Herwig Van Hove

Eenvoudige, lekkere wijnen, die geen pijn doen in de portemonnee. Daar willen we het om de veertien dagen over hebben in deze rubriek. Château Simple, wijn voor beginners, die ook de kenners wel bevalt. Deze week: wijn uit Bulgarije (3).

In de jaren ’70, toen de Bulgaarse wijnen via de Bulgarian Vintners Company in Londen de Europese exportmarkten begonnen te verkennen, had Margarit Todorov, die toen aan het hoofd stond van deze staat-gestuurde exportmaatschappij, al heel duidelijke opties genomen. “We maken gewoon wat de consument graag drinkt, voor een prijs die hij graag betaalt”, was een van zijn geliefde uitspraken. “In Engeland willen ze cabernet sauvignon, ze krijgen cabernet sauvignon.” Hij opteerde dus op de buitenlandse markten voor soortwijnen, wijnen van één enkele druivensoort, die eerder door het fruit gekenmerkt zijn dan door een origine, laat staan door een origine contrôlée. Deze aanpak van “veel, goedkoop en simpel” heeft geen windeieren gelegd: op 10 jaar tijd, van 1980 tot 1990, steeg de jaarlijkse verkoop alleen al op de Engelse markt van 90 kisten tot haast 2 miljoen kisten van 12 flessen. Wat men van dan af “het Bulgaars mirakel” is gaan noemen, heeft definitief de reputatie van Todorov gevestigd.

Ondertussen zat men in het moederland niet stil en begon men aan een wijnwet te werken. In 1960 al waren de grote wijnregio’s gedefinieerd, rekening houdend met de algemene klimaatkenmerken. Binnen deze grote verdelingen – 5 voor heel Bulgarije – werden ook subregio’s afgebakend die men vandaag op de etiketten vermeld vindt, zoals Liubimetz, Preslav en Suhindol. In 1978 werd de wijnproductie zelf in twee kwaliteitsklassen ingedeeld: een eerste omvat wijnen met een bepaalde subregio als origine, te vergelijken met de Franse vins de pays of landwijnen; de tweede met een hoger kwaliteitsniveau werd die van de Controliran Region, te vergelijken met de Franse appellation contrôlée. Hiervoor werden binnen de subregio’s (basis voor de landwijnen), homogene wijngebieden afgebakend met specifieke klimatologische eigenschappen en waarvan men mag verwachten dat de wijnen zekere gemeenschappelijke kenmerken vertonen. Zo heeft de landwijnregio Suhindol een appellationwijn binnen haar grenzen: Suhindol Gamza. (Gamza is een lokale rode druivensoort die stevige bewaarwijnen levert.) De wijnen moeten goedgekeurd worden door een officiële nationale commissie: de eerste Controliran werd aanvaard in 1978, 10 jaar later was het aantal erkende appellations al opgelopen tot 20.

Maar deze appellationwijnen zal men op de Belgische markt niet veel tegenkomen. Het zal nog even duren vooraleer bijvoorbeeld een appellation als de Biaolo ot Russenskia Briag (witte wijn van de Donau-oevers in Rousse) bij ons een zekere bekendheid heeft, laat staan de vertrouwdheid geniet waarmee de Belg Franse appellations als bordeaux of bourgogne hanteert. Zolang zijn de Bulgaarse appellation-namen, hoe prestigieus ze lokaal ook mogen klinken, onnuttig voor promotie in het buitenland.

Onder druk van de exportmarkten werd dan in 1985 een derde kwaliteitsniveau ingevoerd met de naam Reserve. Zowel rode landwijnen als rode appellation-wijnen kunnen de classificatie Reserve krijgen als ze voor minstens vier jaar gelagerd werden. Deze naam moet dus duiden op wijnen met bewaarpotentieel en die al een gedeelte van dit potentieel hebben waargemaakt op hout.

Ook onder druk van de exportvestigingen evolueert de Bulgaarse wijn naar een fijner evenwicht. De oogstmomenten worden beter gekozen in functie van optimale rijpheid, en niet meer op commando van een ver verwijderd staatsapparaat. Vooral voor de merlot-wijnen is er een spectaculaire verbetering, de reserves lopen wat achter.

De Bulgaarse keuken is voor een groot deel vegetarisch met veel yoghurt en komkommers en met veel Turkse elementen (de Turken werden pas in 1860, en dan nog met veel hulp van de Russen teruggedreven). Toch zijn er veel gerechten die wonderwel bij de stevige wijnen passen: gepaneerde en gefrituurde pepers gevuld met ei en fetakaas ( Thuska Bürek) zijn een belevenis bij de rode reserves. Er is nog veel te ontdekken. Deze week proeven we het Bulgaars aanbod bij Colruyt.

Merlot 1996, Liubimetz, Colruyt botteling

Liubimetz ligt helemaal zuidelijk aan de Turks-Griekse grens op de uitvalsweg naar Istanbul. Goede frisse kleur en een zachte, goed getypeerde merlot-neus met duidelijk fruit maar geen onderbouw van zware aroma’s van doorgedreven rijpheid, dus niet veel potentieel. Angename, wat eenvoudige fruitige smaak, maar zeer smakelijk. Drinkklaar. (Colruyt: 109 fr.)

Cabernet Sauvignon 1994, Suhindol

Mooi gevulde kleur en een delicate neus, maar weinig expressie van de druivensoort. Stevige smaak met fijne ingebouwde bitterheid. Drinkklaar. Niets verkeerds maar ook niets opvallends, behalve de recordprijs. (Colruyt: 85 fr.)

Cabernet sauvignon Reserve 1993, Lovico Suhindol

Kleur met iets meer compactheid en een neus met typische amandel en vanille van het vat. Fijne puntige smaak van cabernet, streng van opvatting met opvallende tannines en iets groen van onrijpe pepers. Meer expressie dan de vorige maar zeker niet lekkerder. (Colruyt: 109 fr.)

Volgende aflevering in Weekend Knack van 18 november: Australische wijn.

HERWIG VAN HOVE

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content