40 jaar Knack Weekend: 10 columns uit het archief van Jean-Paul Mulders om opnieuw te lezen
Jean-Paul Mulders schrijft al 20 jaar columns voor Knack Weekend. Naar aanleiding van de 40ste verjaardag van ons blad, koos hij 10 stukjes uit zijn archief. De tijd verstrijkt, maar mijmeringen over het leven, de liefde, en vroegere tijden vangen geen stof.
We vieren de veertigste verjaardag van Knack Weekend. Omdat Jean-Paul Mulders al voor de helft van die tijd columns voor ons schrijft, vroegen we hem in zijn archief te duiken. Herontdek hieronder tien pareltjes van zijn hand. We geven telkens een teaser, de rest van de column lees je door op de link te klikken.
Papa de krokodil (2 maart 2010)
“Mijn moeder vertelt over tante Yvonne, die achttien was toen zij in de oorlog geraakt werd door een stuk van een granaat, shrapnel van de Amerikanen of van de Duitsers, wat maakt het uit na zoveel jaren, zowel Duitsers als Amerikanen rijden nu in Koreanen. Wat er wél nog toe doet, is dat Yvonne stierf en opgebaard lag in de voorkamer, en dat haar moeder (mijn overgrootmoeder) het droeve nieuws niet durfde te vertellen aan tante Marcella, tante Marcella die een mongooltje was en die, toen ze de tram hoorde waarmee haar zuster Yvonne elke dag naar huis kwam, opgewekt zei: “Hoor, daar is onze Yvonne !”
Volgens de overlevering vertrok mijn overgrootmoeder geen spier, maar begaf zich met geheven hoofd naar de voorkamer, waar zij waarschijnlijk zachtjes huilde – niet dat er iemand is die dat gezien heeft, daarvoor was zij te trots.
Ik hoor dit verhaal toevallig en het raakt mij, natuurlijk, wat voor zin heeft het dat meisjes geboren worden en mazelen krijgen en de vijfde ziekte en de rodehond, en leren praten en lachen en hun pop toedekken opdat die geen kou zou vatten, om dan uit te groeien tot frisse jonge vrouwen die op hun achttiende met veel te bleke lippen in een voorkamer liggen?”
Ezelsbruggetje (11 oktober 2017)
“Je moet blijven geloven in berken en iepen.
Je moet blijven geloven in vogels die onstuitbaar naar het zuiden wieken.
Je moet blijven geloven in sneeuw en in katten. Mensen die sneeuw en katten niet leuk vinden, zijn mensen die een beetje stuk zijn.”
De wensen van wimpers (17 november 2021)
“Mijn dochter heeft geraamtes en vleermuizen uitgestrooid op de vloer van mijn slaapkamer. Ik vind het grappig dat ze mij wil doen schrikken met dingen waarvoor ik nooit bang geweest ben. Tussen de doden voel ik mij veiliger dan tussen de levenden en een vleermuis – ach. Ik hield er een in mijn handen die onze hut was binnengevlogen in het zuiden van Frankrijk. Ze voelde tegelijk fluwelig en knokig aan. Ik had medelijden met haar onmachtige tandjes en was blij toen ik haar de vrijheid teruggaf.”
Puree (6 september 2023)
“Het is bizar hoeveel liefdesliedjes bezingen wat je vooral níét moet doen in de liefde. Iemand op een voetstuk zetten, zal elke relatietherapeut je uitleggen, is de beste manier om vertrappeld te worden. Vrouwen willen een sterke, geheimzinnige man, geen needy gast die dreinend aan hun rokken hangt. En niet van deze wereld / ongrijpbaar als de wind? Iedereen, denk ik schamper, heeft weleens last van gassen in de darmen.”
Zandloper (5 september 2018)
“Soms geraak ik in de kathedraal aan de praat met iemand. Het nadeel van een open gezicht te hebben is dat mensen je altijd geld en de weg komen vragen. Het voordeel is dat mensen je ongevraagd hun leven vertellen. Soms voel ik mij zo’n groene gft-container waarin je alles kwijt kunt: geheimen, hartstochten, uitgebloeide bloemen en aardappelschillen.”
Het denderen van de goederentrein (5 februari 2014)
“Het lijkt een half leven geleden dat ik nog eens voor een passerende trein heb moeten wachten, bij zo’n sint-andreaskruis met een zuinig mondje en verschrikt kijkende rode knipperogen. Vroeger stonden wij haast dagelijks voor de overweg stil, toen mijn grootvader mij met de DAF naar school bracht. Onopgemerkt lijkt den traveir uit mijn leven te zijn weggeslopen, zoals ook grootvader en zijn lederen hoedje met de twee verluchtingsgaatjes. Ik zie nog de koperen ringetjes die ter versterking aangebracht waren.”
Twee meisjes (5 maart 2008)
“Mijn grootmoeder en mijn dochtertje. Ik heb het geluk dat zij allebei in leven zijn, zodat wij een broze ketting van vier generaties vormen, ook al is het maar voor even. Ik bezit een foto waarop het oude en het jonge meisje naar elkaar kijken. Fascinerend hun gezichten zo bijeen te zien. Dat van het oude meisje is verfrommeld en beschreven, van bijna een eeuw te lachen en te huilen, en hoopvol en bang te zijn. Het gezichtje van het jonge meisje is strak als de huid van een appel die vers van de boom is geplukt. Zo gaaf dat het bijna zeer doet. Het oude meisje kijkt naar het jonge met de rare trots die mensen bij voortplanting voelen. Het jonge meisje heeft daar nog geen last van. Haar trots bewaart zij voor de dingen die er écht toe doen, zoals haar eerste stapjes, of de klanken die zij ontlokt aan het elektrische orgel dat haar mama in de kringloopwinkel kocht.”
Oberst Mölders (3 april 2019)
“Wie doorgrondt op volwassen leeftijd nog de ziel van het kind dat hij geweest is? Op mijn tiende was een van de dingen die mij fascineerden: chemische toiletten voor in mobilhomes en caravans. Ik vond het wonderlijk dat die geen afvoer nodig hadden. Ik wilde er alles over weten en schreef firma’s aan voor folders.”
De halveringstijd van de liefde (11 juni 2003)
“Tegenwoordig zijn er dagen en zelfs hele weken waarin ik niet meer aan haar denk. De ‘schuldvraag’ doet er inmiddels al lang niet meer toe, noch de vraag of ik een definitieve breuk had kunnen vermijden. Het enige wat mij nog ergert, is mijn hartslag, die spontaan blijft pieken als ik zelfs maar in de buurt kom van dat vermaledijde stadje. Als een geigerteller, die lang na de vernietigende explosie nog feilloos reststraling in de grond detecteert. Van radioactieve elementen is bekend dat het eeuwen kan duren voor hun straling halveert. Wat is de halveringstijd van liefde? Zou iemand met een hooggeleerd en vruchtbaar brein mij het antwoord op die vraag kunnen verstrekken?”
Slapend rijk worden (21 januari 2014)
“Ook nu, zogezegd volwassen, vind ik dat elk weldenkend mens ten minste één slechte vriend moet hebben. Zelf heb ik er meerdere, onder wie een sympathieke schurk die zich met gloeiende oogjes op de Bitcoin heeft gestort. U weet wel : dat virtuele betaalmiddel waarvan de koers in een paar maanden tijd vertienvoudigd is. Verderfelijk Vriendje heeft zich voor enige duizenden dollars aan dergelijke Bitcoins aangeschaft, en adviseert mij om hetzelfde te doen.
Ik aarzel, zoals ik als goede huisvader verondersteld word te aarzelen. Hij houdt echter niet op mij te bestoken met euforische berichten. “Sinds gisteravond alweer driehonderd euro gewonnen”, roffelt hij op de trom.”
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier