Libië
Libië herbergt niet enkel ’s werelds grootste industriële pijplijn, maar vooral ook een schat aan archeologische sites. Wie moeite doet om ze te ontdekken, wordt gastvrij onthaald.
Het zuiden van Libië dat aan Algerije, Tjsaad en Egypte grenst, wordt voor het grootste deel door de Sahara ingenomen, in al haar grillige verschijningsvormen. Daar verheft zich het Acacousgebergte met zijn vele rotstekeningen, en daar liggen heuse woestijnmeren.
Ghat ligt op een kruispunt van handelswegen en is Libiës meest zuidwestelijke stad. De aanwezigheid van water, palmbomen en hun schaduw maakt de oase oeroud. Op veertig kilometer van Ghat doemt uit een tapijt van zwart grind en oranje zand de rotswand van Djebel Idinen op.
De 1400 meter hoge berg is een van de plaatsen waar de Toearegs, de nomaden van de Sahara nooit komen: volgens hen is dit Caf Al Djenoun, de grot van boze geesten die dreigende geluiden laten horen voor wie te dicht nadert.
In het noorden op een uurtje rijden van de Tunesische grens stap je in Sabratah door een desolate oase van kalmte, met zacht invallend licht en helemaal geen bezoek.
Tegen de achtergrond van de staalblauwe Middellandse Zee stap je door een idyllisch kader waar je uren kan slenteren of luisteren naar de stilte. Of je kan de planken van de scène van het intacte theater beklimmen.
Leptis Magna
Zelfs de meest onverschillige bezoeker wordt geraakt door de levensechtheid van het kader dat zich in Leptis Magna aandient, de meest intacte Romeinse stad uit het Middellandse-Zeegebied, een uur rijden ten oosten van Tripoli.
Deze stad kwam onder het bewind van Septimus Severus (193-211) tot grote bloei, en telde tussen 60.000 en 80.000 inwoners. De rest van het verhaal vertoont enige gelijkenis met het lot van Brugge in de middeleeuwen: de verzanding van de haven luidde het verval in, de meningsverschillen tussen de stammen deden de rest, en met de inval van de Vandalen in 455 werd het lot van de nederzetting definitief bezegeld.
In de elfde eeuw nam de natuur bezit van de stad, die geheel onder het zand verdween. Een geluk bij een ongeluk, zou later blijken. Acht eeuwen later vonden Italiaanse archeologen een behoorlijk deel van Leptis Magna min of meer intact terug.
Verlaten
Wie om de triomfboog van Septimus Severus loopt, staat snel oog in oog met de goedbewaarde baden van Hadrianus. Even verder word je overweldigd door de aanblik van het forum van 100 op 60 meter, waar gigantische Medusa- en Nereide-hoofden de bezoeker in de ogen kijken, de slangen los in het haar.
Een kilometer meer naar het westen rust één van de grootste circussen uit de Romeinse periode. Je kan je hier met enige verbeelding en aan de hand van de vele straten en gebouwen het leven van een wereldstad 18 eeuwen geleden voor de geest halen.
Grieks juweel
Maar er is nog zoveel meer: vanuit Benghazi, een uur vliegen van Tripoli, kom je per auto gemakkelijk in Cyrene, het bestbewaarde Griekse juweel. Onderweg passeer je dan het kleine museum van Qasr Libya. Binnen wachten tegen de muren 50 schitterende mozaïeken van 60 op 60 centimeter, afbeeldingen van vissen, grazende stieren, riviergoden en krabben in zeer levendige kleuren.
Tripoli
De hoofdstad Tripoli werd in de zevende eeuw voor Christus gesticht door de Phoeniciërs. Het oude centrum, de medina, ademt nog de sfeer van vervlogen tijden. Het Assaraya al-Hamra (Rode kasteel), een kastelencomplex met verschillende binnenplaatsen, fonteinen en standbeelden, domineert het gezicht van de stad.
Andere bezienswaardigheden in Tripoli zijn de Gurgi en Karamanli moskeeën met hun prachtig versierde interieur, de Bazaar waar je terecht kan voor traditionele Libische kunstartikelen en het nationale museum van Libië, het Jamahiriya Museum.
Kunstwerk in de woestijn
De zo goed als uitgestorven woestijnstad Ghadames oogt als een kunstwerk van bijna verdwenen tradities. De oude stad wordt nog slechts door één familie bewoond. De overbouwde, witte straten bestaan nog wel, maar ogen verlaten. Sommige huizen zijn geheel of gedeeltelijk ingestort, maar overal liggen tradities begraven.
In tijden van ecologisch getater doet het deugd te horen hoe men in de woestijn met zo goed als niets overleeft, uit noodzaak welteverstaan. Uiteindelijk hield een oase als Ghadames stand met zand, water, en het hout en de vruchten van de dadelpalmen.
Bron: Weekend Knack
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier