De huisneus van Chanel
Vrouwelijk en mysterieus, modern maar met respect voor de traditie, volgens huisparfumeur Jacques Polge zijn dat essentiële kenmerken voor een succesvol Chanel-parfum. De meester over zijn geurige beroep.
Het beroep van parfumeur heeft mij altijd geïntrigeerd. Snuift zo’n man een hele dag aan flesjes achter zijn bureau of zoekt hij de wijde wereld af naar exotische geuren? En hoe maak je een parfum voor iemand die je nooit hebt ontmoet? We vroegen aan Jacques Polge waar hij zich concreet mee bezighoudt.
Polge: “Ik bedenk in de eerste plaats parfums, maar ik ben ook verantwoordelijk voor de creaties van mijn voorgangers. We maken alle geuren verschillende keren per een jaar aan, waarbij ik de ingrediënten selecteer en hun kwaliteit controleer. Ik hou van dat artisanale: het kiezen van de grondstoffen en de juiste verhouding bepalen.”
Hoe herken je een goede parfumeur?
Je moet instinctief aanvoelen welke elementen het best de duurzame modetrends weergeven. Je moet de mode volgen, maar op zo’n manier dat jouw creatie zo uniek mogelijk is, in een wereld waarin alles steeds meer op elkaar lijkt. Het vatten van de tijdgeest is een essentieel onderdeel van een goed parfum, maar de kunst bestaat erin om die elementen eruit te halen die het best bij de huisstijl passen.
Tussen Coco en Coco Mademoiselle zit zeventien jaar. Je kunt de evolutie van die periode lezen in Coco Mademoiselle. Met hetzelfde idee heb ik een andere creatie gemaakt. De opulentie van Coco vertaalde ik op een andere manier: minimalistischer, lichter en frisser. De bloemennoten zijn lichter, de houtsoorten zijn preciezer en droger, de kruiden heb ik vervangen door minder zware soorten, en de ambertoetsen zijn nerveuzer en minder bedwelmend.
Bestaat er na 23 jaar nog een verschil tussen uw eigen stijl en die van Chanel, of zijn die volledig versmolten?
Ik sta ten dienste van Chanel, net zoals mijn voorgangers. Misschien is het mijn eigen stijl, maar eigenlijk is het die van madame Chanel. Al haar parfums kun je herkennen aan een zekere abstractie. De geuren van Guerlain bijvoorbeeld zijn figuratiever: je ruikt er duidelijk herkenbare dingen in zoals vanille, jasmijn en kruiden. Bij Chanel roept een parfum nooit een precieze geur op: het is altijd vager. Ik geloof ook dat het vrouwelijke een essentieel element is. Merken hebben volgens mij een geslacht, en dat van Chanel is zeer vrouwelijk. Paco Rabanne bijvoorbeeld lijkt me mannelijker. Hij is bekender om zijn herengeuren. Een derde kenmerk is mysterie. Sommige geuren maken van elke vrouw die hem draagt dezelfde persoon. Een parfum moet aanwezig zijn en een bepaald karakter hebben, maar tegelijkertijd het mysterie bewaren. Dat is volgens mij de essentie van een Chanel-parfum. Maar andere interpretaties zijn natuurlijk mogelijk. Misschien zou een andere parfumeur in mijn plaats andere dingen maken.
Zou u ooit nog voor andere merken kunnen of willen werken?
Er zijn niet veel merken die werken zoals Chanel, namelijk met een eigen geïntegreerde creatieve afdeling. Vroeger had elk huis een eigen parfumeur, zoals elk restaurant een eigen kok heeft. Om verscheidene redenen zijn al die oude namen verdwenen, en zijn er nieuwe ontstaan met een andere cultuur en een andere werkwijze. Chanel is een van die witte raven die nog volgens de traditionele manier werken. Je hoort mij niet beweren dat dat beter is, maar wel dat het anders is. We zijn eigenaar van onze formules, terwijl de meeste anderen kiezen uit de voorstellen van verscheidene parfumbedrijven. Er zijn dus niet veel merken waar ik terecht zou kunnen.
Bovendien ben ik gelukkig bij Chanel. Ik vergelijk het graag met de autoracewereld: er zijn evenveel racers als parfumeurs, maar een goede piloot kan niet winnen als hij niet in een goede stal zit. Mijn werkomstandigheden zijn ideaal: ik heb een zeer grondige kennis van het merk en ik ben op de hoogte van de verschillende facetten van de creatie. Natuurlijk ben ik verantwoordelijk voor de inhoud van een flesje, maar ook de buitenkant telt. Veel parfumeurs kennen daar niets van, maar ik vind dat belangrijk. Ik bespreek vaak projecten met de marketingafdeling, we werken samen zonder dat we elkaar iets opleggen. Toen ze me vertelden dat N°5 en Coco de twee sterkste namen zijn en dat hun potentieel nog niet volledig benut werd, bedacht ik een manier om de naam Coco te laten heropleven met een eigentijdser geur. Dat was geen opdracht, veeleer het resultaat van een synergie. We hebben altijd al aan marketing gedaan. Zelfs toen madame Chanel in ’21 samen met Ernest Beaux aan N°5 werkte, deden ze aan marketing zonder het te weten. En nog uitstekend ook, want je ziet het niet.
Inspireert u zich op het erfgoed van madame Chanel of gebruikt u ook andere bronnen?
Dat hangt ervan af. In het geval van Egoïste heb ik me bewust gebaseerd op Bois des Iles om een mannengeur te maken. Ook veel vrouwen dragen trouwens Egoïste. Madame Chanel heeft sterke dingen nagelaten, waaraan men zich kan vasthaken. Soms denk ik dat N°5 de grammatica is van de Chanel-stijl. En toch is het geen stijl die blokkeert. Ik herneem vaak oude thema’s die ik transformeer met nieuwe materialen. Zo was het thema van Coco Mademoiselle al aanwezig in Coco, en toch zijn het twee verschillende parfums.
Maar het kan ook iets totaal anders zijn. Wanneer je aan een parfum werkt, doe je dat instinctief, vanuit een precies idee. Parfums zonder idee vind ik niet goed. Wanneer het klaar is, ontdek je soms achteraf basiselementen waar je niet noodzakelijk aan hebt gedacht tijdens de creatie. Ik denk niet dat een parfumeur nieuwe geuren maakt, maar wel nieuwe parfums.
Evolueer je nog als je al jaren voor hetzelfde merk werkt?
Ja. Zoals Karl Lagerfeld niet dezelfde mode maakt als twintig jaar geleden, maak ik nu andere geuren dan toen. Ik zou Coco of een N°5 niet meer opnieuw kunnen maken. Dat doet niets af aan de kwaliteiten van die parfums, maar heeft te maken met evolutie: nieuwe bestanddelen, benaderingen, woordenschat… Ook mijn persoonlijke smaak evolueert: er zijn vaste waarden, maar je leert daarnaast met nieuwe materialen werken. Het enige wat ik betreur, is de globalisatie: alles lijkt tegenwoordig erg op mekaar. In de parfumerie zijn bepaalde akkoorden helemaal verdwenen. Maar ook vandaag worden er nog mooie dingen gemaakt. Als een parfum succes heeft, is dat meestal omdat het een goede creatie is.
De evolutie van Chanel als parfumhuis is verzekerd omdat we in de eerste plaats een couturehuis zijn. Vier keer per jaar is er een nieuwe collectie, en we stellen ons bijgevolg minstens evenveel keer de vraag hoe het merk evolueert. Dat heb je niet in een parfumhuis pur sang, zodat die het nu veel moeilijker hebben om modern en actueel te blijven.
Voelt u de druk van de globalisering?
Als ik aan een parfum werk, hou ik in mijn achterhoofd dat zowel de Fransen, Japanners als Amerikanen ervan moeten houden. Vroeger bestonden er inderdaad grote verschillen tussen de Franse en de Amerikaanse parfumcultuur, maar die zijn afgezwakt en hebben plaatsgemaakt voor een internationale parfumerie. Vandaag bepalen vooral de stijl en de persoonlijkheid van de merken het succes. Chanel is in de eerste plaats een internationaal merk, al associëren velen het ongetwijfeld met een Frans parfum. Maar ik ben er niet zeker van dat dat Franse de sterkste eigenschap is. In de Verenigde Staten bijvoorbeeld is N°5 beter bekend dan de merknaam zelf.
Is de functie van parfums de laatste jaren veranderd?
De gebaren zijn veranderd (verstuivers, lichaamsproducten…), maar de drijfveren zijn dezelfde als vijftig jaar geleden. Het is voor velen een dwingende, dagelijkse behoefte geworden. De parfumerie is geëvolueerd van een ambacht tot een ware industrie. Daardoor heeft het ontegensprekelijk aan exclusiviteit verloren. Het grootste gevaar van de hedendaagse parufmerie is de banaliteit. Bij Chanel doen we alle moeite om daartegen te vechten.
de creaties van Jacques Polge
1981: Antaeus
1984: Coco
1990: Egoïste
1991: Pour Monsieur Concentré
1993: Platinum Egoïste
1996: Allure Femme
1999: Allure Homme
2001: Coco Mademoiselle
Sofie Albrecht
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier