JAY McINERNEY Nu pas wil ik een lang en gelukkig leven

Anna Luyten Freelance journaliste

?Ik had niet eens gedacht dat ik de veertig zou halen.? De Amerikaanse cultauteur Jay McInerney is er nu 41. ?Als je geen kinderen hebt, is het makkelijk om de nihilist uit te hangen.?

Anna Luyten / Foto Kristien Buyse

Jaren geleden al werd de Amerikaanse schrijver Jay McInerney uitgeroepen tot dé portretschilder van de trendy jongeren die een rusteloos leven leiden in de grootstad. In zijn werk ontfermde hij zich over de ziel van de ontwortelde en ontheemde twintigers en dertigers in een getto van snel en vals geluk. Zijn personages waren een voor een antihelden die via wilde drugs en even wilde feestjes trachtten te ontkomen aan de erosie van hun dagelijks leven. Yuppies van de jaren tachtig.

Hij is er nu 41. ?Och, hoe was ik vroeger. Ik leefde in New York. Ik ging tot een gat in de nacht uit. Ik leefde op drugs en kicks. Je was dertig. Je had echt een te gekke tijd en tegelijkertijd voelde je je verlaten, verloren en verward. Ik aanbad dat zelfdestructieve leven. Na tien jaar de nachtclubs afgeschuimd te hebben, werd ik het beu. Voor mensen van twintig, dertig is het nog leuk. Maar eens je niet meer op zoek bent naar seks of naar iemand om mee door het leven te gaan, wordt het nachtclubleven saai. Ik trouwde met een schitterende vrouw. Ik leef nu een ander leven. Het is niet verwonderlijk dat dat in mijn laatste werk zo duidelijk wordt.? Met dat ?laatste werk? bedoelt McInerney zijn nieuwste roman The Last of the Savages, die in 1996 verscheen.

Onlangs was hij in Amsterdam om de vertaling De laatste der Savages voor te stellen. Op tien jaar tijd kan er veel veranderen. In 1984 verscheen McInerneys eerste roman Bright Lights, Big City. McInerney werd aangekondigd als de nieuwe Salinger. Zijn debuut werd zelfs verfilmd door James Bridges, met in de hoofdrol M.J. Fox. Het boek toont het hedonisme van een jonge New Yorker. Voortgestuwd door coke en drank en seks voeren zijn dagen hem van de ene kick naar de andere, een wandelgang met veel hoogtes en laagtes, die hem vooral zijn zwarte melancholie doet omzeilen. Grootstedelijkheid en uit de kluiten gewassen verlangen, dat waren de thema’s die die tachtigers-literatuur zo kenmerkten. Schrijvers als Norman Mailer en Raymond Carver droegen de jonge McInerney op handen. ? Ransom wordt nu ook verfilmd?, zegt McInerney. Dat is zijn tweede roman, die het verhaal vertelt van de ontheemde westerling in Japan, waar McInerney zelf een tijd verbleef. In zijn schitterende boek Story of My Life heeft hij het over de lotgevallen van Alison Poole, een soort tankgirl avant la lettre. Het meisje doolt met een teveel aan lust maar een gebrek aan liefde rond in het grote New York.

In 1992 verschijnt Brightness Falls, waarin de ondergang van New Yorkse dertigers en veertigers wordt beschreven. Hoofdfiguren zijn Corine en Russel Calloway. Zij is een stockbroker op Wall Street, hij is een redacteur bij een groot uitgevershuis. Russel wil het uitgevershuis overnemen en komt zo in het zakenleven terecht. Na de fameuze beurskrach (het boek speelt in 1987) stevent iedereen in de roman af op een financiële ondergang en een emotioneel failliet. Samen met Bret Easton Ellis, David Leavitt en Tama Janowitz vormde McInerney wat men de Brat Pack-generatie ging noemen. New York, jaren tachtig en yuppieverdriet waren hun ingrediënten. Sinds zijn (vierde) huwelijk met de juwelenontwerpster Helen Bransford woont McInerney halftijds in het landelijke Tennessee en halftijds in New York. ?Helen stamt uit een bekend aristocratisch geslacht uit Tennessee. Zij wilde in de buurt van Nashville wonen, ik wilde nog halftijds in de stad kunnen verblijven. Ik was wel blij dat ik kon verhuizen uit Manhattan, even ademruimte.?

D e laatste der Savages is van een heel andere soort. Twee vrienden, Will Savage en Patrick Keane, ontmoeten elkaar in 1965 als kamergenoten op een school in New England en sluiten een levenslange vriendschap. Twee tegengestelden zijn het. Patrick, de verteller van het boek, is de zoon van een eenvoudige verkoper. Hij past zich aan aan de gevestigde orde en de verwachtingen die aan hem gesteld worden. Hij beheerst zich in zijn kleurloos leven in grijs pak. Zijn vriend Will, een telg uit een rijke aristocratische familie uit het zuiden, stort zich in de sfeer van de jaren zestig en wordt een befaamde en beruchte platenproducer, begeesterd door de zwarte bluesmuziek en geestverruimende drugs, later religies. Hun vriendschap overleeft de tumultueuze periode tussen de hippe jaren zestig en de harde jaren tachtig. Pas na al die jaren zal de intussen getrouwde Patrick zijn vriend Will bekennen dat hij homo is. Persoonlijke trauma’s worden in het boek verweven met maatschappelijke problemen als racisme, standenmaatschappij, sekse en familie. Na het snelle leven in zijn eerdere boeken, maakt McInerney nu plaats voor geschiedenis en generatiebesef.

We praten over kinderen, over vermogensopbouw. Als we praten, wat minder voorkomt dan we zouden willen. De ingrijpende, vormende gebeurtenissen van ons leven liggen waarschijnlijk achter ons. Ik voor mij ben de turbulente emoties ontgroeid. Hoop ik. Bid ik. (De laatste der Savages. p. 311)

Wat is er veranderd in McInerneys bestaan ?

Jay McInerney : Het is vooral de geboorte van mijn kinderen geweest die mijn cynische wereldvisie aan het wankelen bracht. Tijdens het schrijven van het boek is mijn vader gestorven. Ik was halfweg toen mijn kinderen, een tweeling, geboren werden. De geboorte van die nieuwe generatie leek op een drama uit te lopen. Helen, mijn vrouw, die nu 47 is, en ik wilden al lang kinderen. Helen kreeg de ene miskraam na de andere. In-vitrofertilisatie en alle nieuwe wetenschappelijke voortplantingstechnieken hebben we geprobeerd. Bleek dat mijn vrouw geen kinderen kon baren. We vonden een surrogaatmoeder, een jonge vrouw die al twee gezonde kinderen had. Ze had het niet breed en ze wilde al jaren rechten gaan studeren. In ruil voor het draagmoederschap betaalden wij haar studies. (In haar baarmoeder werd een eitje van een vriendin van Helen ingeplant dat bevrucht werd door McInerneys zaadcellen.) Het was een erg radicale beslissing, maar het werkte. De artsen stonden er sceptisch tegenover, men opperde medische, genetische en morele bezwaren, maar men ging uiteindelijk akkoord. Mijn vrouw wilde echt kinderen hebben en ik wilde er niet graag adopteren. Ik wilde kinderen die verwant waren aan mij. Dus was dit de enige oplossing die ons restte.

Het voelt als man vreemd aan om je kinderen te laten dragen door een surrogaatmoeder. Het was belangrijk voor mij dat het niet haar eicel was die werd ingeplant, dat er geen biologische relatie was. Ik denk dat ik het daarom minder erg vond. Ik ben wel erg kwaad op haar geweest door wat volgde. De surrogaatmoeder had beloofd te stoppen met roken, maar deed dat niet. Ze kreeg gezondheidsproblemen. De baby’s werden geboren toen ze amper zes maanden oud waren. Het is de meest traumatische ervaring die ik in mijn leven heb gehad. Het is een mirakel dat zij nog leven. Ze wogen ieder amper 800 gram. Ik heb staan huilen bij hun bed. Als ik hun hoofd op de toppen van mijn vingers legde, reikte hun lichaam amper tot mijn pols. De oogleden van mijn zoon waren nog niet volledig ontwikkeld, ze hebben een stukje huid moeten transplanteren. Hun longen waren nog niet ontwikkeld. Mijn vrouw en ik hebben maanden in het ziekenhuis geleefd. De tweeling is nu twee jaar oud. We zijn erg gelukkig. Die gebeurtenis heeft mijn visie op leven en dood radicaal veranderd. Vroeger vond ik dat decadente leven in nachtclubs fantastisch. Ik dweepte met zelfdestructie. Ik vond dat het bij het schrijverschap hoorde. Tot je zo’n twee hummels vasthoudt en smeekt dat ze in leven zouden blijven. Het vaderschap heeft mijn leven meer diepgang gegeven.

Mis je je hang naar nihilisme en verderf ?

Je kan niet blijven schrijven over de romantische, verlopen, in de stad rondlopende jongeman als je ouder wordt. Jong en verward zijn en voortdurend op zoek gaan naar liefde, zoiets biedt een beperkt perspectief op de wereld. Het was een interessant uitgangspunt voor de jonge schrijver die ik was en voor mijn jonge lezers. De wereld bestond voor hen uit iemand waar ze verliefd op wilden worden of al waren. Geschiedenis, tijd, generaties, familieleven, dat zijn nu belangrijke dingen geworden in mijn schrijven.

Misschien is het familieleven een vervangmiddel.

Ik denk het wel. Gisteren had ik mijn vrouw aan de lijn. Ze vertelde dat de kinderen erg in de war waren. Mijn zoon vraagt alsmaar waar ik ben. Ik zit me hier nu echt schuldig te voelen. Alles veranderde met de komst van de kinderen. Het gebeurt geleidelijk : de manier waarop je naar de wereld kijkt, naar jezelf, de karrenvracht verantwoordelijkheid die je meekrijgt. Het is makkelijk om een nihilist te zijn, om roekeloos en zelfdestructief te zijn zolang je niet verantwoordelijk bent voor jonge kinderen. Het is vreemd. Ik had niet eens gedacht dat ik de veertig zou halen. Ik had nooit gedacht dat ik een geregeld leven zou leiden. Ik vond het niet eens erg om vroeg te sterven. Nu probeer ik heel hard om gezond te blijven. Nu pas wil ik een lang en gelukkig leven leiden.

God heeft ons het vermogen tot vriendschap gegeven omdat Hij Zich voor onze bloedverwanten wil excuseren. (De eerste woorden van De laatste der Savages)

Hoe zie je dat thema van de familie en de generatiestrijd in je nieuwe boek verankerd ?

Beide karakters uit het boek proberen hun familie te ontvluchten. Zowel Patrick als Will willen iemand anders zijn dan hun familie. Ze willen verschillen van hun vader. Ze lopen er weg van. Misschien ontsnappen ze wel een beetje, maar ik denk dat onze familie ons altijd in de ban blijft houden. De strijd tegen de vader is het belangrijkste gevecht dat zonen in hun leven moeten leveren.

De vaderstrijd, is dat iets dat je gemeenschappelijk hebt met Will ?

Ik heb hard moeten vechten tegen mijn vader. Hij was geen makkelijke man. Het grote verschil met Will is dat ik geen steenrijke vader had. Hij was een succesvol zakenman, wij hebben het altijd comfortabel gehad, maar wij waren niet rijk. Dat is een geluk geweest, want des te sterker je vader is, des te moeilijker is de strijd met hem. Als je vader filmster of miljonair is, is dat als een verschrikkelijke vloek op het leven van de zoon.

Mijn vader wilde dat ik anders was dan ik was. Hij wilde dat ik advocaat zou worden. Hij was woest toen ik besloot niet op zijn vraag in te gaan. Hij vond het schrijverschap verachtelijk. Mijn broers hebben zijn wensen wel ingewilligd. Zij zijn beiden zakenman.

Anderzijds was hij ook wel erg betrokken bij mijn werk, op een zwijgzame manier. Na zijn dood vond ik een enorme bibliotheek waarin hij in massa’s mappen artikels over mijn werk had verzameld. Zelfs de kleinste berichten in plaatselijke kranten had hij uitgeknipt, dingen die ik zelfs niet gelezen had. Op het einde van zijn leven heeft hij me bekend dat hij vond dat ik toch iets goeds aan de naam McInerney had bijgedragen. Ach. Zonen willen ondanks de vlucht van hun vader nog steeds dat hij trots op hen is.

Hoe belangrijk worden vriendschapsbanden in de strijd tegen het eigen bloed ?

Ook vriendschap is een substituut, de vriend een plaatsvervanger van de vader. In dit boek heb ik de mogelijkheden van zo’n mannenvriendschap willen exploreren. Ze heeft iets heel intiems. Mannen spreken nooit op een directe manier over hun gevoelens. Daarom krijg je een heleboel rituele aspecten in mannelijke vriendschap. Als je nooit spreekt over diepere dingen, moet je ze op een andere manier tonen. Dat vraagt een heel sterke band en veel vertrouwen. Je tast elkaar jarenlang af. Als zoiets mislukt, mondt het soms uit in fysiek geweld. Maar het is eerlijk. Mannen zijn nooit expliciet in hun vriendschappen. Ze lopen weg van emoties. Alleen in momenten van echte crisis tonen ze zich aan andere mannen.

Na je dertigste wordt het moeilijk om nieuwe, echte vrienden te maken. Het is belangrijk om een vriend te hebben die je kent van voor je volledig gevormd was. Daarom begint in dit boek de vriendschap tussen Patrick en Will op zo jonge leeftijd. Het is belangrijk voor Will om iemand te hebben die hem al kent van voor hij die gekke, machtige figuur werd die hij nu is. In mijn leven is dat ook zo. Mijn beste vrienden zijn mensen die ik ontmoette voor ik een succesvol, bekend schrijver werd.

Je schrijft : ?Later praatten we over de liefde, en over hoe moeilijk het was om vrouwen te begrijpen, hoeveel simpeler de liefde was tussen mannen als wijzelf. Het enige probleem is dat ik het niet met mannen wil doen.?

Ik voel me zelf niet fysiek aangetrokken tot mannen, maar ik denk wel dat sommige mannenvriendschappen inderdaad die geheime, erotische lading bezitten. Ik heb zelf vrienden gehad die dat soort aantrekkingskracht heel duidelijk naar mij toe voelden. Ze hadden sterkere gevoelens voor mij dan ik voor hen. Het is altijd moeilijk om daar mee om te gaan.

Het grote belang van mannenvriendschappen is voor mij dat het een van de weinige gebieden is in mijn leven waar ik niet te kampen heb met de complicatie van seksuele aantrekkingskracht. Ik hou van vrouwen. Ik zal ook eerder geneigd zijn om met vrouwen te praten dan met mannen. Maar mijn vriendschap met vrouwen wordt zo dikwijls belemmerd door die seksuele factor. Vroeg of laat lijkt de fysieke aantrekkingskracht tussen beide seksen toch altijd een probleempunt te worden. Of de ene voelt het niet en de andere voelt het wel. Of beiden voelen het, maar eigenlijk zouden ze het niet mogen voelen. In mannenvriendschappen moet ik me niet in bochten wringen om die factor te omzeilen. Dat is een enorme bevrijding.

In dit boek werk je niet alleen het thema vriendschap uit, maar ga je ook in op politieke items zoals slavernij en racisme.

Die thema’s zijn me mateloos gaan interesseren. Slavernij was het grote onderwerp dat Amerika in twee verdeelde. Men veronderstelde dat de burgeroorlog dat probleem zou oplossen, maar dat gebeurde niet. In de jaren zestig werd verondersteld dat de burgerrechten het schisma tussen zwart en blank zouden overbruggen. Ook dat lukte niet. Het meest interessante in dat opzicht is het recente O.J. Simpson-proces. Dat toonde duidelijk dat blank en zwart in Amerika nog steeds in twee verschillende landen leven. De meeste blanke mensen dachten dat Simpson schuldig was, de meeste zwarte mensen dachten dat hij onschuldig was. Voor blanken was dat een schok. Wij konden niet geloven dat de zwarten in zijn onschuld geloofden, de feiten waren overtuigend en overweldigend. Maar de zwarten bekeken die zaak op een heel andere manier. Wat zij zagen, was een lange geschiedenis waarin zwarten mishandeld werden door het wettelijk systeem. Het bewijst alleen maar hoe weinig vooruitgang we hebben geboekt.

Heeft je verhuis naar het zuiden er ook niets mee te maken ?

Als je in het zuiden bent, word je vanzelf gevoeliger voor die problemen. Er leven meer zwarten en de relatie tussen blank en zwart is er meer open. Ik heb nu ook in mijn persoonlijk leven veel meer te maken met zwarte mensen. Er is een zwart koppel dat bij ons in huis werkt. Zij werkten al jaren voor Helens familie. Toen haar ouders stierven, heeft zij ze bij ons opgenomen. Ze behoren echt tot de familie. Ik ken de hele familie nu vrij goed, de strijd die ze hebben gestreden. Ik word nu ook directer geconfronteerd met het probleem van racisme. Een van hun dochters was ziek. De dokters waren niet erg meelevend. Alsof zwarten minder zorgen moeten krijgen. Uiteindelijk zijn Helen en ik meegegaan en hebben we de dokters opgedragen haar ernstig te onderzoeken. Aan zulke gebeurtenissen kan ik mij mateloos ergeren.

Had jij als chroniqueur van de jaren tachtig graag tot de generatie van de jaren zestig behoord ?

Doodgraag. Ik was helaas te jong. Ik was negen in die tijd, maar ik heb wel die energie gevoeld en ook meegekregen. In die tijd was ik zo graag naar Woodstock gegaan. Ik vond dat allemaal zo opwindend. Free Love. Drugs. Het gevoel van revolutie dat in die jaren leefde. Er was zoveel hoop. Ik denk dat geen enkele generatie dat idee nog zo sterk heeft kunnen vertegenwoordigen. Er was een tijd dat mensen dachten dat Jim Morrison en Jimmy Hendrix de geheime sleutel tot de wereld bezaten. Dat zij een soort van boodschap verkondigden die ze verborgen in hun muziek. Dat gold voor de jaren zestig. Nu geldt de boodschap van de blues, de boodschap van het volledige verlangen, de wil om tot een spirituele hoogte en vrijheid op te klimmen.

Welke functie heeft de blues in je leven ?

De blues is de bron van alle rockmuziek, de gedachte dat men de wereld gaat veranderen. Muzikaal is dat waar alle muziek startte. Als ik ernaar luister, voel ik de passie, de puurheid van de emotie. Ze werd gemaakt door ex-slaven, door verdrukte mensen. Wills theorie is dat die muziek van verdrukte mensen al die verwrongen zielen kan vrijmaken. Daarom is het de muziek van nu. Wij zijn allemaal verdrukt. Ik denk dat blues heel authentiek is, heel puur. Je merkt dat mensen al die artificiële, commerciële rockmuziek beu zijn. Het is hun muziek niet meer. Je voelt geen ziel, geen spirit. Tien jaar geleden leek de blues dood. Nu heb je opnieuw die revival. Het is iets oprechts waar wij behoefte aan hebben. Te veel emoties in de popmuziek van de laatste jaren klonk vals. Blues is nog handgemaakte emotie. In de jaren negentig komt dat allemaal terug.

Men is rebel of men past zich aan, men is pionier in het Wilde Westen van het Amerikaanse nachtleven of men is een conventionele cel die is ingebed in het totalitaire organisme van de Amerikaanse samenleving, tegen wil en dank tot aanpassing gedoemd om te gedijen. Norman Mailer (motto van De laatste der Savages)

Het motto in je boek is een citaat uit Mailers essay over de Beat-cultuur ?The White Negro?. Wil je graag de White Negro zijn ?

Soms wel, ja. Een witte neger is een soort van buitenstaander. Ik heb me altijd zo gevoeld, iemand die moest vechten om aanvaard te worden. Mijn vader moest voor zijn werk altijd verhuizen. Ik groeide op in verschillende kleine stadjes in New England, Canada en Europa. Ik weet niet of ik dat nog altijd ben. Een witte neger is iemand die niet geaccepteerd wordt door de rest, iemand die de traditionele rollen niet aanvaardt. Het klink mij in de oren als een compliment. Daarom voel ik me ook meer verbonden met Will in het boek dan met Patrick. Ik wilde nooit doen wat van mij verwacht werd, en al evenmin dat symbool worden van die zogenaamde Brat Pack-generatie. Het is allemaal flauwekul.

Je nieuwste boek gaat opnieuw over New York.

Na drie jaar schrijven aan dit boek miste ik de omkleding van de stad. Ik denk dat mijn nieuwste boek, dat Model Behaviour zal heten, een soort reactie is op De laatste der Savages. Een sociale satire. De hoofdpersoon schrijft voor een glossy blad breed uitgesmeerde stukken over filmsterren en fotomodellen. Er zitten wel stukjes van mezelf in. Zo is er het fotomodel dat een relatie heeft met een van de hoofdpersonages. Plots verdwijnt ze. Mijn eerste vrouw, ook een model, is ook zo plots verdwenen. Maar het hoofdthema is die vreemde, weerzinwekkende cultus van de celebrity. Het is akelig om te zien hoe iedereen zo betrokken wil worden bij het domme leven van filmsterren en modellen. Wat is er zo boeiend aan de dagboeken van Madonna, waarvoor magazines rechten opeisen ? Er wordt een vals soort religiositeit gepredikt, met die figuren als nieuwe godheden. Met dat thema ga ik ook terug naar het heden. Dit is een verhaal over een jongen die dat allemaal verafschuwt.

Jay McInerney, De laatste der Savages, Meulenhoff, Amsterdam 1997.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content