Tim Voors een avonturier noemen is een understatement. Zijn laatste feat: een 5000 kilometer lange wandeltocht door de ruigste landschappen van Amerika, van Canada tot de Mexicaanse grens. Alleen, rugzak op de rug. ‘Het is geen pad voor doetjes.’
De Nederlander Tim Voors zou je kunnen omschrijven als een professioneel wandelaar. De afgelopen tien jaar heeft hij meer dan 25.000 kilometer te voet afgelegd, van de Japanse pelgrimspaden tot de Nieuw-Zeelandse vlaktes. Geen luxetochten met gidsen en bagagetransport, wel maandenlang wandelen met een rugzak vol ultralichte spullen, slapen onder de sterrenhemel en wassen in een beek. Over die tochten schreef hij al vijf wandelboeken, het meest recente, ‘De ultieme tocht’, ligt net in de winkel. Via zijn School of Dreams geeft hij workshops en lezingen om andere wandelaars op weg te helpen.
Aan kennis en ervaring geen gebrek dus, al stond hij niet zonder aarzelen aan de start van de Continental Divide Trail, een route die gemiddeld zo’n vijf maanden in beslag neemt en die hij grotendeels solo aflegde. Wandelpaden zijn slecht aangegeven, of simpelweg onbestaand. Er zijn verschillende etappes waarbij je dagenlang geen enkel dorp of bevoorradingspunt tegenkomt. Extreme weersomstandigheden en de aanwezigheid van grizzlyberen maken het plaatje compleet.
Wat trok je zo aan in de Continental Divide Trail?
‘Initieel helemaal niets. (lacht) Toen ik er voor het eerst over hoorde, voelde ik vooral angst. De Continental Divide Trail is niet voor doetjes. De tocht loopt van de Canadese tot de Mexicaanse grens. Je passeert onderweg vijf verschillende staten met een heel divers landschap. Van dichte bossen met haast onvindbare paden tot hoge bergen en een bloedhete woestijn: aan uitdaging geen gebrek. Op de koop toe waren er bloeddorstige grizzly’s en bijtgrage slangen rond. Voor mij stond de CDT min of meer gelijk aan het beklimmen van de Mount Everest, of een reis naar Mars. Een bijna onmogelijke missie, die ik ook niet meteen ambieerde.’

‘Toch begon het idee langzaam te groeien in mijn hoofd. In Europa leven wij een heel fijn en veilig bestaan. Je werkt hard, je zorgt voor je gezin, je spreekt af met vrienden… Heel leuk, maar ook een tikje saai. Ik heb een soort oerverlangen naar de eindeloze leegte en eindeloze hoeveelheid tijd die je hebt tijdens het wandelen. Op een gegeven moment is dat verlangen groter dan de angst. Het is een soort fuck-it-knop in mijn hoofd die alle bezorgdheden verdoezelt, een zeer efficiënt mechanisme om mezelf voor de gek te houden.’
Toch ben je niet impulsief vertrokken. De mentale voorbereiding nam zo’n vier jaar in beslag, inclusief verschillende angstexperimenten.
‘Voor vertrek moest ik afrekenen met twee concrete angsten. De eerste was de angst voor agressieve grizzlyberen. Die komen niet alleen op je eten af, maar ook achter jou aan. Mijn andere angst was blootgesteld zijn aan de onweren in de hoge bergen in Colorado. Aan beide zaken valt onderweg onmogelijk te ontsnappen, dus moest ik een manier vinden om ermee om te gaan.’
Zolang ik niet durfde te kamperen tussen wilde zwijnen was ik niet klaar om tussen beren te leven.
‘Ik heb ervoor gekozen om mijn moed langzaam op te bouwen door in het dagelijkse leven dingen te doen die ik spannend vond. In het voorjaar ging ik bijvoorbeeld buiten zwemmen met zwanen. Die beesten kunnen best territoriaal zijn, vooral als ze jongen hebben. Door dat elke dag te doen, leerde ik om heel voorzichtig en respectvol met die dieren om te gaan.’
‘Ik ben ook in mijn eentje gaan kamperen zonder tent op de Veluwe. Er lopen daar wilde zwijnen rond, maar zolang ik dat niet durfde was ik zeker niet klaar om wekenlang tussen de beren te leven. De menselijke geest past zich uitstekend aan de omstandigheden aan. Alles wat je oefent, wordt beter. Dat was ook in Amerika het geval. De eerste twee dagen was ik als de dood voor beren, maar na verloop van tijd werd ik rustiger.’
Heb je je ook fysiek voorbereid?
‘Ik heb een drukke kantoorbaan en ik woon in Nederland: veel bergen zijn daar niet te vinden. Ik train dus vooral tijdens de trail zelf. Een basisconditie is handig en het is slim om niet te snel te starten, maar het is een illusie om te denken dat je je op alles zult kunnen voorbereiden. Ongemak onderweg is normaal en je hebt altijd wel ergens pijn. Het is als een soort bal die door je lichaam rolt. Uiteraard moet je bij blessures naar een dokter, maar met rust en Ibuprofen kom je ook al een heel eind.

Ik ben onderweg wel vijf weken ziek geweest en dat was zwaar. Ik liep gewoon door, maar ik verloor alle goesting en moreel. Mijn romantische droom veranderde in een pijnlijke, natte wandeling. Ik wilde gewoon naar huis en heb overwogen om te stoppen. Met de nodige rust en antibiotica ben ik er weer bovenop geraakt.’
Je wandelde soms dagenlang zonder iemand tegen te komen. Hoe zorg je ervoor dat je veilig blijft?
‘Echte veiligheid is nooit gegarandeerd, maar dat geldt voor het hele leven. Ik draag wel een satellietapparaat bij me. Als ik een ongeluk heb, kan ik op een SOS-knop duwen en staat er binnen de vijf uur een reddingshelikopter bij me. Mijn familie kan me via die weg ook bereiken als er iets gebeurt. Het komt er onderweg gewoon op aan om je gezond verstand te gebruiken. Wacht tot je iemand tegenkomt voor je een gevaarlijke rivier oversteekt bijvoorbeeld. Of lift samen met iemand anders. Het allergrootste gevaar onderweg ben je zelf. Wees niet overmoedig, luister naar je lichaam en drink genoeg water.’
Welke landschappen onderweg zijn jou het meest bijgebleven?
‘Grote, open leegtes vind ik zelf het allerleukste. In New Mexico, waar de westerns zijn opgenomen, heb je veel van die cowboyachtige vlaktes. Heel indrukwekkend. Ook Yellowstone vond ik verbluffend. Je voelt daar echt hoe dun de aarde is, en hoeveel hitte eronder zit. Het borrelen van de kraters, de sterke zwavelgeur: uniek.’

Je zweert bij solotrektochten. Wat is er zo magisch aan alleen wandelen?
‘Alleen zijn wordt in onze maatschappij niet bepaald gepromoot, waardoor we het ook niet echt kennen. Dat is raar als je ziet hoe moeizaam vakanties met anderen soms verlopen. Vaak ben je na drie dagen al gek geworden van je reisgezelschap. Ook gezinsvakanties zijn vaak een drama. Niet voor niets piekt het aantal scheidingen na de zomervakantie. Samen reizen is overrated. Ik wilde ontdekken wat het betekent om alleen te zijn. Veel mensen zijn vooraf bang voor de verveling tijdens een solotocht, maar je kunt jezelf prima vermaken. Het geeft ook heel veel zelfvertrouwen om te weten dat je dat kunt. Mijn geest is mijn Netflix.
Veel mensen zijn bang voor de verveling tijdens een solotocht. Maar mijn geest is mijn Netflix.
Als je alleen reist, leg je gemakkelijker contact. Tijdens mijn avonturen heb ik vrienden voor het leven gemaakt. Vaak loop je min of meer dezelfde route als de mensen die je tegenkomt, waardoor je maanden aan een stuk met elkaar optrekt in uitdagende omstandigheden. Dat creëert een diepe vertrouwensband en een soort onvoorwaardelijke gastvrijheid, ook als je allang weer thuis bent. Ik heb vrienden in Nederland die ik al twintig jaar ken, maar aan wie ik amper zou durven te vragen of ik een nachtje op hun bank mag slapen. Bij mijn hikevrienden zou ik geen seconde twijfelen.’
‘Meer dan in de landschappen schuilt de magie van zo’n tocht in de vriendschappen onderweg. Uiteraard heb ik hier ook lieve collega’s en vrienden, maar tegelijk heeft iedereen het altijd heel druk en is het vechten voor een plaatsje in elkaars agenda. Onderweg heb je alle tijd om elkaar echt te leren kennen. Dat is zalvend voor de ziel.’
Je hebt een gezin met drie kinderen, maar toch ben je maandenlang op tocht vertrokken. Heb je daar lang voor moeten onderhandelen met je vrouw?
‘Dat is eigenlijk langzaam zo gegroeid. Tien jaar geleden, toen ons eerste kind tien werd, moedigde ik mijn vrouw aan om iets heel moois te gaan doen, helemaal voor zichzelf. Ze is toen in een maand tijd naar Santiago de Compostella gewandeld. Even later ben ik in mijn eentje naar Japan getrokken voor een pelgrimstocht langs de tempels. Dat is een beetje atypisch, maar wij begrijpen elkaar en vinden het allebei belangrijk om ook dingen alleen te ondernemen. Vooraf zorg ik dat er genoeg geld in de familiekas zit, zodat er daarover geen spanning is. En als er een probleem is, kom ik uiteraard naar huis.’

‘De lange wandeltochten hebben mijn relatie met mijn kinderen veranderd. Na mijn eerste reis ben ik gestart met microavonturen. Elke maand ga ik met elk kind apart iets doen. Shoppen in een andere stad, kamperen, het kan van alles zijn. Door dat jarenlang te blijven doen, heb ik nu een intense band met ieder van hen. Wandelen is geen magische truc die je hele leven in één ruk transformeert, toch hebben kleine veranderingen of ideetjes van onderweg op lange termijn een grote impact.’
Je omschrijft jezelf ook als een wandel-evangelist. Is wandelen een soort wondermedicijn?
‘Veel mensen hebben last van stress, relatieproblemen of geldzorgen. Wanneer die stress te overweldigend wordt, stappen ze naar een dokter of een therapeut. Dat zijn externe lapmiddelen, terwijl ik geloof dat je ook intern veel kunt oplossen. Die maandenlange wandelingen noemen we niet voor niets thru hikes. Je loopt letterlijk ergens doorheen en neemt de regie van je leven zelf in handen.’
‘Je zult je problemen tijdens het wandelen misschien niet oplossen, maar je gaat wel met minder problemen naar huis. Wandelen is eigenlijk een vorm van zelfliefde. Ik geloof echt dat het transformerende krachten heeft.’
Na zo’n maandenlange tocht moet je thuis wel weer gewoon je normale leventje oppikken. Is dat een moeilijk proces?
‘Veel hikers hebben last van post trail depression. Thuis wachten er verplichtingen. Je moet je weer aanpassen aan een veel hoger ritme. Dat kan mentaal wel even moeilijk zijn. Ik ben uiteraard heel dankbaar voor mijn vrouw en mijn gezin. Het is ook fijn om mijn werk opnieuw op te pikken. Het gevaarlijkste aan langeafstandswandelingen is dat er een groot risico is dat je over een jaar of twee opnieuw wilt vertrekken. Als je niet wilt dat je leven verandert, begin er dan vooral niet aan.’

Wat is volgens jou de beste instaproute voor mensen die er graag eens alleen op uit trekken, maar niet de tijd of het geld hebben om maandenlang weg te zijn?
‘De Fishermen’s Trail in Portugal is de perfecte instaproute voor beginners. De natuur is prachtig en het terrein is redelijk gemakkelijk. Je kunt het wandelpad in theorie gewoon op je tennisschoenen lopen. Het is geen Camino, het is wel een echt avontuur in de grillige natuur, dus wees erop voorbereid dat het weer kan omslaan. Er zijn onderweg genoeg dorpen waar je kunt overnachten als je niet wilt kamperen. Het is ook maar vier dagen, ideaal voor wie eens wil proeven.’
‘Mijn advies? Vertrek gewoon. Stop met uitstellen. Zodra je de knoop hebt doorgehakt, volgt de rest vanzelf. Het is oké om iets eng te vinden. Je angst mag meereizen, maar niet sturen.’
De ultieme tocht van Tim Voors is uit bij Fontaine uitgevers. Tim Voors geeft ook verschillende wandelworkshops. timvoors.nl.
Lees ook: Wandelen in Wallonië: 5 avontuurlijke tochten met prachtige uitzichten