Opgepast instortingsgevaar: zo maak je thuis kaassoufflés
-
Moeilijkheid
Gemiddeld
Haast en spoed zijn zelden goed. Gelukkig is er in het weekend extra veel tijd om nieuwe recepten uit te proberen. Deze week zetten we een klassieker op het menu: kaassoufflé.
Wil je zeker zijn dat je kaassoufflés niet inzakken? Doe dan zeker de oven niet open. Kies ook voor een sterk afsmakende kaas, zelfs een blauwe kaas behoort tot de mogelijkheden. Serveren doe je het liefst met een groene salade of een salade van spinazie, avocado en rode ui.
Voor 4 personen
40 g roomboter
60 g bloem
250 ml melk
200 g gemalen gruyèrekaas + extra
Citroensap naar smaak
Peper en zout
Nootmuskaat
4 eieren
Extra: 4 vuurvaste kleine ramequins
1. Verwarm de oven voor op 180 °C. Beboter de ramequins. Strooi geraspte kaas in de beboterde ovenpotjes zoals je dat met bloem zou doen in een bakvorm. Dit zorgt ervoor dat de soufflé niet aan de rand blijft kleven.
2. Smelt de boter in een steelpan. Voeg de bloem eraan toe en roer goed. Giet de melk beetje bij beetje bij deze roux. Roer tot een stevige bechamelsaus. Voeg de geraspte kaas eraan toe. Kruid met peper, zout en nootmuskaat. Breng op smaak met citroensap en haal van het vuur.
3. Scheid de eiwitten van de eidooiers. Doe de eiwitten in een aparte kom en klop ze op tot een luchtige massa. Roer eerst de eidooiers onder het kaasmengsel. Spatel er dan voorzichtig de eiwitten onder. Verdeel het kaasmengsel over de ovenpotjes tot ze allemaal mooi gevuld zijn. Bak de kaassoufflés 20 à 25 minuten in de voorverwarmde oven en serveer ze meteen.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier