Op stap in Spanje: waarom vrouwelijke wandelclubs zo populair zijn

© Karen van Winkel

Het concept: 20.000 stappen per dag in de mooiste landschappen, van streekgerechten en lokale cultuur proeven, en dat alles onder vrouwen. Onze reporter stapte met Wandering Ladies van Sevilla naar Vejer de la Frontera.

Ik sluit aan bij een groep vrouwen van wie sommigen elkaar al kennen en anderen nog nobele onbekenden zijn, voor mij en elkaar. In de wijk Triana, dé flamencowijk van Sevilla, komt ons vanuit openstaande ramen het ritmische geklap van de lokale ‘klapschool’ tegemoet.

Al wandelend vormen we een lange rij vrouwen, allemaal met onze drinkbus van Wandering Ladies op zak, en het valt me meteen op hoe vlot er duo’s worden gevormd op het voetpad. Bij elke stop of rood licht switchen we organisch van gesprekspartner en nog voor we in het centrum aankomen, heb ik met de meeste vrouwen al wat woorden gewisseld. Iedereen lijkt snel te ontdooien. Een snelle scan van de groep leert me dat dit vrouwen zijn met een gevulde agenda. Ze zijn niet naar Spanje gekomen voor glitter en glamour. Pas na vier dagen kan ik echt benoemen wat ons bindt: we zijn uit op verwondering.

Liefdesverklaring

Wandelen zit sinds corona in de lift en wereldwijd zijn vrouwelijke wandelclubs een hype. Dat is niet onlogisch. Sommige clubs richten zich specifiek op vrouwen van kleur of op moslima’s, andere focussen op dames die houden van wildkamperen of hun wandeltechniek willen verbeteren. Allemaal dragen ze een veilig clangevoel, fysieke activiteit en camaraderie hoog in het vaandel.

In het geval van Wandering Ladies komt daar nog een fikse dosis Spaanse cultuur bij. De Belgische Liesbet Cools en Ilse Vanaken delen een grote passie voor hun tweede thuishaven, Andalusië, en zijn al jaren actief in de toeristische sector. De reizen die ze organiseren zijn één grote liefdesverklaring aan de streek en haar inwoners. Dankzij hun buitengewone research nemen ze ons mee naar plekken waar je als doorsneetoerist niet raakt.

De pracht en praal van Plaze de España in Sevilla © Getty Images

Diva op leeftijd

We steken de Guadalquivir over en wandelen richting Plaza de España, het meest betoverende restant van de Ibero-Amerikaanse expo in 1929. We passeren de universiteit en kuieren door de Joodse wijk om uit te komen bij de ster van de stad, de kathedraal. Een van de grootste gotische kerken ter wereld, waarvan de toren als minaret ooit onderdeel van een moskee was en nu een mooi voorbeeld vormt van religieuze inclusie.

Het is lunchtijd en dus vlijen we ons neer op de oevers van de Guadalquivir. We genieten van een voortreffelijke picknick onder verkoelende parasols, met een glas wijn en een streepje muziek. Dan krijgen we te horen dat we verwacht worden bij een lokale diva op leeftijd voor… een flamencoles.

Dat we allemaal jonger zijn dan de lesgeefster is bijzaak. Dolores steekt ons allemaal voorbij qua elegantie, conditie en attitude. De frustratie om aan een stelletje houterige noorderlingen een van de meest gracieuze dansen aan te leren, straalt van haar af, maar ze is koppig. Ze houdt ons bij de les en ik probeer vooral niet naar mijn collega-­dansers te kijken die er, eerlijk is eerlijk, niks van bakken. Maar we hebben plezier en na meer dan een uur klappen, stampen, draaien en zo arrogant mogelijk in het rond kijken, zijn we min of meer in staat om een dansje voor onszelf op te voeren. Hilariteit alom.

Spaanse apero

Het hotel waar we daarna heen gaan, beschikt over een heerlijk dakterras waar na een deugddoende douche de benen worden gestrekt, tapas worden besteld en het aperitief vlotjes binnengaat. Een Spaanse apero is bevorderlijk voor de cohesie in de groep en er wordt wat afgekletst. Na een passage langs de Setas, oftewel de gigantische houten paddenstoelen van Sevilla, duiken we een fijn restaurant in en genieten we van een menu dat Ilse en Liesbet met zorg uitkozen. Dat je zelfs niet hoeft na te denken over wat je wilt eten, is heerlijk bevrijdend. Het enige wat van ons verwacht wordt vanavond, is dat we elkaar leren kennen. Heel bijzonder hoe een onbekende groep vrouwen op de eerste avond al zo vertrouwd kan aanvoelen dat er plaats is voor een lach en een traan.

De duinen van het Boloniastrand © Getty Images

Elisabeth & Pepe

De volgende dag rijden we de stad uit om te gaan wandelen. We worden gedropt in een heuvelachtig landschap, tussen wijngaarden en palmbomen met een schitterend zicht op de uitlopers van Doñana, het grootste ecologische reservaat van Europa en Unesco Werelderfgoed sinds 1994. Dankzij die eretitels wandel je hier door pure, ongeschonden schoonheid. Op het terras van een spierwitte casita ontmoeten we de Spaanse Elisabeth. Ze reisde de wereld rond, maar ging uiteindelijk terug naar haar geboortestreek om die culinair te promoten. De wandeling die ons naar onze lunchplek brengt, loopt langs zonnebloemvelden en heuvels vol wijnranken. De kilometerslange wijnwandelroute is een kuitenbijter, maar resulteert in een mooie stappenscore nog voor ons middagmaal.

Het typische klimaat van deze streek levert de druivensoort palomina op. Ze krijgt haar eigenzinnige smaak dankzij het zilte klimaat van de Atlantische Oceaan en het zoete, drassige van de riviermonding van de Guadalquivir. Proeven van die lokale specialiteit doen we bij Pepe, de buurman van Elisabeth. De man van 88 leidt ons zijn huis binnen. Een doorsneehuis met achteraan een overdekte binnenplaats, met een vloer van aangestampte aarde. Aan de rechterkant: een nog grotere opslagplaats. Gezellig kun je het bezwaarlijk noemen.

Dan zwaait Pepe vol trots een dubbele metalen deur open en stappen we zijn bijzondere bodega binnen. Oude wijnvaten liggen deskundig opgestapeld, ertussen staan tafeltjes met overheerlijke lokale lekkernijen van Elisabeth. En de wijn, die vloeit rijkelijk. Pepe geniet zichtbaar van de vrouwelijke aandacht en blijft maar bijschenken. De smaak van zijn wijn neigt eerder naar een zachte sherry dan naar witte wijn, maar blendt perfect met de eenvoudige, lokale kost. Alles wat in zijn vaten zit is voor eigen gebruik, en de bolle buik van Pepe is er de stille getuige van.

Ontmoetingen

De vele ontmoetingen met locals die de liefde voor hun land en hun vak met vurige passie verdedigen, maken deze reis zo bijzonder. Het zijn momenten die je voor ­eeuwig in je hart draagt. We rijden door tot het prachtige, witte dorpje Vejer de la Frontera, met zijn steile straatjes, Moorse vibes en artistieke bewoners. We gooien de wandeloutfit in de was en trekken onze mooiste jurk aan om na een avondwandeling op het strand neer te strijken in een voormalige militaire kazerne die omgetoverd werd tot een buitengewoon restaurant. Met zicht op zee en de obligate zonsondergang kan de dag niet perfecter eindigen.

Lunch met tonijn in het dorpje Zahara de los Atunes © Karen Van Winkel

Tonijn en nog eens tonijn

Lokale gids Carlos neemt ons de volgende ochtend mee naar Bolonia, een van de laatste maagdelijke stranden in het zuiden van Spanje. Trekpleister is de ongerepte duin van tweehonderd meter breed en vijfhonderd meter lang. Het is een cardiowork-out, maar boven word je getrakteerd op een magnifiek uitzicht dat op een heldere dag reikt tot aan Tarifa. Aan de voet van de duin ligt de archeologische site Baelo Claudia, een goed bewaarde Romeinse stad. De inwoners beheersten de kunst van de tonijnvangst én zoutwinning en bereiden hier de beroemde vissaus garum.

De lunch kan vandaag niet anders dan in het teken staan van tonijn, dé lokale specialiteit die hier, dankzij strenge quota, duurzaam wordt gevangen. In het mooie dorpje Zahara de los Atunes schuiven we aan lange tafels aan, midden op straat. Tonijn in alle vormen en bereidingen wordt geserveerd. Met een frisse witte wijn erbij wordt het even stil aan tafel.

Terug in Vejer worden onze fysieke inspanningen beloond met een namiddag chillen in de plaatselijke hamam. Vejer is een rustig dorpje, het is er niet over de koppen lopen. Al is deze ene avond dé uitzondering van het jaar, la noche de las velas, of de nacht van de kaarsen. Duizenden kaarsen worden na zonsondergang aangestoken en alle andere verlichting blijft uit. Het resultaat: een dorp dat baadt in een feeëriek licht waar duizenden mensen op afkomen. We wringen ons door de mensenmassa richting Allesia, die ons hartelijk ontvangt in een eeuwenoud pand. Deze Braziliaanse kookt de sterren van de hemel, haalt tussen de gerechten graag haar salsamoves boven en maakt van vegan eten een feestje.

© Karen Van Winkel

Gewoon volgen

Op de vierde en laatste dag van onze trip leidt Carlos ons weer vakkundig langs ruige bergpassen, weidse vergezichten en indrukwekkende koeien met dito horens. Ze zijn hét inheemse runderras van Zuidwest-Spanje: la raza retinta. Prachtige beesten die je vooral terugvindt in Andalusië en Extremadura, waar ze graag in bossen met kruidige eikels en geurige kruiden rondlopen. Al durven ze soms tot op het strand te gaan. De blootstelling aan de zilte zeelucht en hun aardse dieet zou hun vlees kruiden en dankzij het lage vetpercentage is het zeer mals.

We passeren een paar stevige exemplaren vooraleer we aanschuiven in een eenvoudig restaurant waar het vlees van de koe de specialiteit is. Het moet gezegd: dit smaakt voortreffelijk. Je grilt je zelfgekozen stuk vlees naar wens aan je tafel. Het weidse zicht over de baai met de befaamde duin krijg je er gratis bij.

Wandeling door El Palomar, de grootste en oudste duiventil ter wereld. © Karen Van Winkel

Duiventil

Omdat we aan onze dagelijkse twintigduizend passen moeten komen, stappen we na de lunch nog een mooi pad af naar El Palomar. Onder een grote boom serveren Ilse en Liesbeth een fris glaasje cava en niets doet vermoeden dat achter een oud houten deurtje wat verderop de grootste en oudste duiventil ter wereld verstopt zit. Ooit kon je hier 7700 nesten aantreffen in een indrukwekkend bouwwerk. De duiven dienden indertijd als vers gevogelte op zeeschepen, de mest werd gebruikt voor tabaksplanten en als grondstof voor buskruit.

Terwijl de zon zich stilaan terugtrekt, krijgen we onder de boom post van Ilse en Liesbet. Voor iedereen schreven ze een mooie kaart met een persoonlijke boodschap. Na vier dagen samenzijn zijn we allemaal ontroerd en klinken we op een fabuleuze trip die we nooit zelf bij elkaar gepuzzeld hadden gekregen. Een van de vrouwen vat het goed samen: ‘Eindelijk eens niks moeten. Niks moeten plannen, niet moeten zorgen. Met niemand rekening hoeven te houden en gewoon kunnen volgen. Heerlijk.’

Alle info over deze vierdaagse en andere trips van 
Wandering Ladies vind je op wanderingladies.com

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content