Kleren met een tweede leven
Sinds Sotheby’s Londen de jurken van prinses Lilian aan hoge prijzen afhamerde, is ook in ons land de jacht op ‘antieke’ mode open. “Mijn kleren duur ? Schat, ’t is een belegging.”
Het modemuseum van Santiago telde in mei jongstleden liefst 23.400 euro neer voor de goudkleurige jurk van Christian Dior uit de garderobe van prinses Lilian. Het was een van de laatste ontwerpen van de Franse couturier, uit de herst-wintercollectie van 1957. Hij overleed korte tijd later. Het was dus een jurk met een dubbele pedigree, goed voor flink wat museumbelangstelling. Ook onze musea waren op de veiling present. Zo verwierf het Modemuseum van Hasselt een citroengeel Chanel-pakje uit de jaren zestig. Zelfs de Koninklijke Musea voor Kunst en Geschiedenis uit Brussel boden mee, hun textielafdeling koopt overigens nogal wat hedendaagse mode op. Ook de mindere jurken en modeaccessoires van prinses Lilian brachten in Londen een aardige stuiver op. Lang niet alles kwam terecht bij fervente royalisten als garagist Frans Billen uit Hasselt die – voor amper 1200 euro – een winterjurk uit de sixties van Yves Saint Laurent inpikte om in zijn royalty-museum te exposeren.
Naast de musea bood ook het huis Dior op twee jurken om zijn archieven te vervolledigen. Verder zijn er nog heel wat jonge ontwerpers die bij wijze van inspiratiebron de kleding van hun illustere voorgangers verzamelen. Dat toont aan dat de belangstelling vanuit verschillende hoeken opborrelt. De grote veilinggiganten zijn zich daarvan goed bewust en organiseren, bij voorkeur in Londen, gespecialiseerde auctions van wat ze bij Christie’s ‘streetfashion’ noemen. In Parijs zijn vooral Drouot Richelieu en het Hôtel des Ventes de Neuilly actief. Daarnaast bieden speciaalzaken overal vintage fashion aan.
Draag eens iets ouds
Volgens Colette Coenegrachts, conservator van het Hasseltse Modemuseum, bestaat die belangstelling al een tijdje : “Maar ik stel wel vast dat de prijzen de laatste vijf jaar enorm zijn gestegen. Zo zijn de jurken van Dior nu zo goed als onbetaalbaar. De prijzen zijn ook niet onderhevig aan de crisis, wat de sterkte van deze hype bewijst. We merken ook dat we minder schenkingen ontvangen dan vroeger, wie mooie stukken heeft laat ze sneller veilen.” Volgens de conservator kopen lang niet alleen musea alles op, ook verbazend veel particulieren zijn actief. Het gaat niet steeds om verzamelaars, maar om mensen die deze oude spullen gewoon leuk vinden om te dragen. “Dat wijst op een mentaliteitswijziging. Vroeger zou het niet hebben betaamd om iets oud te dragen. Nu zo ongeveer alles in de mode is en er geen sprake meer is van een uniforme lijn, vinden mensen het aantrekkelijk om oud en nieuw door elkaar te dragen. Destijds stond het ook niet om iets uit een tweedehandszaak te halen, nu is dat geen probleem, het getuigt eerder van persoonlijkheid en originaliteit.”
Het dragen van oude jurken, schoenen en accessoires is een heuse modetrend. Zeker in Londen waar de belangrijkste veilingen worden gehouden. “Deze sector zit absoluut in de lift”, beaamt mode-experte Suzette Shields van Christie’s. “Onder onze klanten tellen we niet enkel musea, maar ook wat wij ‘academische verzamelaars’ noemen : die storten zich op een enkele ontwerper. Maar een groot deel van het publiek is verrassend jong. Die groep is zeer labelgevoelig en toont vooral belangstelling voor de jaren zestig en zeventig. De jaren tachtig komen nog maar pas op. Maar lang niet alles wat er wordt verkocht is prijzig. Zo kost een T-shirt van Westwood amper 100 Ã 200 Britse pond. Ik merk ook dat alles wat er iets conservatiever uitziet meer succes heeft, omdat het gemakkelijker te dragen is.”
Ook Britse couturiers in trek
Sotheby’s mode-experte Kerry Taylor, die de leiding had over de veiling van de collectie van prinses Lilian, stelt vast dat er tien jaar geleden andere namen werden gezocht dan nu. “Toen had iedereen alleen oog voor werk van de grote Franse modehuizen. Nu worden bijvoorbeeld de Britse couturiers even hoog ingeschat. Dat komt door de evolutie van de modewereld en de specifieke belangstelling van musea die graag nieuwe trends en centra ontadekken.”
Momenteel zijn volgens Taylor vooral namen in trek als “Yves Saint Laurent, Cristobal Balenciaga, de vroege Christian Dior, de vroege Chanel, Madeleine Vionnet, Paul Pioret, Elsa Schiaparelli, Mariano Fortuny en, onder de Britten, Vivienne Westwood, Ossie Clarck, de vroege Mary Quant en Biba. ” De kopers worden met de dag kieskeuriger, wat voorspelbaar was. Na de hype van de voorbije tien jaar kwam er een zekere rust. Door de veelheid aan publicaties en tentoonstellingen weten de speurneuzen beter wat ze precies willen. Bovendien worden rariteiten meer gezocht dan ooit. “Sommige dingen brengen altijd een goede prijs op”, zegt Taylor, “zoals iets van Dior uit 1948. Maar Dior uit bijvoorbeeld 1957 of 1962 is dan weer niet gewild. Ook Chanel-pakjes doen het altijd goed, evenals de op de jaren dertig geïnspireerde jurken van Ossie Clark, de psychedelische jurken van Emilio Pucci en de futuristische items van André Courrèges.”
De prijzen stijgen
Het publiek heeft niet enkel oog voor kleding, ook accessoires zijn gewild. Zo zijn de handtassen van Hermès bijzonder in trek. Op 19 mei werd bij Sotheby’s Londen een zwarte Hermès Kelly bag uit het begin van de twintigste eeuw afgehamerd voor maar liefst 6000 pond. Een Gucci-handtas uit de jaren negentig haalde 1800 pond. Schoenen en handtassen moeten natuurlijk in perfecte staat verkeren en van grote merken zijn als Vuitton, Gucci en Hermès. De belangstelling voor fashion zal zeker niet afnemen, wel integendeel. Iedereen vraagt zich natuurlijk af naar welke namen we straks moet uitkijken. Kerry Taylor is ervan overtuigd dat veel grote namen van nu zullen worden verzameld, zoals Alexander McQueen, John Galliano en Azzedine Alaïa. “Omdat ze gewoon goed zijn, ze weten hoe ze de vrouwelijke vormen kunnen flatteren. Door hun verbeelding onderscheiden ze zich van de rest en hun kleren zullen ook morgen draagbaar blijven.” Momenteel zijn de Belgische ontwerpers nog niet present in dit circuit, maar zowel Shields als Taylor verwachten dat ook hun collecties op de veiling zullen verschijnen. In ons land worden de Belgische couturiers wel al druk verzameld. Nu de hele sector in opmars is, verwachten we ons aan een groeiend aanbod en steeds forsere prijzen. Je mag gerust stellen dat ‘mode’ een belegging waard is. Gezien de retrohype vooralsnog niet is overgewaaid, zal je oude spullen makkelijk weer voor een aantrekkelijke prijs slijten. Maar het moet ofwel om heel opvallende ontwerpen gaan, min of meer unica dus, of om stukken die makkelijk opnieuw te dragen zijn. n
Piet Swimberghe
Sommige stukken brengen altijd een goede prijs op, zoals vroege creaties van Chanel en Dior, maar ook jurken van Ossie Clark, Emilio Pucci of Courrèges.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier