Goudleder
Enkele jaren geleden kreeg ik van een meubelmaker twee vellen antiek goudleder. Is dit het beroemde kalfslederbehang uit Mechelen ?
Het gaat inderdaad om kalfsleder, en geen rundleder – dat is immers te dik – of geiten- of schapenleder – dat is te dun -, dat rijkelijk versierd werd om als behang te worden gebruikt. In tal van oude monumenten zijn er trouwens kamers met goudlederbehang bewaard, onder meer in het Erasmusmuseum in Anderlecht en het Plantin-Moretusmuseum in Antwerpen. Ook in tal van stads- en gemeentehuizen zijn er salons mee verfraaid. Wat er meteen op wijst dat dit een kostbare decoratie was. De oorsprong zou in Libië liggen, waar leder voor het eerst als wandbehang werd aangewend. Deze traditie geraakte verder verspreid in Zuid-Italië en Spanje. Vanaf de veertiende eeuw kwam er in Cordoba een ware goudlederindustrie op gang. Men spreekt trouwens in Frankrijk en bij ons over ‘Corduaans leder’. Via de Spanjaarden kwam er ook hier belangstelling voor dit rijke product. Vanaf het begin van de zestiende eeuw werd er goudleder in de Zuidelijke Nederlanden gemaakt, onder meer in Antwerpen, Brussel en uiteraard Mechelen, het belangrijkste centrum van noordelijk Europa. In Mechelen werd er tot op het einde van de achttiende eeuw geproduceerd. Toen ging dit ambacht trouwens overal in Europa teloor, het goudleder werd van de markt verdrongen door het goedkopere papierbehang. Goudleder werd gemaakt in Italië, Spanje, Frankrijk, Duitsland, België en Nederland.
Bij het productieproces kwam er geen goud te pas, eenmaal gelooid werd het leder belegd met zilverfolie, waarop bruine vernislagen werden aangebracht die het zilver visueel omzetten in goud. Het leder werd meestal ook in een mal geperst voor een reliëfdecoratie. Aan de versieringen kunnen we de stukken dateren. Beide stukken Mechels goudleder stammen uit de achttiende eeuw. Het decor met de vaas is het oudste, van rond 1720. Het hoort nog bij de Lodewijk XIV-stijl die in Nederland populair werd door de ontwerpen van de naar Nederland uitgeweken Franse hugenoot Daniel Marot. Het andere fragment verwijst naar het rococo of de zwierige Lodewijk XV-stijl, getooid met wervelende rocailles en bloemen. Het grote fragment is misschien volledig bewaard. Aan de rand zitten er dan boorden met stikgaten, de lederen vellen werden immers aan elkaar genaaid. Het stuk werd jammer genoeg ooit geplooid, waardoor het aan waarde inboet. De waarde ligt rond de 300 euro. Het kleine fragment is 150 euro waard. We merken nog op dat antiek goudleder behoorlijk zeldzaam is en dat wat er soms als goudleder uitziet, meestal gewoon behangselpapier is. Dat komt omdat dit materiaal eind negentiende eeuw herontdekt en nagebootst werd met minder kostbare methodes. We merken nog op dat de Japanners tuk zijn op Kinkarakawa, zoals zij het noemen. Destijds gebruikten ze het om allerlei kostbaarheden mee te bekleden.
Meer over lederbehang
Wie wat uitkijkt, merkt overal antiek goudleder op. Hoewel het in de antiekhandel toch weinig voorkomt, behalve misschien een zeldzame keer om een tochtscherm of een stoel mee te bekleden. In Nederland kunnen we u wel verwijzen naar het educatief zeer boeiende Schoenen- en ledermuseum in Waalwijk, een stadje iets ten noorden van Breda (voor meer info : www.schoenenmuseum.nl). Het museum heeft een mooie collectie goudleder en legt ook de gebruikte technieken haarfijn uit : goed voor een uitstap.
Vragen over antiek worden gestuurd naar Piet Swimberghe, Raketstraat 50 (bus 3), 1130 Haren-Brussel. Waardebepalingen worden onder het grootste voorbehoud gegeven. Stuur een duidelijke foto, die we helaas niet kunnen terugzenden.
Piet Swimberghe
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier