POP
MUDHONEY, TUSSEN HEIDEGGER EN LOL
Mark Arm, zanger en brein van Mudhoney, schuift met zijn voet de restanten van de pizza opzij, die in de Amsterdamse hotelkamer zijn blijven liggen. “Je zou het een première kunnen noemen, ” zegt hij, “dit is de eerste keer dat we opgenomen hebben voor we opgenomen hebben. Dat we dus, hoe noemen ze dat, demo’s hebben gemaakt. ” “Maar er is nog altijd geen schijn van kans dat we een normale band worden, ” voegt bassist Matt Lukin eraan toe. “No way. “
“My brother the cow”, een produktie van Jack Endino, is hun tweede full-cd voor een grote platenfirma en laat enige sporen van bitterheid horen. “Meer nog cynisme, ” zegt Arm, “maar voor mij is dat een way of life. Mijn moeder roste mij al af toen ik nog een kind was : don’t be so goddamn cynical, bekijk het leven van een rozige kant. Yeah mum, welke rozige kant ? Waarom denk je dat ik aangezogen ben door punkrock in de eerste plaats ? Het cynisme, ja. Als je dus vraagt of we cynisch zijn geworden door onze avonturen in multinational-land, dan moet ik je zeggen : nee. Toen we het kontrakt tekenden, hebben we een serieus voorschot gekregen. We hebben onze zin kunnen doen en de eerste plaat heeft een paar dollar opgebracht : niemand klaagt. En trouwens : we kennen de àndere kant. We hebben namelijk op Subpop gezeten. We waren daar zeer gelukkig (grijnst), tot de dag dat hun cheques ongedekt bleken te zijn. “
Voor hetzelfde geld had Mudhoney die ook Seattle als standplaats hebben de carrière van Nirvana gehad. “Maar wij klagen niet over een gebrek aan erkenning, ” zegt Arm. “Meer nog : we hebben het verder geschopt dan ik ooit gedacht had. Er zijn bands als Tad, die al minstens even lang bezig zijn als wij, die goed zijn en die de ene tegenslag na de andere hebben. Maar als je wil weten waarom Nirvana miljoenen heeft verkocht en wij niet, dan moet je gewoon maar eens naar de platen luisteren. Zij hebben leuke popdeuntjes gemaakt met vele lagen gitaren. En wij niet. Als ik een song zou schrijven waarin ik het refrein zeventien keer zou moeten herhalen, dan hing ik mezelf op. Ach, misschien was dat niet eens nodig : ik zou wel doodgaan uit verveling. Nog zoiets : de nieuwe punklichting. Moet ik wakker liggen van het feit dat Green Day en Offspring miljoenen verkopen ? Ik was onder de indruk geweest indien de Ramones dat in 1978 hadden gedaan : toen was het agressief en kwaad en origineel en ànders. Nu is het konsumptie-punk. “
De Ramones stonden model bij de song “F.D.K.-Fearless Doctor Killers” : “Steve kwam met die snelle, harde riff af, ” zegt Arm. “En het leek ons aardig om daar een song bij te schrijven over die geestelijk gestoorden die abortus-dokters vermoorden en om die song een titel mee te geven die verwijst naar een song van Bad Brains, die zelf verwezen hebben naar de film van Polanski. Great song, bad movie. Ik maak er overigens geen systeem van om boodschappen in songs te stoppen. “Execution style” zal vermoedelijk de meest absurde tekst uit de geschiedenis hebben. Onze koncerten zijn bedoeld om lol te hebben, niet om Heidegger te citeren. “
“My brother the cow” van Mudhoney is verschenen bij Reprise. De band koncerteert op 13/5 in zaal Corso, Leuven. Info en reservatie : (011) 40.25.42.
BILL
Daar heb je ‘m weer, workaholic N1 Bill Laswell. Samen met Nicholas James Bullen (van de Britse groep Scorn) heeft hij “Bass terror” (* * * Sub Rosa) volgebast : drie lange suites voor dat instrument. Laswell neemt daarbij de titeltrack voor zijn rekening : een warm, diepbruin, funky ambient opus. Ook Bullens twee werkjes beklijven. Laswell is ook terug te vinden bij de Golden Palominos die hun magistrale “Pure” hebben laten remixen door Bandulu en Thaemlitz en hertiteld tot “No Thought, No Breath, No Eyes, No Heart-The Pure Remix EP” (* * * Restless). Niet mis en iets dansbaarder dan de originele versie, maar wij blijven die de betere vinden.
Nog meer ambient : “Sonic Bloom Entropica Prolifica” (* * SSR) van Entropica, een festijn voor adepten van bliepjes in de chill out room. Roger Eno, broer van, heeft al een aantal intrigerende plaatjes bij elkaar gespeeld en “Lost in Translation” (* * * All Saints) is niet het minste. Verrassing : de man zingt. En niet zomaar : hij put uit de geschriften van Walthius Van Vlaanderen, een 14de-eeuwse teoloog/filozoof uit onze contreien. Dat impliceert onder andere Latijnse gezangen, klokken en andere reli-knipoogjes, naast minimalistische pianostukjes en pastorale soundtrack-sferen.
Roger Eno is een van de deelnemers aan “Future Perfect” (- All Saints), wederom een mooie staalkaart van het betreffende label. Andy Partridge/Harold Budd (piano-pracht), Brian Eno, Channel Light Vessel, de broze Kate St. John en de iets potiger Bill Nelson vervolledigen de cd met een kombinatie van oud en unreleased werk.
SOUP
“Layin’ low in the cut” (* * * * Prawn Song Records) van de multiraciale groep Alphabet Soup (wij vermoeden : uit San Francisco) is een indrukwekkend opus dat zich afspeelt op het snijpunt tussen hiphop en jazz. De ene keer slaat de slinger door naar pure hiphop en tast de band in zijn teksten niet alleen de maatschappij af, maar vooral zijn eigen plaats in de wereld en de geschiedenis van het zwarte volk. De raps zijn lekker relaxt en flowend, maar altijd to the point. De volgende keer primeren dan weer de instrumenten en in de langere tracks komt Alphabet Soup dicht in de buurt van acid jazz en zelfs jazz tout court, waarbij vooral de blazers swingen. Voedsel voor hoofd en benen.
KING
Op de derde track van “Thrak” (* * * Virgin) opent Adrian Belew zijn mond en weten wij plots weer waarom wij vroeger zo’n hekel hadden aan King Crimson : het gladde sympho-rock-werk waaraan Robert Fripp en de zijnen zich té wentelend aan plachten over te geven. En de douche die dan volgt, is ijskoud, niet in het minst omdat wij na de mini “Vrooom” zo’n hoge verwachtingen hadden. Soms is Belew pruimbaar : in de ijle, zachte, Beatleiaanse ballad “Walking on air” bijvoorbeeld en zeker in “Sex sleep eat drinkdream”, dat hij letterlijk uitschreeuwt. Maar van spullen als “Dinosaur” of “Inner garden” krijgen wij spontaan een aanval van darmaktiviteit. Dat is des te jammer, omdat in de instrumentale passages King Crimson de perfektie zelve is : met name de krolse bas (Tony Levin) en de stuwend gemepte drums, gestut door de gitaar van Fripp, zijn sterker dan gewapend beton. Zoals hij is, verdient deze cd drie sterren. Als je je cd-speler een beetje programmeert, kun je er een vijfsterrenmaaltijd van maken. Do it yourself !
NEDERLAND
Daryll-Ann is een Nederlands bandje dat van Virgin de kans krijgt in Engeland rustig te groeien. “Seaborne West” (* * * Hut Recordings) is misschien iets te braaf, maar heeft toch z’n mooie momenten : zachte gitaarrock met crooked country-referenties (fraaie pedal steel op “Holida why”). Overbodig : de cover van Carly Simons “You’re so vain”.
Helemaal overbodig : “Hunkeren” (Koch) van Allez Mama (lachwekkende Nederlandstalige zydeco en cajun) en “Schout bij nacht” (Phonogram) van Jan Rot (het zogenaamd betere levenslied).
Flophouse is eigenlijk een lo fi-orkestje uit San Francisco, maar vanwege geassisteerd door Bettie Serveert en opgenomen in Weesp met producer Frans Hagenaars, toch geadopteerde Nederlanders. “Upside down” (* * Brinkman) is een typisch plaatje voor dit label : afwisselend zachte en harde gitaren, benepen stemmetje, echo’s van Buffalo Tom. Behoorlijke subtoppers dus.
VERZAMELD
“De Afrekening 9” (* * Sony) is niet meteen het beste deeltje van de serie, maar bevat in dEUS, Ween, Channel Zero, Throwing Muses en Dinosaur Jr, onder andere, toch enkele aardigheden. Trip-hop is een benaming waar weinigen gelukkig mee zijn, vandaar de titel “This ain’t Trip Hop ? Part one” (* * * Moonshine) waarop een goeie staalkaart met Saint Etienne, de Dust Brothers en Skylab als uitschieters en de Portishead Remix van Paul Wellers “Wildwood” als zwakke broertje.
Met “Volume 13” (* * * * Rough Trade) wordt nog maar eens geïllustreerd dat deze kombinatie van boekje (met interviews, recensies, grapjes) en cd een van de boeiendste series around blijft. Ook op dit deeltje staat een mengeling van demo’s, onuitgegeven tracks en nieuw werk dat soms naderhand op een cd van betreffende band verschijnt. De variatie is mega, het avontuur meeslepend : Krispy 3, Whiteout, The Boo Radleys, Animals That Swim, Juliana Hatfield, Elcka, Interact, Throwing Muses, Kaliphz, Luscious Jackson (het uitstekende “Daddy”), Tribute to Nothing, The Flying Medallions, Nova Mob (nog een hoogtepunt), Done Lying Down, Rosa Mota, Edwyn Collins (verrassend knap), de semi-goddelijke Tindersticks, Radiohead, Velo Deluxe (sterk), Reverberation en Heather Nova.
KONCERTEN
Johnny Copeland Blues Band (3/5 De Kreun Bissegem), Larry Barrett (4/5 AB Bellevueclub Brussel), Christopher Cross (4/5 Théâtre 140 Brussel), Prophets of da City (4/5 Democrazy Gent), Eat Static (5/5 Fuse Brussel), The Prodigy (5/5 Vorst Nationaal), Ray Wylie Hubbard, The Coal Porters (6/5 AB Bellevueclub Brussel), Jungle Explosion (UK Apachi, Shy FX, Elisabeth Troy e.v.a. 6/5 Zaal PK Brussel), Simple Minds (6/5 Flanders Expo Gent), Bracket (7/5 Concordia Tongeren), Richard Buckner & Michael Hall Band (8/5 AB Bellevueclub Brussel), Master Drummers of Burundi (8/5 PVSK Brussel), Andy White (9/5 AB Bellevueclub Brussel), Billy Branch & the Sons of theBlues en Shirley Johnson (10/5 Banana Peel Ruiselede), De Draaiende Derwishen van Damascus (11/5 Elizabethzaal Antwerpen).
JACKY HUYS
Alphabet Soup : tussen jazz en hiphop.
Mudhoney : cynisme boven.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier