De proef op de som

Herwig Van Hove

De eindejaarspromotiecampagne voor GB-wijnen lokt altijd veel belangstelling. Er zitten dikwijls interessante koopjes tussen, maar er zijn ook prijs-kwaliteitsverhoudingen die een beetje scheef zitten. Alvorens grote aankopen te doen, kan er best eerst geproefd worden.

Herwig Van Hove

Bordeaux 1990 was excellent, maar in ’91 was de vriesschade zo erg dat er op sommige plaatsen zelfs niet werd geoogst. De jaren nadien is het steeds beter beginnen gaan, tot en met de 1995 die, op enkele kleintjes na, pas volgend jaar in de winkel zal liggen. 1994 is er ondertussen in overvloed. Deze 1994 is een wat speciaal geval : het begon in volle oogst te regenen en dan plukt men gewoonlijk iets te vroeg om rottigheid te vermijden. Dit brengt op zijn beurt dan wat onrijpe harde tannines mee die ook op fles nooit verzachten. Al wat vroeg geplukt werd (de witte en de merlot-gedefinieerde wijnen van de rechterzijde van de rivier en de vroeger rijpende Graves ten zuiden van Bordeaux) staan er beter voor dan wijnen waarin de laat rijpende cabernet sauvignon het waar moet maken. Uitkijken en kiezen is dus de boodschap. Ook bij 1993 en iets minder bij 1992 zijn goede selecties mogelijk. Kortom : ?C’est le moment de l’amateur averti.?

Meer dan ooit moet er dus, zelfs voor het kopen van een kleine voorraad, geproefd worden. Als het om snel te drinken is binnen een jaar of zo , let dan vooral op onmiddellijke smakelijkheid : zachtaardig fruit en vooral zachtaardige tannines. Zijn er plannen op iets langere termijn enkele jaren , let dan vooral op structuur en concentratie van kleur, geur en smaak. Bewaarkwaliteiten herkent men bij jonge wijn, aan de aanwezigheid van ondergedolven diepliggende rijpheid : zwaardere aroma’s van donker fruit die zich slechts in het glas vrijmaken na walsen van de inhoud.

Er zijn echter grenzen aan de concentratie : het donkerste is daarom nog niet het beste en een lichte kleur hoeft niet per se slecht te zijn. Men moet ook letten op het algemene evenwicht. Donkere inktachtige wijnen met geuren van gekookt en zoet, en in de mond een ronde reliëfloze smaak, met daarbij een flinke scheut alcohol gaan vrij vlug vervelen : ze missen finesse. Rode wijnen uit warmere gebieden zoals de Midi en vroeger Californië kunnen soms, maar niet altijd, van deze trekjes vertonen. Ook Bordeaux in de grote warme jaren zoals 1990 kan er soms wat van hebben.

Het echte evenwicht is fijn en stevig, vlezig en gespierd, friszuur en warmzoet. Het smaakspectrum is dan breed en complex, ontwikkeld zoals alleen een trage rijping in koelere of hogere gebieden kan meebrengen. Accenten in één of andere richting kunnen natuurlijk wel : een zuiders type met wat warmbloedigheid of de extreme finesse van Duitse riesling dan spreekt de persoonlijke voorkeur.

De beste manier om de eindejaars-promotiecampagnes zoals deze van de GB aan te pakken is een proefgroepje te vormen. De proefflessen kunnen kostendelend worden aangekocht en men kan met wel 12 proevers proeven van een fles. Interessant omdat men dan kan communiceren over de wijn. Concentreer voor elke wijn op de positieve en de negatieve impressies en rangschik naargelang de dominantie in positief of negatief. Als er niets opvalt, noch in goede noch in kwade richting, rangschik dan als neutraal.

Laat u niets wijs maken : kortdurend stockeren in grootwarenhuislicht of dito temperatuur kan aan de wijn niets wezenlijks veranderen. En geloof niet dat tijd de wonden heelt. Het liggen (van flessen) heeft nog nooit onevenwichten van te zuur of te schraal weggewerkt. Integendeel, de tijd versterkt alle fouten : een wijn die als een ?beetje slecht? vertrekt, eindigt na een paar jaren fles met grote zekerheid als ?zeer slecht?. Enkel de goed geconcentreerde, evenwichtig opgebouwde en rijk onderbouwde wijnen die dus jong al heel lekker smaken , verdienen het om te worden weggelegd.

Algemeen is het ook goed om onderscheid te maken tussen ?wat is er in het glas ?? en ?wat vind ik ervan ??.

IN HET GLAS

We proeven 16 wijnen uit het meer dan 200 verschillende soorten omvattende GB-assortiment. De voorgestelde selectie is deze van de hoofdwijnaankoper van GB zelf, waarbij hij vooral een zekere representativiteit over het gehele aanbod nastreefde.

Ruim een derde van de selectie is oninteressant. Een witte bourgogne 1994, La Vézelienne, kan maar matig bekoren : een heel discrete chardonnaypresence aan de neus en een gezonde moderne maar anonieme smaak. Deze wijn kost 259 fr. per fles en voor een flink stuk minder heeft men nu buiten Frankrijk gelijkaardige gladde types zoals de Argentijnse chardonnay van Trapiche (Van Hende, Gavere-Dikkelvenne) en deze van Etchart (in GB) of de Australische Jacob’s Creek (ook in GB).

De witte bordeaux Château Roquefort 1994 (169 fr.) is wat van zijn frisse puntigheid verloren, maar blijft een foutloze commerciële wijn zonder meer. Men mag verwachten dat de 1995-er meer fris reliëf zal vertonen, maar voor dit sauvignontype is het Loiregebied in 1995 en zeker in 1996 meer belovend.

De Château Baron de la Salle 1995, Premières Côtes de Blaye, (129 fr.) is dun van smaak met wat ongedefinieerd plat merlotfruit. Ook het fruit van de minervois Château Maris 1993 (139 fr.) zit helemaal verkeerd : vreemde etherische toetsen van muskaatnoot en gekookte groenten en in de mond een ruwe zuur-bittere smaak.

Bij de rode bourgognes moeten we spreken van een schande in de prijs-kwaliteitsverhouding. De Gevrey-Chambertin 1994 van het veel geprezen domein Pierre Gelin (499 fr.) is nauwelijks rosé van kleur, heeft haast geen neus en is ijl-dunzuur van smaak. De tweede rode bourgogne moet nog meer aan de schandpaal : Premier Cru de Pommard, Les Chaponnières 1992 van het domein Parent (729 fr.) dat nochtans een zekere bekendheid geniet voor zijn Corton Les Renardes. De Chaponnières is een licht aangenaam wijntje zonder kleur, met iets neus en in de mond gemakkelijk simpel rond vooral omwille van de 13 vol % alcohol. Ook de Saint-Joseph 1993 van domein Courbis in de Rhônevallei (289 fr.) kan met zijn matige kleur en zijn matige neus en met zijn dunne syrahsmaak niet overtuigen. De kleinste Shiraz uit Australië is beter.

Verder zijn er in de selectie drie wijnen met schoonheidsfouten. Denis Dubourdieu heeft in zijn Château Reynon 1994, Premières Côtes de Bordeaux, (259 fr.) wat overdreven met het hout. De houttoets overdondert geur en smaak, enkel helemaal op het einde komt een kleine fruitcomponent in de mond. De Château Plaisance, Saint-Emilion Grand Cru 1994 (299 fr.) is volkomen structuurloos zacht en de Haut-Médoc, Château Verdignan 1989 (329 fr.) is wat ongelukkig verouderd : de neus is er wel maar hij is niet van het fijne geëvolueerde type en de smaak is wat verbrokkeld in pikante elementen.

KLEINE BORDEAUX

Tenslotte zijn er drie mooie koppels. Ten eerste twee kleine bordeauxs. Kleine bordeaux is nog nooit, in heel zijn geschiedenis niet, zo goed en zo goedkoop geweest als nu. Op niveau van chardonnay en sauvignon kunnen de niet-Fransen gemakkelijk in kwaliteit en prijs concurreren, maar met kleine bordeauxachtige blends staan ze nergens. De twee wijnen Château Picon en Domaine Moulin de Mendoce zijn compleet van smaak met gezond fruit, structuur en goede tannines en dat voor een consumentenprijs van 139 fr. Onklopbaar ! Het kan geen toeval zijn dat ze allebei van het jaar 1995 zijn.

Château Picon 1995, Bordeaux Supérieur, (139 fr.) : Goede kleurconcentratie en een complexe statige neus gedragen door een toets exotisch rijp fruit. De smaak is volledig en over het gehele smaakgebied goed samengehouden met flinke structuurtannines. Een wijn van wat matige concentratie maar goed typisch Bordeaux.

Domaine Moulin de Mendoce 1995, Côtes de Bourg, (139 fr.) : Iets steviger van kleur dan de vorige met zelfs wat tonus aan de neus en wat bitter in de smaak. Deze wijn kan enkele jaren liggen en verbeteren.

FRUIT

Het tweede mooie koppel kenmerkt zich door expressies van fruit. Fruitigheid is de meest voor de hand liggende expressie van wijn uit rijpe druiven : het maakt wijn als product direct genietbaar. Wat dit fruitkoppel zo interessant maakt is het verschil.

Château Haut Redon 1995, Bordeaux, (149 fr.) : Goede kleur met verse frisse nuance en een discrete neus die echter rijk in fruit openplooit na opschudden. In de mond komt een smakelijke wat eenvoudige wijn met eenheid en een accent op fruit. Een goede instapwijn om mee te beginnen.

Château Etang des Colombes 1993, Corbières (159 fr.) : Hoog geconcentreerde haast inktachtige kleur en een ingeplooide gedrongen neus met rijp fruit ook in de onderbouw. Een ronde charmerende smaak, iets massief, maar goed gedragen door structuurbitter. Een hoog geconcentreerde wijn met zuiderse charme

KLASSE

Het derde koppel getuigt van verschillende opvattingen in het matige jaar 1994. De tweede wijn van Château Lagrange, Les Fiefs de Lagrange, neigt naar klassieke bittergedragen stevigheid, de andere, de Château Sociando Mallet, speelt de kaart van de finesse. Het prijsverschil kan natuurlijk mee de keuze bepalen.

Les Fiefs de Lagrange 1994, Saint-Julien, (299 fr.) : Goede kleurconcentratie en een neus waarin de verse eik van het vat spreekt, fluweelachtige smaakaanspraak met veel statig bitter in het smaakverloop. Uiterst klassieke stevige en wat strenge wijn die enkele jaren moet liggen.

Château Sociando Mallet 1994, Haut-Médoc (499 fr.) : Gelijkaardige goede kleur maar het hout is discreter in de neus, en na opschudden komt wat charme boven. De smaakattaque is charmerend zachtaardig met aangenaam fruit en heel veel finesse zonder spoor van zwakte. Kan nu gedronken worden, maar kan ook nog enkele jaren mee.

Invoer : GB. De vermelde prijzen worden met 10 procent verminderd bij aankoop van 24 flessen, zelfs niet geassorteerd.

Château Picon en Domaine Moulin de Mendoce : compleet van smaak, onklopbare prijs.

Links : Château Haut Redon en Château Etang des Colombes ; tweemaal fruitig, maar zeer verschillend. Rechts : Les Fiefs de Lagrange en Château Sociando Mallet ; verschillende opvattingen in het jaar 1994.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content