Duurzaam accessoirelabel ‘Be the fibre’: ‘Onze stoffen kunnen tot vier keer toe gerecycleerd worden’
De ecologische voetafdruk van de textielindustrie is al jaren een werkpuntje. Met accessoirelabel Be the fibre toont Kathleen Geysen samen met haar collega Suzanne De Strooper hoe het ook duurzamer kan.
Jullie zetten met Be the fibre in op circulariteit.
Kathleen Geysen: ‘Be the fibre is een initiatief van Wereld Missie Hulp (WMH). In hun rode kledingcontainers kunnen mensen hun oude kledingstukken kwijt. Er komt echter al te vaak niet-bruikbaar textiel in de containers terecht, zoals gescheurde of gerafelde T-shirts. De textielindustrie is een van de meest vervuilende industrieën ter wereld en onze grondstoffen worden overal schaars. Daarom zochten we een oplossing waarbij we de grondstof opnieuw kunnen inzetten, als een circulaire lijn. Tijdens dit proces worden de stoffen vervezeld en opnieuw tot een draad gesponnen. Op die manier kunnen we van oud textiel een nieuwe grondstof maken. De opbrengst gaat integraal naar ontwikkelingssamenwerking.’
Wat is volgens jullie het belangrijkste voordeel van dit proces?
‘Het is heel duurzaam. Onze stoffen kunnen tot vier keer toe gerecycleerd worden, daarna is de vezel te kort. Als dat het geval is, kun je geen sterke stof meer verkrijgen, maar je kunt er nog wel non-woven stoffen mee produceren. Ook het laagwaardige textiel dat niet geschikt is voor de circulaire stoffen wordt hiervoor gebruikt. Daar maken we dan verschillende toepassingen mee, zoals onze onderleggers. Je kunt het proces dus steeds blijven herhalen.’
Hoe zien jullie het label in de toekomst evolueren?
‘Op dit moment zijn onze accessoires verkrijgbaar via onze webshop en in duurzame conceptstores in België. Ons doel is om de collectie ook in andere Europese landen verkrijgbaar te maken en die eventueel met een kledinglijn uit te breiden. Daarnaast hopen we dat ons verhaal als inspiratie kan dienen voor andere circulaire initiatieven.’
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier