Jelle Goossens
‘De structurele impact van corona op ons voedselsysteem? Onbestaande. Tenzij…’
Er verschenen de afgelopen dagen al heel wat opinies over de veranderingen die het nieuwe coronavirus met zich zou kunnen meebrengen. ‘Maar het enige wat deze crisis doet, is de zwakke plekken uitvergroten’, zegt Jelle Goossens. ‘We moeten de toegang tot voedsel op lokaal niveau verzekeren.’
‘Laffe intellectueel weigert wereld na corona te duiden‘, zo kopte de satirische nieuwssite De Speld onlangs. Een speldenprik richting het leger denkers dat zich dezer dagen aandient om grootse maatschappelijke omwentelingen te ontwaren in de slipstream van het coronavirus. ‘Al schiet je me lek, er kan zoveel gebeuren’, klinkt het weinig visionair. Een gevoel waar ik wel kan in komen, ook als het over de impact van covid-19 op het landbouw- en voedselsysteem gaat.
Ondanks de strijdende opinies die daarover de voorbije dagen verschenen, verandert dit virus namelijk weinig aan de fundamentele uitdagingen rond voedsel: klimaatverandering, bevolkingsgroei en verstedelijking, verlies van biodiversiteit, de (on)leefbaarheid van de boerenstiel, de onhoudbare gezondheidskosten door onevenwichtige voeding,…
Het enige wat deze crisis doet, is de zwakke plekken uitvergroten: we zien hoe kwetsbaar vele gezinnen, producenten en onze mondiale aanvoerketens wel zijn. Moet het anders? Absoluut. Maar je verandert niet van voedselsysteem zoals je van ondergoed verandert. Die verandering realiseer je door nieuwe praktijken te introduceren in de dagelijkse werking van boeren, voedingsbedrijven, supermarkten, consumenten en andere spelers in de voedselketen. Deze crisis kan een turbo zetten op vernieuwingen – een kans die we met beide armen moeten grijpen.
De structurele impact van corona op ons voedselsysteem? Onbestaande. Tenzij…
Mijn collega’s hebben vandaag weinig tijd voor grote analyses en theoretische oplossingen. Ze wroeten de klok rond om ontwrichte voedselketens in een nieuwe plooi te krijgen. Alles op alles om oplossingen te bedenken die een antwoord bieden op de urgente noden, maar tegelijk de weg tonen voor de toekomst. Hoe ziet dat eruit?
In Quito (Ecuador) hangen zeven op de tien inwoners af van volksmarkten voor hun dagelijkse kost. Hoe voedt een miljoenenstad zich als die markten in lockdown gaan? Voedselvoorziening was er bovendien altijd al precair. Met 183 gram groenten en fruit per dag haalde de gemiddelde Ecuadoriaan in pre-covidtijden niet eens de helft van de aangeraden 400 gram. Dankzij een samenwerking tussen boeren rond de stad en een consumentenorganisatie worden agro-ecologische voedselmanden met groenten en fruit verspreid in kwetsbare achterbuurten. Een kleine ingreep die op lange termijn hopelijk positieve gevolgen heeft op zowel gezondheid als klimaatvriendelijke landbouw.
Met Robin Food verbinden we in België de groente- en fruitveiling met een soepbedrijf en maatschappelijk kwetsbare groepen om voedseloverschotten als soep aan te bieden. Een bescheiden antwoord op een directe nood van overschotten bij boeren én het tekort aan gezonde, betaalbare voeding bij de gegroeide groep kwetsbare gezinnen. Maar tegelijk kan dit een mechanisme op lange termijn worden om tijdelijke overschotten af te zetten.
In de Oegandese hoofdstad Kampala komt door de strenge lockdown de online distributie van verse groenten, fruit, brood, zuivel en vlees in een stroomversnelling. Het innovatieve bedrijfje Bringo Fresh levert producten van zo’n 1500 boerenfamilies aan huis. Door de gezondheidscrisis werden zij verplicht snel in omzet te gaan groeien, maar door vertraging op het betalingssysteem gaat dat niet zonder slag of stoot. Met gericht advies en kleine leningen worden die groeipijnen verzacht.
Hoewel de Nicaraguaanse bevolking geen officiële maatregelen opgelegd krijgt, laat de invloed van covid-19 zich voelen. Buurlanden kopen grotere volumes basisproducten zoals bonen op, waardoor voedselonzekerheid dreigt te ontstaan. Op korte termijn wil ons team 400 groenteboeren trainen en begeleiden om 600 hectares bonen te telen. Maar ook cacaoboeren gaan eerstdaags aan de slag om producten voor eigen consumptie te telen op hun agrobosbouwplantages. Een cacaoplantage met variërende gewassen betekent niet alleen een divers en gezond dieet voor de boerenfamilie, maar bevordert bovendien de biodiversiteit op langere termijn.
Polariserende discussies rond theoretische concepten blijken in de praktijk van secundair belang
Het zijn maar enkele voorbeelden. Vele zijn pril, imperfect en hun structureel effect soms onzeker. Maar de grote lijnen zijn helder. We zien dat het lokale niveau cruciaal is om de toegang tot voedsel te verzekeren, zeker voor onze kwetsbaarste medeburgers. Een rondvraag van de FAO leert dat steden en gemeenten die al een lokale voedselstrategie hebben, sneller konden reageren omdat ze de netwerken en de middelen klaar hadden staan.
Maar het nationale en internationale niveau zijn onmisbaar om een kader te scheppen voor crisisbestendige voedselsystemen, waarbij álle kosten verrekend worden. Internationale handel mag geen afhankelijkheid creëren, maar is net een instrument om de lokale voedselsystemen te versterken en te diversifiëren.
Scrollend door mijn sociale media merk ik dat het weinig inspanning vergt om ons te verliezen in polariserende discussies rond theoretische concepten. Maar wanneer we op het terrein gaan, ervaren wij althans dat die tegenstellingen van secundair belang blijken. Crisissituaties brengen mensen en organisaties net samen die elkaar voorheen niet als partners zagen. Laat ons die opportuniteit niet verkwanselen.
Jelle Goossens is communicatieverantwoordelijke bij Rikolto
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier