Waarom afwijzing zo pijnlijk is: ‘Die pijn zorgt ervoor dat we in actie schieten’
Een gebroken hart, een mislukt project, een nukkige tiener, een job die naar de andere kandidaat gaat: afwijzing is een onvermijdelijk deel van het leven. Maar hoe moet je daarmee omgaan?
Afgewezen worden doet fysiek pijn. Of je nu tegen de punt van een tafel loopt of een date hebt die niet komt opdagen, ons brein heeft min of meer dezelfde reactie: het lost pijnstillende hormonen. Een koude schouder of uitgesloten worden is zo’n sterk gevoel, dat het te zien is in onze hersenen, zo vertelt Griet Van Vaerenbergh, docent sociale en positieve psychologie aan Thomas More. “We zijn fundamenteel sociale wezens, en hebben al honderdduizenden jaren een groep nodig om te overleven. We zijn geprogrammeerd om sociale banden te ontwikkelen en ons brein zoekt constant sociaal contact, want uitsluiting is gevaarlijk. Afwijzing roept zeer heftige emoties op, en zelfs heel banaal lijkende dingen, zoals iemand die niet terug glimlacht op straat, een feestje waar we niet op uitgenodigd worden of iemand die niet reageert op een online post, ze kunnen echt pijn doen. Dat is omdat afwijzing drie van onze basisbehoeftes doorkruist. Onze nood om ergens bij te horen, onze nood aan een soort van controle over ons leven en onze nood aan betekenis. Die afwijzingspijn is efficiënt, omdat het ervoor zorgt dat we reageren en in actie schieten als het ons overkomt.” Interessant detail: paracetamol blijkt ook te werken bij de emotionele pijn van afwijzing, zo ontdekte men bij onderzoek. Dat is dus stap een.
Gevoelig
Een partner die je wegduwt, een eigenaar die zijn huis liever aan iemand anders verkoopt, een goede vriendin die je emotionele post op Instagram niet liket: het komt bij iedereen binnen, maar niet bij iedereen even hard, legt Van Vaerenbergh uit. “We zijn niet allemaal even afwijzingsgevoelig. Ik zou het geen persoonlijkheidstrek noemen, maar het kan stevig verschillen van persoon tot persoon. Wie zelfkritisch is, een laag zelfbeeld of pessimistische trekken heeft, zal zich sneller afgewezen voelen, net als wie een angstige hechtingsstijl heeft. Die laatste mensen zijn trouwens ook gevoeliger voor fysieke pijn, zo blijkt. Bij vermijdend gehechte mensen heeft afwijzing – en fysieke pijn- dan weer minder impact.”
Ook hoe je naar de wereld kijkt, speelt een belangrijke rol in hoe je met afwijzing omgaat, legt Van Vaerenbergh uit. “De vraag die hierbij een rol speelt is: waar schrijf je succes of falen aan toe. Wie een ietwat negatieve, pessimistische kijk heeft, zal zijn eventuele successen toeschrijven aan geluk, en zal voor wat er mis gaat de hand in eigen boezem steken. Omgekeerd zal wie een optimistische kijk heeft, succes toeschrijven aan zijn eigen talent/hard werk, en tegenslagen aan brute pech. Die kijk bepaalt ook mee hoe je op afwijzing reageert. Optimisten zullen sneller de schouders optrekken en denken dat dat soort dingen gebeuren, pessimisten hebben eerder de neiging om toch een beetje in de slachtofferrol te kruipen. Arme ik, dus.”
It’s not you?
Iemand die een relatie verbreekt, of de promotie waar je op had gehoopt aan iemand anders geeft, dat vat je uiteraard persoonlijk op. Ze wijzen jou tenslotte af. Maar het uitgemolken cliché ‘its not you, its me‘ draagt een kruimel waarheid in zich. Want vaak is afwijzing helemaal niet persoonlijk, legt Van Vaerenbergh uit. “Een job die naar iemand anders gaat, is vaak niet omdat ze jou echt niet willen, maar omdat iemand anders net een betere fit is. Afwijzing is vaak het gevolg van iets wat niet past of matcht. Je bent niet de juiste persoon op de juiste plek. Dat idee kan helpen om beter met afwijzing om te gaan, maar het vraagt wel een stevige maturiteit.”
Het goede nieuws is dat je volgens Martin Seligman, een van de grondleggers van de positieve psychologie, kunt trainen hoe je naar de wereld en wat je daarin overkomt kijkt. “Hij stelt dat je non-negatief denken kunt leren, en die destructieve denkwijzen die je minder weerbaar maken, kunt afleren”, legt Van Vaerenbergh uit. “Je kunt leren om iets niet als een permanente tegenslag of afwijzing te zien, maar als een eenmalige kwetsuur die overgaat. Je kunt ook leren om de omvang van de afwijzing in perspectief te plaatsen en niet te denken: ‘ik ben niet aantrekkelijk, ik zal nooit een partner vinden’, maar wel: ‘mijn partner vond me niet aantrekkelijk, bij de volgende zal dat wel zo zijn.’”
De drie P’s
Als je je dus op een of andere manier afgewezen voelt, is het volgens Van Vaerenbergh een goed idee om even uit te zoeken hoe je daarop reageert aan de hand van de drie P’s: permanentie, pervasiveness (algemeenheid) en personalisatie. Zie je de afwijzing of tegenslag als een steeds terugkerend probleem, en gebruik je woorden zoals altijd en nooit? Of ervaar je tegenslag eerder als iets pijnlijk maar eenmalig? Zie je het als iets wat jou overkomt in je hele leven, of gebeurt het op één specifiek vlak, omwille van een specifiek trekje? Afgewezen worden in je liefdesrelatie wil niet meteen zeggen dat het ook kan gebeuren op je werk, of als ouder of vriend(in). Zie je het ten slotte als een intern probleem -ik kreeg de job niet omdat ik geen talent heb- of als een extern probleem -ze zochten een ander profiel?
Het is dus goed dat je die drie P’s onderzoekt als je door een afwijzing gekwetst bent, maar jammer genoeg is het leven complexer dan dat, weet Van Vaerenbergh. “Veel hangt natuurlijk af van wat je al hebt meegemaakt en hoe vaak je al afgewezen bent.” Een growth-mindset helpt ook. Dat idee, gedefinieerd door Carol Dweck, betekent dat je de dingen die in je leven gebeuren ziet als iets waar je uit kunt leren. Dat wil zeggen dat je zelfs uit zoiets pijnlijks als afwijzing iets haalt. Al is het maar een idee van wat je de volgende keer misschien anders kunt doen. Het tegenovergestelde is een fixed mindset, waarbij je denkt dat een situatie altijd zo zal blijven, iets wat extra pijnlijk is bij afwijzing.”
Aan de hand
Niet weten is een van de vervelendste situaties, ook als het over afwijzing gaat. Wanneer je expliciet te horen krijgt dat je een baan niet hebt gekregen vanwege een ontbrekend diploma of gebrek aan ervaring, of wanneer je partner helder kan uitleggen waarom ze denken dat de relatie niet meer werkt, wordt de afwijzing vaak wat gemakkelijker te verwerken, weet Van Vaerenbergh. “Vraag dan ook duidelijkheid en zoek uit wat er aan de hand is, het kan helpen op de pijn te verminderen.”
Als er geen duidelijkheid is, bestaat de kans volgens Van Vaerenbergh dat we denkfouten gaan maken. Dat betekent: veralgemenen, zwart-witdenken, proberen de gedachten van de ander te raden, je te veel focussen op één negatief detail, enzovoort. “Ons brein denkt in termen van oorzaak en gevolg. We zijn geprogrammeerd om bij bepaald gedrag, zoals een afwijzing, op zoek te gaan naar de oorzaak. Als die niet duidelijk is, gaan we die zelf invullen. En dat doen we niet noodzakelijk op de correcte manier.”
Niet opkroppen
Wat absoluut niet nuttig is, is de pijn minimaliseren, denkt Van Vaerenbergh. “Eindeloos ‘het komt wel goed’ herhalen om jezelf te overtuigen is geen goed idee. Heb mededogen met jezelf en hanteer nultolerantie voor zelfkritriek. Ga op zoek naar een mild stemmetje dat je gerust stelt, dat benadrukt dat de pijn er mag zijn. Laat vooral het verdriet en de pijn toe. Emoties opkroppen kan fout aflopen, en de pijn van afwijzing kan tot gevoelens van agressie leiden. Emoties toelaten kan helpen om je sneller doorheen de pijn te helpen.”
Omdat we zo’n sociaal dier zijn, en een echte nood hebben aan ergens thuishoren, is contact zoeken net een goed idee bij afwijzing. “Niet met de persoon die je afwijst,’ legt Van Vaerenbergh uit, “maar met je sociaal netwerk en mensen die je steunen, troosten en een goed gevoel geven.”
En als je dan contact hebt, dan is het goed dat de mensen om je heen ook mild blijven. “Bagatelliseren is nooit een goed idee, en cliche’s als ‘er zijn nog veel vissen in de zee’ of ‘zet je erover’ zijn niet behulpzaam. Toon empathie met wie afgewezen wordt en laat onaangename en negatieve emoties toe. Stel ook vragen en help de ander ook bij het herkaderen van de situatie.”
De feiten
Als de eerste pijn geweken is, is het goed om naar de feiten te kijken, vindt Van Vaerenbergh. “Wat is er precies gebeurd? Hoe heb ik gereageerd? Wat voelde ik? Het is belangrijk om gebeurtenissen te kaderen en uit te zoeken wat je er uit kunt meenemen. Uiteindelijk hebben we allemaal een verhaal in ons hoofd over ons leven, en de afwijzing krijgt daar best een plaats in. Daarmee bedoel ik niet het: wat je niet doodt maakt je sterker-cliché. Het gaat hem om het talent dat wij als mens hebben om ook in negatieve ervaringen iets positiefs te zien.”
Wat je best altijd voor ogen houdt, is dat het tegenovergestelde van ‘afwijzing’ niet ‘aanvaarding’ is. Het is jezelf niet opgeven, en in jezelf geloven. Dat is een proces waar je door moet na een afwijzing. En niet iedereen is ertoe in staat. Als het te zwaar is, heb je er soms hulp bij nodig”.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier