Geschiedenis

Tot op de dag van vandaag zijn archeologen er niet achter wat precies de functie was van Machu Picchu en waarom de stad plotseling verlaten werd. Feit is dat de Spanjaarden de ontoegankelijke stad nooit gezien hebben en daaraan danken we het overleven van Machu PIcchu.

Machu Picchu werd waarschijnlijk gebouwd rond 1450 ten tijde van de Inca heerser Pachacutec. Hoe de Inca’s dat precies gedaan hebben weten we ook niet. Ze gebruikten geen lastdieren om de loodzware stenen te dragen, geen ijzeren instrumenten en geen cement. Toch staan de rotsblokken bijzonder stevig op elkaar en zit er amper een paar millimeters ruimte tussen.

Pachacutec stond bekend om zijn militaire kwaliteiten (hij versloeg de rivaliserende Chancas en begon met de uitbreiding van het Inca-rijk) en zijn religieuze en spirituele interesses. Veel archeologen denken dat Pachacutec Machu Picchu liet bouwen als een soort veilige plaats voor de aristocraten en zijn familie. De gewone Inca’s mochten bijvoorbeeld de Inca Trail niet betreden omdat Machu Picchu een militair geheim was.

Waarschijnlijk koos Pachacutec deze ontoegankelijke plaats omdat het de perfecte locatie is om de bewegingen van de zon en sterren te observeren. De Inca’s, die volledig in harmonie met Moeder Aarde wilden leven, beschouwden de hemellichamen immers als Goden. Bovendien was de plaats goed te verdedigen tegen mogelijke invallen.

Uit opgravingen leiden archeologen af dat er ongeveer 1000 mensen in Machu Picchu woonden en dat gedurende drie generaties. Machu Picchu werd dus zo’n 100 jaar bewoond, maar waarom de inwoners plotseling verdwenen is een raadsel. Er zijn verschillende theorieën in omloop.

Zo is het mogelijk dat er een epidemie uitbrak wat in die tijd geregeld gebeurde. Een andere mogelijkheid is dat Machu Picchu werd ontruimd en gesloten na de dood van de heerser, maar dat lijkt onwaarschijnlijk omdat er bewijzen zijn van drie generaties inwoners. Een derde theorie is dat een groep Amazone Indianen, de Antis, Machu Picchu innamen en de bevolking uitroeiden.

Ongekende leegroof

Hoe dan ook, rond 1550 werd Machu Picchu verlaten om pas vier eeuwen later opnieuw ontdekt te worden. In de tussentijd wonen er wel lokale boeren, maar doordat de site volledig overgroeid is hebben ze geen idee van de verborgen schat onder hun voeten.

Officieel heet de Amerikaanse Yale professor Hiram Bingham de ontdekker te zijn. Op 24 juli 1911 bereikt hij, na een tip van de rector van de universiteit van Cuzco, de verborgen stad.

Maar tien jaar eerder hadden Enrique Palma, Gabino Sanchez en Agustin Lizarraga al voet gezet in Machu Picchu. Op 14 juli 1901 krasten zij immers hun namen in de rotsen. Waarschijnlijk is het belang van hun ontdekking toen niet tot ze doorgedrongen.

Recentelijk bleek dat Machu Picchu zelfs nog eerder ontdekt werd en wel door de Duitse goudzoeker Augusto Berns die in 1867 heel wat kostbaarheden verkocht aan Europese musea, overigens met toestemming van de Peruaanse regering.

Ook Bingham, die eigenlijk op zoek was naar Vitcos, de laatste hoofdstad van de Inca’s die rebelleerden tegen de Spanjaarden, had niet meteen door wat hij gevonden had. Maar nadat hij en zijn begeleiders de struiken weggehakt hadden, was hij ervan overtuigd Vitcos gevonden te hebben.

Bingham verricht daarna gedurende vijf jaar onderzoek in Machu Picchu en neemt 46.000 gevonden voorwerpen mee naar Yale University, een ongekende leefroof. Tot op de dag van vandaag strijden Yale en Peru over de eigendom van die opgravingen. Zie het artikel ‘Peru strijdt met Yale over Machu Picchu‘.

Het Museum in Machu Picchu en het Archeologisch Museum in Cuzco bezitten vrijwel geen archeologische vondsten. Die zijn enkel te bezichtigen in het Yale Peabody Museum.

Machu Picchu staat sinds 1983 op de Werelderfgoedlijst van Unesco en werd in 2007 verkozen tot één van de Zeven Nieuwe Wereldwonderen. Unesco vindt het niet nodig om de Incastad op de lijst van bedreigde monumenten te plaatsen. Zie het artikel ‘Machu Picchu geen bedreigd monument‘.