Het ei van Liaigre
Als de Franse interieurdesigner Christian Liaigre toe is aan rust, trekt hij zich terug tussen de vissers van het Franse Ile de Ré, waar een staaltje van zijn kunnen staat.
Op dit kleine eiland in de Atlantische Oceaan vindt Christian Liaigre wat hij in Parijs moet ontberen: rust en schilderachtigheid. Via professionele weg ontdekt hij deze ingrediënten ook in het Verre Oosten, waar hij veel reist voor grote projecten. Tot in Australië wordt hij gevraagd om hotels, kunstgaleries en woningen in te richten. Hoe goed de oosterse eenvoud hem ligt, merk je het best aan zijn strak ontworpen meubilair. Hoewel Liaigre geen minimalist pur sang is, prijkt hij wel samen met Andrée Putman en Philippe Starck aan het firmament van het Franse design. Maar op een bescheiden wijze, zonder overdreven publieke belangstelling.
Liaigre mag dan vele jaren actief zijn, zijn eigen meubelcollectie brak pas in de jaren ’90 door. Vroeger was de interesse voor het gebruik van natuurlijke materialen en een artisanale afwerking geringer, althans bij het grote publiek. Bovendien werkte hij tot in de jaren ’70 voor het grote Parijse decoratiehuis Nobilis en opende hij pas in ’87 zijn winkel met een eigen collectie in de rue de Varenne. Daar vloeiden vermaarde projecten uit voort, zoals de inrichting van de grote loft van Kenzo aan La Bastille: een ode aan de Japanse cultuur. Liaigre heeft vanzelfsprekend bijzondere voeling met het meubilair van dit land, dat eenvoudig is van lijn, maar complex van structuur en opbouw. Voor zijn grote doorbraak in ’91 was de renovatie van het Parijse hotel Montalembert belangrijk. Van toen af aan stroomden de opdrachten binnen en werd vooral zijn meubilair een begrip. Ook in ons land, waar het erg veel bijval kent. In de eerste plaats bij gefortuneerde lieden, want het is behoorlijk prijzig. Maar het past in elke omgeving, van Londense lofts tot de zomerhuizen van Long Island. Dus ook op het Ile de Ré.
Aangezien Liaigres huisje geen showroom is, krijg je niet zijn volledige collectie, maar een gedeelte te zien – zoals de fauteuils van donker tropisch hout in de zithoek en de van takjes getimmerde stoeltjes aan de keukentafel. Ze getuigen van een pastorale eenvoud, die ook eigen is aan antiek boerenmeubilair. Je mag gerust stellen dat Liaigre zich verankert in de traditionele Franse meubelkunst. Hij weert modieuze franjes en voyante kleuren, zijn meubilair is gemaakt voor lang en intensief gebruik. Zo krijgt het eenvoudige hout, katoen, linnen of riet bovendien een prachtig patina.
Voor liefhebbers van Liaigres meubels is dit huis een openbaring, want de ontwerper put een groot deel van zijn inspiratie uit deze woning en haar omgeving. Liaigre trok al in de jaren ’60 naar het eiland “aan het einde van de wereld”. Zo werd het toen nog ervaren, want er was enkel plaats voor een paar vissers in kleine witte huisjes. Pas veel later gooiden hier beroemdheden hun anker uit. Gelukkig blijft het een rustige plek waar de oceaan heer en meester is over de zoutmoerassen, oesterbedden en weidse stranden. Belangrijk voor Christian Liaigre, die zielsveel houdt van het licht dat door het water wordt weerkaatst en Ile de Ré een uitzonderlijk teder kleurenpalet schenkt.
Het huis zelf is uiterst eenvoudig van stijl en opbouw, een rijtjeshuis van twee eeuwen oud, met zware muren om de koude wind te trotseren. Binnen werd nauwelijks iets veranderd, zelfs aan de indeling werd niet getornd. Voor een warme en gezellige sfeer werden de muren betimmerd met ruwe houten planken: een Gustaviaans accent. Om het invallende licht niet te verstoren, hangen er nauwelijks schilderijen of prenten aan de wand. Liaigre leeft zich uit in het spel van licht en schaduw, want uitgesproken kleuren gebruikt hij niet, veeleer schaduwtinten. Omdat hij van patine houdt, werd er heel wat behouden, zoals de houten vloer en een versleten trap. In dit huis gebruikt Liaigre vooral donker meubilair van wengé. Niet alleen omdat hij dit hout verkiest, maar ook als ode aan de traditie. Aan de Franse oceaankust wordt van oudsher veel exotisch hout gebruikt voor meubilair. Het uit Afrika en Latijns-Amerika ingevoerde hout was ginds goedkoper dan in het binnenland. Het past goed in deze context, Liaigre beschouwt het als een reissouvenir, samen met de raffiamanden en -zetels uit Marokko en de koralen uit Bora Bora.
Piet Swimberghe / Foto’s Sven Everaert
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier