De flamenco


Flamenco kan zeer verwarrend zijn voor wie de tijd niet neemt om zich te laten inwijden. Als in een taberna het geroezemoes verstilt en een donkere stem om aandacht vraagt, roept ook het hart van de toehoorder om uitleg.

Wat betekenen die Spaanse woorden, vaak maar half uitgesproken zoals gebruikelijk is in Andalusië? Wat vertellen die handen die ritmisch klappen alsof ze zelf instrumenten zijn? Flamencozangers kondigen aan wat ze zullen zingen. Een droevige buleria, een klagelijke siguiriya, of een opgewekte alegría. De gezichten en de handen van de zangers voegen kleur toe aan hun woorden.

De onderwerpen van vele liederen zijn eenzaam verlangen of onbeantwoorde liefde. Maar verkijk je niet op deze weemoed, want in de ogen van de muziekkunstenaars ligt het vuur van de hoop en de vechtlust. A pesar de todo. Ondanks alles.

Vaak is er een voor buitenlanders moeilijk vatbare intimiteit tussen cantaor (zanger) en publiek. Soms gaat het om gedeelde feestvreugde, soms om niets minder dan diepe achting voor de kunstenaar die zijn of haar gemoed lucht in de beslotenheid van een schemerige bar. En opgesloten in deze cirkel van sterke emoties ligt de echte duende, de knieval van de ziel.

Veel toeristen maken kennis met flamenco in restaurant Tablao El Arenal in Sevilla. De tablaos hebben de oude café-cantantes vervangen. Je vindt ze overal in de provincie. Op het programma steevast een greep uit het ruime aanbod van flamencostijlen. Er wordt virtuoze gitaar gebracht, sfeergevoelige zang en vlekkeloze dans. Soms overstijgt een artiest bijna argeloos deze commerciële flamenco en begint de maagdelijke toehoorder te vermoeden dat er meer moet zijn.

Ongeschonden tradities

Flamenco is vervlochten met de geschiedenis van Andalusië. De sporen van flamenco tekenen het straatbeeld. Niet alleen in de kleurige vitrines van oude magazijnen waar de opzichtige trajes de flamenco en waaiers worden verkocht. Ook de standbeelden van beroemde artiesten vertellen hun verhaal. Manolo Caracol in Sevilla, Terremoto in Jerez de la Frontera, Camarón in San Fernando nabij Cádiz.

De aangezichten van de helden van de flamenco mogen dan versteend zijn, hun muziek is dat zeker niet. Het zijn stille figuren zoals ze daar zitten op hun sokkel.

Helaas is het waar dat veel zigeuners in Andalusië er niet langer in slagen om de tradities ongeschonden in stand te houden. De ouderen zien met lede ogen toe hoe de nieuwe generaties het fatsoen van het hele volk te grabbel gooien.

Nogal wat jonge gitanos verkiezen drugs boven de fino die hun vaders drinken. Dit moedigt bezoekers wel eens aan tot een zekere vooringenomenheid die meer onrecht aandoet dan nodig is. Erger echter is de angst van flamencologen dat samen met de volksgebruiken ook de bronnen van flamenco zullen opdrogen.

Laat hun angst onterecht zijn. De honger naar passie in dit land zal de wortels van deze kunstvorm blijven voeden. Daar zijn genoeg indicaties voor. Nog elk jaar worden tijdens de semana santa voor Pasen, de pasos of de bijbelse taferelen met de smetteloze madonna’s en de vele versies van de lijdende Christus door de straten van de steden en dorpen van Andalusië gedragen.

En nog jaarlijks ontlokt dit aan uitermate getalenteerde mensen de diepvrome saetas, of religieuze gezangen die doordringen tot de ziel van zelfs de grootste ketters.

Flamenco is ook verbonden met de stierengevechten, met de toros bravos, met de vele rituelen die er verband mee houden. En met de talrijke ferias, de dorpskermissen waarvan de feria de abril in Sevilla de meest spectaculaire is. De Andalusiër die niet ten minste één van deze diepgewortelde tradities daadwerkelijk in ere helpt te houden, moet nog geboren worden.

Bron: Weekend Knack

Foto: Epa

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content