Voor 2 pizza’s (± 30 cm diameter):
500 g witte bloem
15 g zout
10 g bakkersgist
3 dl lauwwarm water
1,5 dl olijfolie extra vierge
300 g tomaten
1 middelgrote aubergine
1 courgette
3 lente-uitjes
verse oregano
150 tot 200 g mozzarella
peper en zout
Doe de bloem in een grote kom en strooi het zout op de rand. Los de gist met behulp van een spatel op in het water en doe bij de bloem, samen met 3 eetlepels olijfolie. Kneed tot een homogeen deeg. Bestrooi het werkoppervlak met bloem en kneed het deeg gedurende 8 à 10 minuten tot het goed elastisch is. Laat het een half uur tot 1 uur rusten onder een keukenhanddoek. Was ondertussen de groenten onder koud stromend water en snijd ze in plakken van 5 mm dik. Verdeel ze over 2 of 3 ovenschotels, met de rest van de olijfolie. Zet gedurende 15 minuten in een oven van 180°C. De groenten mogen niet gaar zijn, enkel licht krokant. Haal uit de oven en laat goed uitlekken. Rol het deeg uit tot een dikte van 4 mm en bekleed er een bakplaat met platte rand mee. Laat gedurende 10 minuten rijzen. Strijk het deeg in met 3 à 4 eetlepels olijfolie. Snijd de mozzarella in plakjes en schik ze op het deeg, elk plakje telkens gevolgd door een plakje groente. Kruid met peper en zout. Bak de pizza 15 minuten in een voorverwarmde oven van 250°C, met de grill op de laagste stand, tot het deeg stevig en goudbruin gekleurd is.
Met hetzelfde basisrecept kan je ook een pizza met Provençaalse ratatouille maken. Daarvoor verdeel je eerst een laag dikke tomatencoulis op het deeg vóór je de mozzarella erop legt, en bedek je die met in blokjes gesneden groenten.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier