Oslo heeft er een nieuwe trekpleister bij: het Munchmuseum
De skyline van Oslo oogt er helemaal anders door: de opening van het dertien verdiepingen tellende museum gewijd aan de Noorse schilder Edvard Munch.
De skyline van Oslo oogt er helemaal anders door: de opening van het dertien verdiepingen tellende en 57 meter hoge museum gewijd aan Edvard Munch, de Noorse schilder die wereldberoemd werd met ‘De Schreeuw’. Met 26.700 kunstwerken behoort het museum tot de grootste die gewijd zijn aan één kunstenaar. Het gloednieuwe museum vervangt het vroegere Munchmuseum dat twee kilometer verderop in Toyen was gevestigd en vier keer zo weinig ruimte bood.
De directeur van het nieuwe museum Stein Olav Henrichsen vertelt in de Guardian dat dit museum compleet anders zal zijn dan andere musea. Het heet dan ook officieel geen museum, maar simpelweg MUNCH dat in grote letters op het gebouw staat. Henrichsen belooft een vol programma met evenementen, optredens, schilderworkshops voor jong en oud en debatten die ervoor zullen zorgen dat het huis iedere dag van 10 uur in de ochtend tot 22 uur in de avond levendig zal zijn en ook de interesse van jongeren zal wekken. Ook de rooftopbar met prachtig zicht over het water zal de nodige bezoekers trekken.
Het museum is verdeeld in vijf thematische exposities waarin alle aspecten van de veelzijdige kunstenaar tot hun recht komen: van de reusachtige schilderijen zoals ‘De Zon’ uit 1909 dat acht meter lang is tot houtsnijwerken en foto’s gemaakt met een Kodakcamera. Daarnaast is er plaats voor wisselende tijdelijke exposities, te beginnen met de controversiële Britse kunstenares Tracey Emin.
Je wandelt ook letterlijk door het persoonlijke leven van de schilder omdat delen van zijn huis en atelier zijn nagebouwd in het museum. Je ziet er zelfs de beademingsapparatuur die Munch nodig had voor problemen met zijn longen.
Uiteraard is ook zijn bekendste werk, ‘De Schreeuw’ in het museum te zien: in drie verschillende versies. De vroegste en beroemdste versie van ‘De Schreeuw’ bezit het museum overigens niet. Dat is in handen van het Nationaal Museum eveneens in Oslo dat komende zomer in een gloednieuw gebouw de deuren zal openen.
De architecten Juan Herreros en Jens Richer van Estudio Herreros die het gebouw ontwierpen, kozen voor een bekleding met aluminium panelen die ervoor zorgen dat het museum er voortdurend anders uitziet door de wisselende lichtinval. Binnenin zorgden de architecten voor ruimtes die variëren in hoogte en grootte zodat ze optimaal benut kunnen worden voor alle kunstwerken. Bij de bouw is veel aandacht besteed aan energiebesparing en veel gebruik gemaakt van gerecycleerd materiaal.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier