De ware prijs van onze toast avocado: de voedselzekerheid in Chili 

© Getty
© Getty
Redactie Knack Weekend

Terwijl wij smullen van avocado’s, gaan steeds meer kleine boeren in Chili over de kop. De droogte mag dan hun land verdorren, het economisch beleid maakt irrigeren onbetaalbaar. ‘De kern van het probleem is niet een gebrek aan water, maar de ongelijkheid.’

Watertekorten bedreigen het voortbestaan van Chileense familieboerderijen. Boeren in het Zuid-Amerikaanse land hebben slechts twee opties: nieuwe technieken aanwenden of hun land verlaten. Het tekort aan water werd veroorzaakt door een droogte die nu al vijftien jaar aansleept. Maar wat de situatie pas echt doet escaleren, is de ongelijke verdeling van water. Die dateert al van 1981, toen dictator Augusto Pinochet nog aan de macht was. Zijn beleid veranderde water in een handelswaar als een ander. Enkel wie water in handen heeft, heeft er recht op – anderen niet.

Grote agrobedrijven kregen zo steeds meer water onder hun controle, terwijl kleine boeren zich verplicht zien om hun land te verkopen. Momenteel hebben we zelfs geen water meer voor eigen consumptie”, zegt de 52-jarige Julieta Cortés. Zij is voorzitster van de lokale boerinnenbond, de Agrupación de Mujeres Rurales, in Canela, een dorp 400 kilometer ten noorden van de Chileense hoofdstad Santiago. Er wonen zo’n 11.000 mensen. ‘Vier op de vijf inwoners zijn afhankelijk van de aanvoer van water. Elke dag brengt een vrachtwagen ons 50 liter water per persoon. Dat is zodanig weinig dat we er amper van kunnen leven.’

Avocado’s voor de export

Canela is een landbouwgemeenschap en stond ooit bekend om zijn geitenkuddes. Daarvan schiet nu maar de helft meer over. Lokale boeren teelden vroeger tarwe en gerst. De fruitbomen van weleer zijn verdord, het vee laat het loodje door de dorst. In sterk contrast daarmee staan de avocadoplantages, die geteeld worden voor export. Die gewassen worden sterk geïrrigeerd en staan er groen bij in de droge vallei.

De inkomsten van de agro-industrie in Chili zijn, samen met de mijnbouw, een belangrijke bron van inkomsten voor de staat. In 2023 hing 3,54 procent van het bruto nationaal product af van de export van landbouwgoederen, goed voor 10,09 miljard dollar.

‘Het water is in handen van het grote geld’, zegt Cortés daarover. ‘Kleine boeren hebben er geen recht op.’ De waterproblematiek is het grootst in rurale gebieden waar weinig technische, economische en structurele capaciteit is. Nochtans vloeit de rivier Choapa door het dorp van Cortés. ‘Maar enkel het laaggelegen deel van de rivier vloeit door Canela. Stroomopwaarts wordt het water al afgenomen door de mijnbouw en grootschalige landbouwbedrijven.’

Ongelijkheid

Bijna de helft van de Chilenen die op het platteland wonen (47,2 procent) heeft geen toegang tot drinkwater of irrigatiesystemen. Dat becijferden Macarena Salinas en Isaura Becker van de Duitse stichting Heinrich Boll in hun publicatie ‘Guardianas del Agua’ oftewel ‘Bewakers van het water’. Het gaat om zo’n 950 gemeenschappen.

Tussen 2016 en 2021 heeft de Chileense staat 150 miljoen dollar geïnvesteerd in vrachtwagens die instaan voor hun watertoevoer. Salinas en Becker noemen het een ‘noodsituatie’. ‘Nochtans bestaan er bedrijven en individuen die geen tekorten hebben, maar een teveel. Zij kunnen profiteren door hun surplus te verkopen aan de watertrucks.’ Om die reden is de kern van het probleem voor Salinas en Becker niet het gebrek aan water, maar de oneerlijke distributie ervan.

Mistvangers

Canela is niet de enige gemeenschap waar het land verdort. Al vijftien jaar lang heerst er droogte. Enkel in 2023 was er wat meer regen. Wat 2024 brengt, blijft de vraag.

In het dorp overleven boeren door het water van hun badkamers en wasmachines te hergebruiken. Ook oogsten ze water van op de daken en zetten ze ‘mistvangers’ in, waarmee je microscopische waterdruppels kan opvangen. Die systemen zijn wijdverspreid in Chili.

‘We zijn verplicht om onszelf heruit te vinden’, zegt Cortés daarover. ‘Zelfs water van de dauw gebruiken we. We hebben zoveel nieuwe technieken die we gebruiken. Wie dat niet doet, wordt verplicht te verhuizen.’

Samen met haar drie broers is Rosa Guzmán eigenaar van een landgoed van 40 hectare in San Pedro, 126 kilometer ten noorden van Santiago. Daarvan zetten ze vier hectare in voor groenten en 2,5 hectare voor avocado’s. Meer gewassen telen is niet mogelijk, zegt Guzmán, omdat ze het geld er niet voor hebben. ‘Onze waterputten zijn tien meter diep. Ze worden aangevuld door twee kanalen, maar die staan vaak droog. Soms is ons water dus gewoon op’, getuigt Guzmán, die voorzitter is van Anamuri, de nationale groepering van rurale en inheemse vrouwen. Ook zit ze de lokale milieubeweging San Pedro Digno (Waardig San Pedro) voor.

De lokale activiste stelt dat de Chileense overheid het geloof in landbouw op kleine schaal verloren is. ‘Mochten we subsidies krijgen, zou alles anders zijn. We gaan moeten opletten of straks is er helemaal geen sprake meer van familieboerderijen in ons land.’ Salinas en Becker bevestigen dat watertekorten de gemeenschappen bedreigen, ‘vooral families die vertrouwen op kleinschalige landbouw voor hun voedselvoorziening.’

Voedselzekerheid

Een gebrek aan water is niet enkel problematisch voor het levensonderhoud van kleine boeren. Ook staat het aan de basis van meer complexe milieuproblematieken. Guzmán is kritisch voor de agro-industrie. Zij pleit voor een terugkeer naar plantages met tarwe, linzen en kikkererwten: producten die belangrijk zijn voor de voedselzekerheid in Chili. ‘We willen goed kunnen leven, zonder onze identiteit en kennis daarvoor op te geven.’

Socioloog Evelyn Vicioso gaat mee in de kritiek op de agro-industrie. ‘Die industrie is heel waterintensief en gaat erg onverantwoord om met gewassen’, zegt Vicioso, de uitvoerend directeur van Chile Sostenible (Duurzaam Chili). ‘Bovenal doet de industrie niks om een nationaal probleem op te lossen: het watertekort in de vele gemeenschappen.’

‘Mocht kleinschalige landbouw verdwijnen, zouden we daar niet meer op kunnen rekenen voor ons voedsel. Dan komen we in de problemen, zowel qua kostprijs als qua distributie. Grote agrobedrijven denken enkel na over voedsel verschepen naar andere landen en vergeten dat we ook ons eigen land te voeden hebben.’ Water is nochtans een mensenrecht, benadrukt Viciosa. ‘Maar het Chileense model is geprivatiseerd. Dat behouden lijkt belangrijker dan het recht op water.’

Plattelandsvlucht

In het dorp van Guzmán verkopen steeds meer boeren hun landgoed. Vastgoedbonzen kopen de landbouwgrond op en zetten het terug in de markt als recreatiedomeinen. Op die manier verdwijnen steeds meer inheemse bomen. En ook de hoop om kleinschalige landbouw opnieuw op te waarderen is tanende.

‘Land is business’, zegt Guzmán. ‘Of er water is of niet: een halve hectare verkoop je voor 60.000 dollar. Die prijs maakt het aantrekkelijk om te verkopen.’ Dat verwondert haar niet. ‘Het is niet eens winstgevend om nog kippen te houden.’ In Canela waren het vroeger vooral de jongeren die het platteland ontvluchtten, vult Cortés aan. Nu trekken er voltallige families weg, op zoek naar water.

Viciosa stelt het scherper en vergelijkt de situatie met de drugshandel. ‘Net als daar hebben we hier vooral te maken met een politiek probleem’, zegt Viciosa. ‘Water heeft een hoge marktwaarde. De Chileense overheid durft en wil niet tussenkomen in die markt. Zo is het vergelijkbaar met het smokkelen van drugs.’ De socioloog pleit ervoor om het intensieve watergebruik in de sector grondig te herbekijken.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content