Het Wisterium in Beerlegem: een unieke tuin met meer dan 100 verschillende blauweregens
In de Vlaamse Ardennen ligt een tuin met een unieke collectie blauweregen. Welkom in het ‘Wisterium’ van Philippine d’Ursel en Marc Libert. “Weinig mensen weten dat er zoveel variatie bestaat.”
Eerst en vooral iets rechtzetten: een blauwe–regen is niet blauw. ‘Purple rain’ is een iets betere naam. Al zong Prince niet over de wisteriaplant, maar – metaforisch – over de hemel. Hemels is het alleszins in het Wisterium van Hubert en Philippine d’Ursel. Tussen midden april en half juni voel je je prinsheerlijk in een hemels paradijs van paarse, maar ook witte, roze en lila wisteria’s.
Terwijl haar man Hubert d’Ursel kunstverzamelaars adviseert, heeft Phillipine d’Ursel in Beerlegem een collectie met tweehonderd blauweregens in haar tuin, goed voor meer dan honderd verschillende types. Die zijn allemaal in vijftien jaar tijd verzameld door haar en vooral Marc Libert, collectiehouder aan de Gentse universitaire plantentuin. Een zuidvleugel van de kasteeltuin is exclusief gereserveerd voor de wisteria’s. Ook al is de collectie niet toegankelijk voor het grote publiek, toch komen plantenexperts van over de hele wereld naar de unieke verzameling in de Zwalmstreek kijken.
De ultieme tuinfoto
“Een wandeling in het Wisterium is vergelijkbaar met in een museum rondlopen. Zelfs al weet je weinig van het onderwerp, toch kun je intens genieten van de schoonheid”, zegt graaf Hubert d’Ursel. “De collectie is een mix van esthetiek en wetenschap”, preciseert Marc Libert. “De tuin is opgedeeld in ‘kamers’ volgens soort en volgens kleur. Het gaat hier niet alleen over zeldzaamheid, maar over volledigheid. Vandaar dat hier ook heel courante types staan. Maar evengoed recente cultivars, die soms nauwelijks van elkaar te onderscheiden zijn. We willen zo veel mogelijk selecties in de collectie. Sommige verzamelaars zetten hun planten netjes in strakke rijen. Maar hier hebben we geprobeerd er ook een mooie tuin van te maken.”
Anders dan in de kunstwereld schermen verzamelaars hun collectie niet af. Zeldzame planten moeten circuleren: hoe meer ze verspreid raken, hoe meer kans dat ze blijven bestaan.
Veruit het fotogeniekst is de begraasde dijk midden in de kasteelvijver. Op die sprookjesachtige laan installeerden Philippine en Marc geen obligate pergola. Wel een serie ranke metalen staketsels, waarop fantastische ‘Kuchi-beni’ – lichtroze wisteria’s – groeien. Nog een kanshebber voor de ultieme tuinfoto: de Japanse pergola (fujidana) met zijn ‘gordijn’ van ‘wisteria floribunda multijuga’, de variant met de langste bloeiwijze. In die Japanse hoek van de tuin groeien nog tientallen andere varianten. Gaande van romig wit tot donkerpaars. Met trossen van twintig centimeter tot 1,20 meter lang. “Een van de grootste wisteria’s ter wereld staat in Japan”, weet Libert. “Het is een boom van honderdvijftig jaar oud. De kruin bedekt intussen zo’n tweeduizend vierkante meter. Hoe mooi die ook is, ik streef niet naar zulke mastodonten. Geef mij maar veelheid in plaats van zo’n formaat.”
Geen betere plek
Voor Libert was de kasteeltuin van graaf en gravin d’Ursel niks minder dan een godsgeschenk. “Ik heb thuis ook een verzameltuin. Maar omdat mijn privéverzameling wisteria’s wat uit de hand liep, zocht ik naar een locatie om die verder te zetten”, zegt hij. Via de familie De Belder, de grondleggers van het Arboretum in Kalmthout, kreeg hij de tip om collectieasiel aan te vragen bij de familie d’Ursel. En dat viel daar in goede teelaarde. “Toen ik er in de ongebruikte ’petit potager’ kwam, wist ik: this is it. Ik kon me geen betere plek voorstellen. Mijn wisteriapassie heeft een thuis gevonden bij een even grote plantenliefhebber als ik”, zegt hij.
Het klinkt onwaarschijnlijk, maar de kiem voor Liberts collectie lag in het megatuincentrum Floralux in Dadizele, of all places. “Veel mensen komen daar om planten te kopen. Veertig jaar geleden kwam ik er vooral omdat ze veel nieuwe plantensoorten aanboden, die nog niet courant gebruikt werden door tuinarchitecten. Je kon er echt ontdekkingen doen. Zo zag ik er lang geleden een kleine bonsai-wisteria staan. Een prachtig boompje, maar ik merkte dat het blad en de knoppen anders waren dan wat ik al kende. Die variëteit prikkelde mij. Pas veel later, toen ik me gespecialiseerd had in blauweregens, kon ik de plant determineren als een wisteria brachybotrys.”
Levende plantgeschiedenis
Het Wisterium in Beerlegem is uniek. Veel concurrentie hebben ze niet: er zijn maar weinig wisteriacollecties in de wereld. Zeker als je vergelijkt met het aantal rozentuinen. “Dat is best vreemd, want iedereen weet wat een blauweregen is. Het is een geliefde plant en toch weten weinig mensen dat er zoveel variatie in bestaat”, zegt Libert. “Voor mij zijn wisteria’s een perfect verzameldomein: beheersbaar en afgebakend.” Dat is ook hoe de blauweregens eruitzien, die bij d’Ursel op de tuinmuren groeien: afgezonderd en strak gesnoeid. “Behalve snoeien en aanbinden heb je eigenlijk niet zoveel werk met die planten. Maar vergeet niet dat het moordenaars zijn: in toom houden is het allerbelangrijkste. Als we deze tuin hier drie jaar onaangeroerd zouden laten, zou het één kluwen worden van verstrengelde planten. Heel mooi waarschijnlijk, maar in een verzameltuin is het toch de bedoeling om de planten te isoleren.” Begrijpelijk vanuit botanisch oogpunt, want de collectie bevat ook enkele waardevolle, historische planten. Zoals de originele wisteria sinensis, de eerste geïmporteerde blauweregen ooit uit China. Of de eerste ingevoerde Japanse soort, afkomstig uit de negentiende-eeuwse Von Sieboldcollectie, waarvan we via de Hortus Leiden een ent hebben gekregen. Levende plantgeschiedenis is dat.”
Freaks en plant hunters
Libert en d’Ursel hebben een wereldwijd vertakt netwerk van liefhebbers die zaden of enten van wisteria’s opsturen. “Tot vorig jaar had ik een goed contact met Yu Liangliang, een Chinese wisteriafreak die me af en toe interessante zaden bezorgde. Zeven variëteiten heeft hij tot nog toe binnengebracht. In Japan onderhouden we goede contacten met plant hunter Mikinori Ogisu, die zelfs nog op zoek gaat naar wisteriavarianten in het wild. Hij stuurt weleens enthout op, bijvoorbeeld van deze pastelkleurige wisteria brachybotrys ‘Samaya’. Zo vullen we de collectie elk jaar verder aan”, zegt Libert.
Hoewel de blauweregen al sinds 1700 gekend was onder plantenliefhebbers, was er nooit een hype zoals de tulpomanie in de Gouden Eeuw. En ook nu vallen de prijzen voor enten en planten best mee. “In het clubje van plantenverzamelaars gaat alles via via. Het lastigst is om planten uit Nieuw-Zeeland of Australië tot hier te krijgen. Daar hebben we nog geen plaatselijk contact. Maar anders dan in de kunstwereld schermen mensen hun plantencollectie niet af. Onder verzamelaars wordt net veel uitgewisseld. Zeldzame planten moeten vooral circuleren. Want hoe meer ze verspreid raken, hoe meer kans dat ze blijven bestaan.”
In de tuin is één blauweregenselectie genoemd naar Laetitia, de dochter van Philippine en Hubert d’Ursel. En Marc Libert doopte een andere ‘Soleil.’ “Ik deed de vondst heel toevallig in Waasmunster”, zegt hij. “Ik reed langs een huis met een mooie gevelplant. Een roos met een koperkleurig blad, dacht ik eerst. Maar toen ik er nog eens voorbijreed, bleek het om een prachtige Chinese wisteria met oranjekleurig blad te gaan: een onderstam die doorgeschoten was. Ik had het genoegen om die vondst een naam te geven.”
In de wachtkamer
In de tuin groeien lang niet alle wisteria’s tegen de kasteelmuur. Sommige zijn vrijstaand, andere klimmen op een pergola, op een balustrade of op houten balken, aan de rand van de vijver. “Maar de planten die op de muur klimmen, bloeien wel het vroegst van allemaal. Puur door de warmte van die bakstenen”, zegt Libert. “Vrijstaande blauweregens zullen een paar weken later pas bloemen krijgen. Handig, want zo is de bloeitijd in de collectie wat meer gespreid. We kunnen ervan genieten tussen april en half juni, met ook wel wat herbloei in de zomer”, zegt Philippine d’Ursel.
In de tuin hebben Philippine en Marc ook een zone waar ze nieuwe kruisingen testen. En er is ook een experimenteerzone. “Zeg maar een wachtkamer voor planten die nog geen definitieve plaats kregen in de ‘showcollectie’, maar wel dat potentieel hebben”, aldus Libert. En dan is er ook nog de ‘Wunderkammer’: een zone voor de speciallekes en vreemde mutanten. “We hebben zelfs een wisteriatype dat niet klimt én maar om de tien jaar bloeit. Natuurlijke bestuiving is haast onmogelijk. Dus die soort overleeft enkel omdat hij gecultiveerd wordt door verzamelaars. Ik noem hem ‘de antiwisteria.’ Benieuwd of die ook ooit in Floralux zal opduiken.
Het Wisterium is uitzonderlijk open op 4, 10 en 16 mei. Die drie avonden is het tussen 18 en 20 uur uitsluitend in groep te bezoeken, na reservatie bij Marc Libert. Maximaal 20 personen per groep. Info en reservatie via marc.lib@telenet.be. Intussen zijn alle plekken uitverkocht. Wie deze prachtige tuin wil bezoeken, kan volgend jaaro pnieuw z’n kans wagen.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier