Ontdek Namen: van slakkenfontein tot het Belgische Stonehenge
Citadellen, abdijen, kastelen, bossen, valleien, historie, cultuur, festivals… Zowel de stad als de provincie Namen biedt heel wat fraais.
De Maasvallei met haar pittoreske dorpen en stadjes is ongetwijfeld een van de mooiste toeristische troeven van de provincie Namen. Wie liever rustiger oorden opzoekt, vindt zijn gading in minder voor de hand liggende bestemmingen. Zoals het noorden van de provincie, in de richting van de valleien van Samber en Maas, met de imposante kasteelboerderijen van het Naamse Haspengouw. In Franc-Warêt zou het mooiste kasteel van de streek staan.
Typisch voor het gebied tussen Samber en Maas zijn de heuvels en bossen met oude abdijen en dorpen waar tussen mei en september militaire en folkloristische optochten plaatsvinden die teruggaan tot de Napoleontische tijd. Floreffe staat bekend voor zijn mooie abdij, terwijl Wépion synoniem is met lekkere aardbeien. Geen wonder dat deze streek ooit de moestuin van Namen werd genoemd.
Een heel ander landschap vertoont het Venengebied aan weerskanten van de Maas – in het oosten de Famenne, ten westen van de stroom de Fagne. Dit deel van de provincie valt op door zijn mooie dorpen en zijn typische kalkheuvels of tiennes.
In de herfst is de lucht hier doordrongen van de geur van de potée ardennaise, een streekgerecht op basis van kool, aardappelen, gerookt spek en hammetjes. In Mariembourg is de lokale specialiteit de escavèche de l’Eau Noire, een combinatie van forel, snoek en paling in een witte saus op basis van azijn en witte wijn. Natuurliefhebbers komen aan hun trekken in het natuurgebied van Roly.
Escargots en rombosses
De vallei van de Samson charmeert dan weer door haar typische huizen in kalksteen, maar ook de rivier zelf en de grotten zijn attracties. Het is een ideaal gebied om te voet, te paard of per fiets te verkennen. Dit is ook de streek van Marche-les-Dames, met alle verhalen rond de val van koning Albert I, en Thon, een van de mooiste dorpjes van Wallonië. Ook de prehistorische grotten van Goyet, waar diverse soorten vleermuizen huizen, zijn de moeite waard.
Culinaire specialiteiten van de vallei zijn onder meer rijsttaart en een leverpastei bereid op houtvuur. Ze staan vaak op het menu in lokale eetgelegenheden. Andenne is bekend voor zijn frangipanetaart.
Uiteraard heeft Namen-stad zijn eigen troeven. Vanop de citadel geniet je van een mooi uitzicht op de stad, de Samber en de Maas en het nog ongeschonden landschap rondom. Maar ook een wandeling door het oude centrum met zijn web van steegjes loont de moeite.
Dat de provinciehoofdstad een ‘slakkenfontein’ (rue de la Monnaie) heeft, is niet verwonderlijk, escargots vormen een basisingrediënt in veel bereidingen en de petits-gris de Namur zijn gewild in gastronomische restaurants. Ook zoetwatervissen zoals karper en baars spelen een belangrijke rol in de Naamse gastronomie. Bekende tussendoortjes zijn de rombosses of Naamse appelflappen, de baisers de Flawinne of zachte glazuurkoekjes, en Naamse madeleines.
Tien aanraders
1. Le Jardin de la Maison de la Culture in Namen
Tot voor kort was het nog een verwaarloosde plaats en helemaal niet in lijn met de oorspronkelijk ambities van zijn ontwerper, de gerenommeerde landschapsarchitect René Pechère. Dankzij het Europese project Lively Cities heeft het Jardin de la Maison de la Culture een tweede leven gekregen. Het wordt nu zelfs gezien als het mooiste terras van Namen. Ligstoelen, spelletjes voor kinderen, gratis wifi, verschillende animaties en foodtrucks voor de lunch: alles is aanwezig om meer gezelligheid in het stadscentrum te creëren.
‘De meeste groots aangelegde tuinen uit de achttiende eeuw dienden om de macht van de eigenaars te bevestigen. Anders is het met de tuinen van Annevoie. Ze zijn veel intimistischer en romantischer en werden aangelegd voor de familie. Uitgangspunt was het Franse formalisme, maar we vinden er ook Engelse invloeden in terug, en kenners zullen er zelfs verwijzingen naar Italiaanse tuinen in ontdekken.’ Dat zegt architect Jean-Noël Capart. Water vormt het hoofdthema in Annevoie. Het park telt wel 20 waterbekkens en een 50-tal stralen en fonteinen die al 250 jaar ononderbroken functioneren en wat Annevoie zo aantrekkelijk maakt is dat de waterstralen er zo natuurlijk uitzien.
3. Toeristische treintje L’Espérance
Tussen 31 maart en 30 september rijdt er een toeristisch treintje in Nismes. Je passeert de belangrijkste bezienswaardigheden in en rond Nismes waaronder de Fondry des Chiens. De Fondry is een doline, een komvormige put, die is ontstaan omdat hier in het verleden ijzererts werd gewonnen. Rondom de doline groeien allerlei soorten orchideeën op de kalkgraslanden en die trekken op hun beurt weer vlinders aan. Verder passeer je het het kasteel Licot en het kasteelpark en het plateau van Les Abannets.
4. Curiosa in Yvoir
Yvoir is een kleine gemeente op de linkeroever van de Maas. Naast de ruïnes van een middeleeuws fort en enkele zeventiende-eeuwse gebouwen staat Yvoir vooral bekend om zijn curiosa. Zo ligt tegenover het station het enige eiland in de Maas dat toeristisch uitgebaat wordt – de taverne en speeltuin verdienen een beurt – en kan je er de traditionele brouwerij de Bocq uit 1858 bezoeken.
5. Een paradijs voor pin-ups
In 2012 gooide het gezellige winkeltje Un p’tit coin de parapluie de deuren in Namen open. En dat ging zeker niet onopgemerkt voorbij. Murielle Lenglez, doctorandus kunstgeschiedenis en archeologie, wist wel dat ze een neus had voor de betere brocante, maar enkele vrienden moesten haar toch over de streep trekken.
Met mooie vintage, zoals stoffen uit de jaren vijftig, serviezen van Royal Boch, maar ook een verbluffende houten jukebox creëert ze een unieke atmosfeer. Ook chiné-decoratie, occasiehandtassen van Delvaux of (nieuwe) Engelse jurken in pure Mad Men-stijl kun je hier aantreffen. Een paradijsje voor pin-ups.
6. Kaas voor veeleisende fijnproevers
De mooiste kaas- en delicatessenwinkel van de provincie is La Petite Ferme. Damien en Sophie Avalosse-Rostenne staan achter de toog. Zij rijpen overwegend rauwmelkse Franse kazen van eerste kwaliteit.
De kaasmeester gaat zelf op zoek naar de beste producenten. Hij behaalde in 2006 de eerste prijs in de wedstrijd Beste Kaasmeester van België en werd in 2007 tweede in het kampioenschap voor Wereldkaasmeester. Het visitekaartje is een saint-félicien uit de Savoie; de kaas is zo romig dat hij zich met een lepeltje laat eten. Ook de brillat à la truffe valt in de smaak bij veeleisende fijnproevers. In La Petite Ferme ben je ook op het goede adres voor bijzondere vleeswaren.
7. Speelse en lichte gerechten in Cuisinémoi
Benoît Van den Branden en Cathérine Mathieu charmeren door een frisse kijk op kookkunst en door hun inzet. Hun restaurant Cuisinémoi huist in een oude opslagplaats van een antiquair. Vanuit de eetzaal kijk je via een glazen deur in de wijnkelder, die is uitgehouwen in de rots van de citadel. Op het dak van de bovengrondse kelder is de open keuken, waar Benoît kokkerelt. De kok leeft zijn creativiteit uit op de klassieke keuken en komt met speelse, lichte bereidingen, die jong en oud in vervoering brengen. Zijn spijskaart is beknopt en alle aandacht gaat naar de aantrekkelijk geprijsde menu’s.
8. Sensatie in Park Dinant Aventure
Sensatie verzekerd in dit klimpark in Dinant. Het achttien hectare grote park is gevestigd in een oude zandgroeve et zicht op de Lesse- en Maasvallei. Je kan er kiezen uit een groot aantal activiteiten. Je kan er een hoogteparcours afleggen, abseilen, op de rotsen klimmen, een ondergronds parcours, evenwichtsparcours of bouwparcours afleggen, paintballen of lasergamen.
9. In de buik van een rode krokodil
Les Lacs de l’Eau d’Heure is het de grootste merengebied in België, gedeeltelijk gelegen in Namen en gedeeltelijk in Henegouwen. Een unieke manier om deze kunstmatig aangelegde meren te ontdekken is aan boord van een rode krokodil. De krokodil komt helemaal uit Canada en kan de weg rijden en door het water varen. Je bezoekje begint met een grappig filmpje en onderweg word je in drie talen langs het parcours gegidst.
10. Stonehenge van België
Voor je ooit naar Carnac in Bretagne reist om er de menhirs te bewonderen of naar Stonehenge trekt in Engeland, hou dan toch even halt in Wéris, het mooie Waalse dorp waar je de oudste stenen monumenten van ons land ziet en met wat geluk ook druïden en wicca’s tegen het lijf loopt.
Als je het rustige dorpje Wéris nabij Durbuy binnenrijdt, ben je je niet bewust van de mysterieuze krachten die ervan uitgaan, want de talrijke steentijdmonumenten krijg je niet meteen te zien, wel wat bordjes die je verwijzen naar Maison des Mégalithes, een klein museum. De twee dolmens van Wéris liggen even buiten het dorp, de een ten noorden, de ander ten zuiden. Daarnaast zijn er de menhirs. ‘Dolmen komt van het Bretons. Dol betekent tafel en men steen, en hir betekent lang, een menhir is een lange steen. Het gaat dus om Keltische woorden, dat zorgt voor verwarring, want deze megalithische monumenten hebben eigenlijk niets te maken met de Kelten’, stelt Herman Clerinx, die een reputatie heeft verworven als auteur van journalistieke werken over archeologie.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier