In Zimbabwe bestrijden vrouwelijke rangers stropers én armoede
In Zimbabwe bindt een unieke vrouwelijke eenheid boswachters de strijd aan met stropers. Het Akashinga-team geeft kwetsbare vrouwen de kans om een carrière op te bouwen en tegelijk hun natuur te beschermen tegen stroperij.
Sharai Tunhira is uiterst geconcentreerd terwijl ze met haar patrouille – die volledig uit vrouwen bestaat – de oefeningen afwerkt. Elke vrouw is gewapend en klaar om een van de talrijke stropers te vatten die in deze Noord-Zimbabwaanse regio de wilde dieren bedreigen.
Ja, er kleven risico’s aan het werk, zegt Tunhira. Maar door zich aan te sluiten bij de eenheid heeft ze de kans gekregen om wilde dieren te beschermen en tegelijkertijd een behoorlijk inkomen te verdienen. En dat in een afgelegen gebied waar veel vrouwen moeite hebben om de eindjes aan elkaar te knopen.
“Hier blijf ik bezig en voel ik me sterk. Ik ben niet afhankelijk van een man om te overleven”, zegt de 25-jarige Tunhira. Zij sloot zich vorig jaar aan bij het team, na jarenlang de kost te hebben verdiend als schoonmaker en groenteverkoper.
De dapperen
Team Akashinga – ‘de dapperen’ in het Shona, een van de talen van Zimbabwe – transformeert het beeld van natuurbehoud. Het is de eerste gewapende anti-stroperseenheid van het land die uitsluitend uit vrouwen bestaat.
Dat is een zeldzaamheid in een door mannen gedomineerde sector. Amper een op de vijf boswachters in Afrika is vrouw, volgens een vragenlijst van het Wereldnatuurfonds uit 2016 onder 570 boswachters. Het continent kent slechts een handvol vrouwelijke eenheden, waaronder de Black Mambas in Zuid-Afrika en The Lionesses in Kenia.
Akashinga werd in 2017 opgericht door de Australische ex-commando Damien Mander en is sindsdien uitgegroeid tot een eenheid van tweehonderd zwaarbewapende rangers. Ze patrouilleren in acht reservaten in de Zambezi-vallei in Zimbabwe en Zambia, en thuis is van duizenden olifanten, leeuwen en cheeta’s.
Militair karakter
Akashinga maakt deel uit van de International Anti-Poaching Foundation (IAPF), een non-profit die Mander in 2009 oprichtte. Volgens IAPF richt de eenheid zich op de bescherming van wilde dieren door de gemeenschappen te betrekken bij het werk, bijvoorbeeld door sanitaire voorzieningen te verbeteren en banen te creëren.
Maar eenheden in militaire stijl, zoals Akashinga, zijn controversieel. Critici vinden dat gewapende rangers die gevechtstactieken gebruiken de lokale bewoners in natuurgebieden schaden en intimideren. Ze laten bovendien de grondoorzaken van stroperij ongemoeid.
Mander noemt de kritiek ‘niet meer actueel’: aanvankelijk richtte IAPF zich inderdaad vooral op de verdediging van het beschermde gebied, maar de organisatie is volgens hem steeds meer is opgeschoven richting het idee van natuurbehoud als een sociale kwestie, waarbij de gemeenschap wordt versterkt.
“Vroeger waren we extreem gericht op wetshandhaving. We hadden helikopters, drones en militaire uitrusting,” zegt hij. “Dat hebben we niet meer. Nu is het veel minder vijandig.”
Toch verdedigt hij het gebruik van semi-automatische wapens door de Akashinga-eenheid, gezien de reële dreiging van gewapende stropers. De vrouwen moeten op het ergste zijn voorbereid, vindt hij.
“Het zou onverantwoord de rangers, of het nu mannen of vrouwen zijn, niet trainen om de dreiging waarmee ze worden geconfronteerd het hoofd te bieden. Dan zouden we ze in gevaar brengen.”
Meer wilde dieren
Vrouwelijke rangers “werken over het algemeen de-escalerend”, zegt Mander. En teams die in de eigen gemeenschappen werken, bevorderen de relaties met de bewoners.
Volgens IAPF hebben Akashinga-rangers sinds 2017 meer dan driehonderd arrestaties verricht, zonder een schot te lossen. Ook hebben ze bijgedragen aan een afname van 80 procent van de olifantenstroperij in de Zambezi-vallei. Het aantal waarnemingen van wilde dieren is ondertussen met bijna 400 procent toegenomen.
De cijfers konden niet onafhankelijk worden geverifieerd, maar ambtenaar Ability Gandawa van het district Noord-Hurungwe zegt dat de waarnemingen van wilde dieren inderdaad zijn toegenomen. “Ik ben onder de indruk van hun inspanningen om de gemeenschap ervan te overtuigen niet op wilde dieren te jagen”, zegt hij.
Zimbabwe huist zo’n 80.000 olifanten, ongeveer een vijfde van het totaal van Afrika. De aantallen zijn de afgelopen jaren sterk gedaald, vooral door stroperij, illegale jacht en droogte.
Economische kansen
De voordelen voor de vrouwelijke boswachters, onder wie overlevenden van huiselijk geweld, kindbruiden en voortijdige schoolverlaters, zijn duidelijk: de rangers verdienen omgerekend tussen de 300 en 1.500 dollar per maand, een goed salaris in een land waar leraren gemiddeld 120 dollar per maand verdienen.
“Ik had nooit verwacht dat ik zo’n officiële baan zou hebben, aangezien de meeste banen voor geschoolde mensen zijn”, zegt Tunhira. Haar familie kon het zich niet veroorloven dat zij haar school afmaakte.
Margaret Darawanda van 24, een andere boswachter en alleenstaande moeder van een dochter van drie, herinnert zich het leven vóór de eenheid, toen ze afhankelijk was van haar moeder, die zelf ook weinig had. “Voor mij kwam deze kans toen ik die hard nodig had”, vertelt ze. “Ik kan nu voor mijn moeder, mijn kind en mijn gemeenschap zorgen.”
Mander zegt dat 95 procent van de Akashinga-rangers afkomstig is uit een straal van 20 kilometer rond het gebied dat ze beschermen, en dat hun salaris grotendeels lokaal wordt besteed. “We willen een baken van vooruitgang zijn in de natuurbeschermingssector”, zegt hij. “Met het idee dat Akashinga voor vrouwen een opstapje is naar verdere doelen in hun loopbaan.”
De IAPF wil Akashinga tegen 2026 laten groeien tot duizend rangers die samen twintig natuurreservaten beschermen.
Solidariteit
Verschillende vrouwen vertellen dat de eenheid hen een gevoel van solidariteit geeft, maar ook een veilige haven bood toen ze op de vlucht waren voor geweld of misbruik.
Zo vertelt Esther Goboza (22) dat zij bij het team solliciteerde om te ontsnappen aan een gewelddadig huwelijk. In een poging haar ervan te weerhouden ranger te worden, verbrandde haar man haar identiteitskaart – een vereiste voor de sollicitatie. “Ze gaven me toch de kans. Mijn man kwam zelfs naar het trainingskamp om me weg te halen, maar ik ben gebleven”, zegt Goboza, die inmiddels gescheiden is.
De 32-jarige Tracy Mukuni stopte met haar baan bij de politie om als trainer bij de eenheid te gaan werken, omdat ze andere werkende vrouwen wilde ondersteunen. “Het is mijn passie om andere vrouwen te helpen hun doelen te bereiken”, zegt ze. Ze geeft nu als sergeant-instructeur training in fitness, overlevingstactieken en ethiek.
“De rangers komen oog in oog te staan met gewapende, sterke stropers…”, zegt ze. “Deze vrouwen moeten dapper zijn en in staat de wilde dieren te beschermen. Daarvoor moeten ze ook voor elkaar zorgen.”
Dit artikel is oorspronkelijk verschenen bij IPS-partner Thomson Reuters News Foundation
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier