‘Stress en trauma zitten in elke vezel van je lijf’: hoe je je lichaam als therapeutische tool kunt gebruiken
Van yoga over dansen tot schudden: lichaamsgerichte therapie is in opmars. Het idee dat je op een fysieke manier aan je mentale welzijn kunt sleutelen, slaat aan. Vanwaar deze schijnbaar plotse populariteit? En biedt de aanpak ook effectief een meerwaarde?
Dat beweging goed is voor ons mentale welzijn, is geweten. Er komen gelukshormonen vrij, het verbetert je bloeddoorstroming en helpt voor een algemene betere werking van ons brein, zoals je eerder dit jaar nog kon lezen in ons dossier rond sport. Maar je lichaam effectief als therapeutische tool gebruiken, dat is wél een relatief nieuwe evolutie in onze westerse samenleving.
Een die we uiteraard weerspiegeld zien op TikTok. Binnen de microkosmos van TherapyTok maken vooral de somatische – oftewel lichamelijke – oefeningen furore. Onder de hashtag #somatichealing, goed voor meer dan 450 miljoen views, vind je de ene na de andere video van mensen die tonen hoe ze hun lichaam naar eigen zeggen ‘losmaken’ en ‘helen’ door middel van uiteenlopende bewegingen.
Wat weet ons lichaam dat wij niet weten? Dat is wat freelance marketingmanager Vincent Baets (29) zich afvroeg toen zijn lichaam hem vorig jaar een halt toeriep, schijnbaar uit het niets. ‘Plots zat ik met een druk op mijn borstkas. Het was een constant benauwd gevoel’, vertelt hij. ‘Ik voelde me overprikkeld door alles: geluid, geuren, mensen. Ik kon het niet vatten, dus ik heb meteen hulp gezocht.’
Praten vs. beleven
Gesprekstherapie was de eerste stap in Vincents zoektocht naar zelfinzicht. Daaruit kwam het besef voort dat hij nog niet echt gerouwd had om het plotse overlijden van zijn vader. ‘Na enkele sessies dacht ik: oké, ik snap het nu, dit gaat verlichting brengen, nu kan ik gewoon terug naar mijn leven zoals het vroeger was. Maar de grote verlichting kwam niet. Integendeel: Vincent kreeg last van paniekaanvallen, waardoor hij niet meer kon autorijden of werken. De stress nam toe.
Het is een verhaal dat psychoanalyticus en auteur Paul Verhaeghe wel vaker hoort. ‘Ons hedendaagse, dominante model van de psychotherapie vertrekt vanuit de premisse dat de mens rationeel is’, vertelt hij. ‘Als je het probleem kent en de oplossing ziet, dan zul je er met een beetje hulp wel geraken. Dat is de grootste illusie waar we al 2000 jaar in geloven. Zo werkt het niet.’
‘Ik had nog nooit hard kunnen huilen, tot ik begon met die oefeningen. Toen dacht ik: wow, wat zit er nog allemaal vast in mijn lichaam?’
Of zoals psychiater Edel Maex het recent verwoordde tegenover collega Nathalie Le Blanc: ‘Je wilt je verhaal begrijpen en kaderen, maar meestal kan je niet alles bereiken door er alleen over te praten. Je moet het ook beleven. Neem rouwen. Dat is niet iets wat je moet oplossen, het is iets wat je doet.’
Quick fix
Met dat idee in het achterhoofd stortte Vincent zich op verschillende therapievormen. ‘Ik stond op het punt om voor het eerst vader te worden en ik wilde er honderd procent staan voor mijn gezin. Dat was mijn grootste motivatie.’
De eerste fysieke ontlading kwam er na enkele sessies bij een ademhalings- en visualisatiecoach. ‘Ik herinner me dat ik eens heel hard heb kunnen huilen, en luid. Dat was nog nooit gebeurd. Dan vraag je je af: wow, wat zit er nog allemaal vast in mijn lichaam?’ Ook stortte hij zich op de Wim Hof-methode – een combinatie van koude douches, ademhaling en mindfulness -, en andere alternatieve vormen zoals acupunctuur en hypnose. ‘Ik was echt op zoek naar een quick fix’, vertelt Vincent. ‘Het hoefde zelfs niet wetenschappelijk onderbouwd te zijn, het moest gewoon werken.’
Gesprekstherapie bleef wel steevast de basis in zijn traject. ‘Mijn psycholoog hielp me mijn gedachten te structureren. Maar door actief te zoeken naar praktische tools en bepaalde inspanningen te doen, had ik het gevoel echt iets te “uiten”. Dat maakte het tastbaarder. De combinatie van die verschillende therapieën gaf mij zuurstof.’
In elke vezel van je lijf
Een samenspel van gesprekstherapie en lichaamswerk, dat is exact waar Bo Van den Bulcke, psychoanalytisch therapeut en EMDR-therapeut, voor pleit. Van den Bulcke staat aan het hoofd van twee multidisciplinaire groepspraktijken in het Gentse: SAAM richtte ze op met collega Mamiaba Banernsco, en Tanu met haar familie. In beide praktijken kan je terecht voor gesprekstherapie, verschillende soorten lichaamswerk of een tandemtraject.
‘Sommige mensen vinden moeilijk hun woorden omdat hun trauma net heel fysiek is. In dat geval kan lichaamswerk eerst weer wat veiligheid binnen het lichaam brengen.’
De therapeut haalt het voorbeeld aan van fasciatherapie, een manuele behandelingsvorm waarbij er met zachte technieken op fysieke spanningen wordt gewerkt, al dan niet gevolgd door gesprekstherapie. Fascia is het bindweefsel dat letterlijk alles in je lichaam met elkaar verbindt. Het ligt vlak onder je huid, het ligt tussen en rondom spieren, het omgeeft je organen, bloedvaten, botten en zenuwen. ‘Normaal is bindweefsel heel elastisch’, legt Van den Bulcke uit. ‘Je kan het je voorstellen als een soort rekker of een soort spaghettisliert die gemakkelijk meebeweegt. Maar op het moment dat er veel gebeurtenissen met een emotionele impact zich vasthechten op je systeem, wordt bindweefsel een soort stram stuk rubber waar de rek uit is.’
‘Dat verklaart waarom mensen soms ervaren dat hun lichaam “vastzit”, vertelt de therapeut. ‘Het doet ook denken aan de uitspraak “elke vezel van mijn lijf”, iets wat je mensen met trauma en stress vaak hoort zeggen.’ Ze benadrukt de heilzame werking van fasciatherapie, osteopathie en andere lichaamsondersteunende technieken, iets wat ze van dichtbij meemaakte tijdens haar werk in het brandwondencentrum en in het Zorgcentrum na Seksueel Geweld in UZ Gent. ‘Sommige mensen vinden moeilijk hun woorden omdat hun trauma net heel fysiek is. In dat geval kunnen bepaalde therapeuten via lichaamswerk eerst weer wat veiligheid binnen het lichaam brengen. Doordat we met verschillende technieken onder één dak zitten, verwijzen we vervolgens naar elkaar door of werken we samen verder. Die aanpak laat ons toe om problemen in al hun lagen te bekijken, en dat werkt.’
Iedereen getraumatiseerd?
Van de somatische schudders op TikTok tot de spanningen in ons bindweefsel: kampen we dan allemaal massaal met trauma? Verhaeghe stelde zichzelf diezelfde vraag, tot hij naar eigen zeggen een aha-erlebnis had. ‘Ik besefte dat veel van onze hedendaagse problemen gelijklopend zijn met de symptomen van posttraumatische stressstoornissen’, vertelt hij. ‘Slaapmoeilijkheden, eetstoornissen, paniekaanvallen, hyperactief of onderactief, manisch of depressief, spanningen… Een accentverschuiving drong zich op: misschien moeten we het accent niet altijd op trauma leggen, maar eerder op stress.’
‘Als je niet bij je eigen hartslag en ademhaling kunt stilstaan zonder in paniek te schieten, dan luister je veel te weinig naar je eigen lichaam.’
‘Stress is de verklaring voor veel van de hedendaagse problemen’, aldus Verhaeghe. ‘Je moet het zien als een enorme impact van stimuli op je lichaam. Alles komt samen. Dat is deels werk- en familiaal gebonden, maar er komen ook onzichtbare stressoren bij kijken: we kampen met heel veel lawaai-, lucht- en beeldvervuiling in onze huidige maatschappij. Veel mensen leven daardoor in een situatie van chronische stress. Als dat te lang duurt, krijg je problemen die een mengvorm zijn van het psychologische én het lichamelijke. Het meest eenvoudige voorbeeld is burn-out: is dat een lichamelijk of mentaal probleem? Het is beide. Net zoals chronisch vermoeidheidssyndroom, ADHD… De problematieken zijn veranderd. Natuurlijk evolueren de behandelingen mee.’
Van den Bulcke gaat akkoord. ‘Ik denk dat veel van de problemen vandaag inderdaad terug te brengen zijn tot de ratrace. Overspannenheid of extreme vermoeidheid voel je van in je kruin tot in je kleine teen, en dan komen we opnieuw bij lichaamswerk als oplossing uit. Als je niet bij je eigen hartslag en ademhaling kunt stilstaan zonder in paniek te schieten, dan luister je veel te weinig naar je eigen lichaam.’
Groepsbenadering
Luisteren naar je lichaam: het rolt tegenwoordig wel vaker van de tong alsof we allemaal weten wat het betekent. Maar hoe doe je het, en heb je er altijd professionele begeleiding voor nodig? ‘We zijn natuurlijk allemaal verschillende individuen, er is niet één juiste manier’, vertelt Van den Bulcke. ‘Het gaat er vooral om het stressmechanisme in je eigen lichaam te leren kennen. Wat zijn jouw spanningsfactoren en hoe kun je je ontladen? Sommige mensen komen in contact met hun lichaam door een bepaald liedje op te zetten, andere door tien kilometer te lopen.’
In contact zijn met je lichaam omschrijft de therapeut als het punt waarop je niet meer aan het nadenken bent. En nee, daar heb je niet per se een therapeut voor nodig, benadrukt ze. Ze verwijst naar het bestaan van YouTube-filmpjes of boeken die al enkele simpele ademhalingstechnieken uitleggen. ‘Zo kan je al eens voelen of het iets met je doet. Maar je moet het wel serieus nemen: het is niet de bedoeling om tussen de boodschappen en de kinderzorg door een paar ademhalingsoefeningen te doen om ervan af te zijn. Zodra je voelt dat je vastzit, is het al vijf na twaalf. Het is meer dan oké om dan gekwalificeerde zorg op te zoeken.’
Wat die gekwalificeerde zorg betreft, hopen zowel Van den Bulcke als Verhaeghe op een maatschappelijke verschuiving richting multidisciplinaire centra. ‘Gezien de complexiteit van de problemen en de vermenging van het lichamelijke en mentale, moeten we evolueren naar een nieuw model’, licht Verhaeghe toe. ‘Die groepsbenadering is echt een zeer krachtig instrument, daar moeten we meer naartoe. Samen met de cliënt kijken waarmee ze het beste geholpen kunnen worden, zij het traditioneel psychotherapeutisch, lichaamsgericht of net de combinatie. Lichaam en geest lopen door elkaar, het zijn geen aparte dingen. Je kan vanuit het mentale bij het lichaam raken en omgekeerd.’
Daar kan kersverse vader Vincent zich volledig in vinden. ‘Praten blijft de basis voor mij, maar ik vind de combinatie met praktische tools onmisbaar. Ik ervaar het leven alleszins op een andere manier sinds ik het zo aanpak: ik voel veel meer, in beide richtingen. Alles is intenser en vermoeiender, maar eigenlijk maakt dat het ook wel mooier, hè? Mijn leven heeft een veel groter kleurenpalet nu.’
Je zou voor minder de boel eens willen losschudden.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier