Wat is een iconisch restaurant? Een plek met geschiedenis, waar tradities van de ene generatie op de andere zijn doorgegeven. Martino is zo’n restaurant, al was het maar omdat hier het broodje martino werd uitgevonden.
Raymond Noë begon zijn sandwichbar in 1955, maar overleed helaas veel te vroeg. Zoon Didier, op dat moment net achttien, nam de zaak over. Hij staat vandaag nog steeds in de keuken, maar Martino evolueerde wel tot een volwaardig restaurant dat een prominente plaats inneemt in het Gentse uitgaansleven. In 2024 kreeg de zaak een grondige make-over. Dat werd opgemerkt door Gault & Millau, dat Martino vorige maand bekroonde met een HIP Award.
Zelf heb ik geen emotionele band met Martino, maar ik voel meteen een lichte opwinding als ik bij valavond voor de deur sta. Een gigantisch raam, neonlicht, een hoektoog en mensen die opgaan in elkaars blik: kan het nog meer Edward Hopper worden?
Ik zie garnaalkroketten, hamburgers en spaghetti. Martino is geen plek voor gastronomische meerwaardezoekers, maar voor mensen op zoek naar verbinding. Met tafels die nauwelijks tien centimeter uit elkaar staan, kun je dat letterlijk nemen.
Ook aan de toog zit je zij aan zij met je buren. Het draagt bij tot de levendige sfeer. Een blik op de kaart met eenvoudige gerechten leert me dat je hier nog kunt tafelen zonder vermoeiende uitleg over ‘het concept’. Dit is een zaak voor mensen met honger, met goesting.
Het voelt bijna vernieuwend aan dat je zo ‘gewoon’ kunt eten op een plek die bruist van energie.
Een bordje gedroogde wagyu (€ 20) zet de toon: er is gekozen voor kwaliteit. De steak Martino (€ 32) bevestigt mijn vermoeden. Het vlees (faux filet, wordt mij verteld) is botermals, perfect saignant. De bearnaise is verrijkt met pikante tomatensaus en dat is verrukkelijk. De frietjes (€ 3,50) zijn krokant en niet vettig.
Het lijkt of je voor dit soort klassieke bereidingen vandaag bijna uitsluitend terecht kunt in een traditionele brasserie of zelfbedieningsrestaurant. Het voelt bijna vernieuwend aan dat je zo ‘gewoon’ kunt eten op een plek die niet belegen is, maar bruist van energie.
Aangezien Martino bekendstaat voor de spaghetti bolognese (€ 18) proef ik die ook. Jammer genoeg is de saus helemaal afgestemd op de smaak van de gemiddelde Vlaming en daardoor iets te banaal. Ik mis een scheut rode wijn of extra kruiding.
Gelukkig zijn er genoeg elementen die bijdragen aan een avond die ik snel wil overdoen: de avontuurlijke wijnkaart, het groot aanbod non-alcoholische dranken, de warme connectie met de bediening én het meewiegen op Blondies Heart of Glass.