Half vlees, half groente: hybride vleesproducten getest
Wie zijn vleesconsumptie wel wil verminderen maar daar vooral niets van wil merken, kan tegenwoordig opteren voor hybride producten: worsten en hamburgers die voor een deel uit vlees en voor een deel uit groenten bestaan. Hoe lekker is dat?
Anno 2021 weet onderhand iedereen wel dat de vleesconsumptie naar omlaag moet en dat groenten zo ongeveer het gezondste en duurzaamste zijn wat je kan eten. Voedselproducenten spelen gretig in op die kennis, onder meer door enorm in te zetten op het uitbreiden van hun vegetarisch en plantaardig aanbod. Zo eten steeds meer en meer mensen vandaag minstens enkele dagen per week vegetarisch.
Toch zijn er ook nog heel wat verknochte vleeseters die ‘hun stuk vlees missen’ bij die eventuele vegetarische maaltijd. Ook voor hen heeft de voedingsindustrie echter een oplossing bedacht: hybride vleesproducten, die voor de helft uit vlees bestaan en voor de helft uit groenten. Op die manier eet je – volgens belofte van de producenten – de helft minder vlees, zonder het zelf te beseffen. Je ecologische voetafdruk significant verkleinen, minder verantwoordelijk zijn voor dierenleed Ć©n tegelijk nog eens meer gezonde groenten binnenkrijgen zonder dat je iets moet veranderen in je dieet: dat vraagt om een test.
Zoektocht (naar groenten)
We vinden in de Belgische supermarkten twee merken die dergelijke producten aanbieden: pionier Meat The Champion en oude rot in het vleesschap Aoste. Dat vergt wel een zoektocht: lĆ ng niet elke supermarkt biedt dit soort producten aan, en zelfs wanneer we weten waar we moeten zoeken, laten de verpakkingen zich niet erg onderscheiden van het ‘gewone’ vlees. De worsten en burgers van Meat The Champion en salami van Aoste liggen in alle subtiliteit tussen hun volmondig-vlees-versies en de verpakking benadrukt vooral de vleeservaring en een lager vetgehalte. Een gehaaste klant graait dit mee zonder te merken dat er iets speciaal aan is.
Ook bij het uitpakken zou die gehaaste klant zich nog steeds van geen kwaad bewust kunnen zijn. De hamburgers, worsten en gedroogde salami die wij in huis hebben gehaald zien er voor vleeseters erg vertrouwd uit en ruiken ook naar echt vlees. Nu, het Ćs natuurlijk ook echt vlees, of toch deels. De producten van Meat The Champion bestaan volgens de voorkant van de verpakking voor vijftig procent uit vlees en voor vijftig procent uit oesterzwammen. (De achterkant nuanceert die claim: volgens de ingrediĆ«ntenlijst bevatten beide producten zo’n 44 procent oesterzwammen en zo’n 43 procent vlees. De rest wordt aangevuld door zaken als ei, water, bloem, specerijen en andere toevoegingen, op zich niet uitzonderlijk in samengesteld supermarktvlees.)
Bij Aoste ‘Plus’ ligt het aandeel van de groenten nog lager: de droge aperitiefworstjes die we kochten, bevatten volgens de voorkant van de verpakking zeventien procent boterbonen. Een aandachtigere lezing van de kleine lettertjes op de achterkant levert echter volgende zin op: ‘100g product bereid uit 152g vlees en 17g boterbonen’. Zo blijkt dat de inhoud van dit zakje niet voor zeventien procent bestaat uit bonen, wel dat er ergens in het productieproces zeventien gram van is gebruikt. Dat is iets anders.
Smaaktest
Er zijn dus al zeker een aantal vraagtekens te plaatsen bij de transparantie richting consument over deze producten. Een doorwinterde carnivoor wordt er uiteraard niet ziek van als hij per ongeluk wat meer groenten binnenkrijgt dan zijn bedoeling was – zelfs al zijn het er minder dan de verpakking initieel belooft -, maar het is maar net zo eerlijk om te weten waarvoor je betaalt. Plantaardige producten werden al voor minder misleidend genoemd.
Zou er dan een belletje gaan rinkelen bij die gehaaste man of vrouw in de winkel tijdens het proeven? Dat durven wij te betwijfelen. Zowel Aoste als Meat The Champion slaagt goed in het opzet: een vleesbeleving aanbieden. De burgers zijn misschien wel wat smeuĆÆger dan de standaard supermarktburger, maar dat zou je evengoed kunnen wijten aan het feit dat het stevig uit de kluiten gewassen plakken vlees zijn. Ook de aperitiefsalami valt in de smaak. Dit is simpelweg lekker vlees uit de supermarkt.
Conclusie
Al jaren voorspellen trendwatchers de komst van hybride vleesproducten, maar hun grote verschijning blijft voorlopig uit. Dat begrijpen we wel na deze test: zelfs voor wie perfect weet wat hij of zij koopt, is het een ietwat verwarrende ervaring. Alles was lekker en we kregen de beloofde vleeservaring, maar verder kan de communicatie rond dit soort producten gemakkelijk helderder. Dat zou ongetwijfeld ook het doelpubliek meer richting hybride vlees doen grijpen.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier