn kleding, hobby’s en vakantiebestemmingen tot mijn eet- en sportgewoonten. Mijn persoonlijke smaak bleek helemaal niet persoonlijk, maar een samenraapsel van trends die ik onbewust had opgepikt op TikTok.
En ik maar denken dat ik erboven stond. Ik ben toch een ernstig mens? Iemand die eerder schreef over hoe de obsessie met esthetiek en consumptie onze planeet, onze identiteit en onze aandachtspanne aan een sneltempo naar de vaantjes helpen. En toch zat ik daar. Links te saven. Verlanglijstjes te vullen. Te zwichten voor hypes waarvan ik rationeel wist dat ze niets méér waren dan microtrends.
En dan zwijg ik nog over de emotionele bijwerkingen. De steek in je buik wanneer een leeftijdsgenoot zichzelf voorstelt als ondernemer slash auteur slash Forbes 30 Under 30. De kleine eenzaamheid wanneer vrienden stories posten van samenkomsten waar jij niet bij was. De angst en moedeloosheid wanneer miljardairs en wereldleiders ramp na ramp laten passeren. Het schuldgevoel en verdriet als je digitale feed voor de zoveelste keer volloopt met mensonterende beelden uit Gaza.
Als je geluk hebt, hoor je ook nog net dat restje gezond verstand. Dat stemmetje in je hoofd dat fluistert dat dit niet normaal is. Dat jouw brein, klein en menselijk, rust en ruimte nodig heeft. Een dikke maand geleden besloot ik naar dat stemmetje te luisteren. Tussen het gepieker en de gelatenheid in verwijderde ik alle sociale media van mijn smartphone. Een maand zonder Instagram, zonder algoritmes, zonder dopamineknoppen: wat doet dat met een mens? Word je daar beter van? Wat gebeurt er met je gezondheid, je relaties, je mentale welzijn? En misschien nog belangrijker: wat gebeurt er daarna?
Op die vragen zocht ik een antwoord. Ik trok naar de UGent en sprak met professor dr. Marie-Anne Vanderhasselt, stressexpert en auteur van Je bent een vriend van mij en Ouders onder hoogspanning, en met professor dr. Sofie Van Hoecke. Ze namen een maand lang mijn gedrag, stress, piekergedachten, hartslagvariabiliteit, slaap en breinfunctie onder de loep. Een maand lang was ik proefkonijn van dienst voor de wetenschap (en ook een beetje voor mezelf).
En wat bleek? Een maand zonder digitale afleiding is een pak ingrijpender dan je zou denken. Niet omdat het leven plots magisch wordt – dat zou te makkelijk zijn – maar omdat je hoofd eindelijk stilvalt. En dan pas merk je wat er naar boven komt drijven: ideeën, creativiteit, goesting om dingen te maken, om je buren beter te leren kennen, om je handen uit te steken. Dit is geen pleidooi voor het kluizenaarsbestaan. Wel voor iets eenvoudigs: af en toe zelf weer kiezen wat je aandacht krijgt, en wat niet.