Tijdgenoten
Nabela Benaïssa ( 18), de zus van Loubna, schreef een boek over haar leven tussen die bange jaren 1992 en 1997.
Anna Luyten / Foto Hypnovisuals
Ik was veertien toen mijn zus verdween. We waren samen naar de winkel geweest, maar waren de yoghurt vergeten. Loubna ging terug. Huppelend, zoals altijd. Zo blijft ze in mijn gedachten verderleven. Door wat er gebeurde, ben ik bruusk in de wereld van de volwassenen geworpen. Ik ben nog maar achttien. Ik probeer jong te blijven zoals de andere jongeren. Dat is niet makkelijk. Ik heb zoveel meegemaakt en gezien de laatste jaren. Ik behoed me ervoor de koers over mijn eigen, jonge leven te verliezen. Ik ben geen modelvrouw. Ik heb ook mijn zwakke momenten. Ik probeer eerlijk te blijven. Ik leer veel van mijn vader. Hij werkt ’s nachts in een schoonmaakbedrijf. Hij werkt hard. Hij is zo’n goed mens. Hij is altijd een sterke troost geweest in deze jaren. Ik heb ook veel kracht gekregen van Loubna zelf. In het begin was het vooral de hoop dat we haar terug zouden vinden. Nu is ze begraven. Nu moet ik mijn sterkte putten uit mijn halsstarrige wil om de waarheid te leren kennen. De kracht die ik tijdens deze jaren heb ontdekt in mezelf, zal ik nooit meer verliezen.
Ik heb dit boek geschreven voor Loubna. Het was goed om mijn gedachten te kunnen ordenen. Ik heb geleerd dat het belangrijk is iets nuttigs te doen met je leven. Je kan beter sterk en waardig zijn in plaats van als een geslagen hond in een hoekje te kruipen. Ik denk niet dat ik nog kan dromen over mijn toekomst. Het is voor mij belangrijker om in het hier en nu te handelen dan vage denkbeelden te construeren over wat nog komen moet. Ik heb op korte tijd veel levenservaring opgedaan. Maar ik wil nog wel blijven geloven in waarden als geluk en liefde.
Ik ben nu verschillende keren bekroond. Neem nu die prijs van de Brusselse van het Jaar, die ligt me na aan het hart. Ik heb me al die jaren een echte Brusselse gevoeld. Ik ben hier geboren, ik heb hier altijd gewoond, ik voel me een met die cultuur. Op mijn paspoort staat nu nog ?Marokkaanse?, maar ik wil binnenkort wel een dubbele nationaliteit.
Voor dit allemaal met Loubna gebeurde, had ik nooit gedacht dat ik ooit zo in de schijnwerpers zou staan. Het zijn de moeilijke omstandigheden die me hiertoe gedwongen hebben. Dat geeft het ook een beetje een wrange smaak. Men noemt me wel eens een spreekbuis van een hele generatie. Daarmee legt men mij ook een zware verantwoordelijkheid op. Ik wil gewoon op kritieke momenten zeggen wat ik belangrijk vind. Misschien ligt het in mijn aard. Ik ben de oudste van acht kinderen, Loubna inbegrepen. Thuis heb ik geleerd om mijn verantwoordelijkheid op te nemen. Misschien wil ik later in de maatschappij een belangrijke rol vervullen. Ik wil me zeker engageren.
Ik heb niet zoveel vrienden. Ik ga niet graag uit. Ik heb me altijd teruggetrokken in boeken. Vroeger verslond ik romans. Agatha Christie, daar was ik dol op. Tien kleine negertjes. Nu lees ik boeken over de actualiteit en godsdienst. Ik wil mijn godsdienst uitdiepen. Sommigen spreken mij aan over mijn chador, mijn hoofddoek. Het is voor mij een belangrijk symbool van de godsdienst die ik in mijn leven meedraag. Het heeft niets te maken met een fundamentalistische eis.
Soms heb ik het gevoel dat mijn leven te snel is gegaan. Ik wil nu wat rust. Ik wil studeren voor school. Ik wil slagen in mijn examens. Volgend jaar ga ik zeker naar de universiteit. Geschiedenis heeft me altijd geïnteresseerd, ik wil weten hoe een samenleving in elkaar zit. Ik denk dat je daardoor een kritische geest kan ontwikkelen. Of misschien studeer ik rechten. Vroeger dacht ik dat het alleen techniek was. Nu weet ik beter. Er kan nog veel veranderen.
Nabela Benaïssa. Au nom de ma soeur. Editions Labor. Nederlandse vertaling : eind april, uitgeverij Epo, 495 fr.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier