Dag kind

Je was er al toen je er nog niet was. Eigenlijk is dat onzin. Zelfs nu je in mijn buik woont, ben je er nog niet. Het enige wat er is, zijn mijn eigen verwachtingen. Tussen dromen en angstaanvallen knutsel ik een beeld bij elkaar. Het is de minst goed gekozen benaming: ‘in verwachting zijn’. Want wat weet een mens? Ik weet amper hoe ik zal zijn, laat staan hoe jij zal zijn. Ik kan scènes verzinnen, beelden en momenten. Hoe we samen zouden knutselen, voorleesrituelen in bed houden, op onze rug in het zand verhalen verzinnen, verstoppertje spelen en samen de wereld ontdekken. Fragiele schetsen in sepia. Als beeldjes in een zelfbedachte porseleinkast. Maar na al die maanden van meer en meer olifant worden, is de kans groot dat ik ze omstoot, en op blaren en scherven moet zitten. Want jij bent niet gewoon een baby. Geen verhaaltje dat ik kan bijeenfantaseren. Jij bent helemaal jezelf. En ik wil joù leren kennen. Met je nukken en je binnenpretjes, overpeinzingen en onbestemde verlangens. Ik heb geen zin om je, wanneer je er bent, af te wegen tegen de verwachtingen die nu in mijn hoofd en hart zouden ontstaan. Dat lijkt me niet helemaal eerlijk. Nee, ik ben niet in verwachting. Ik ben in afwachting. Uiteindelijk is het net als met die andere liefde: je weet pas hoe het is als het je te beurt valt. En dan zijn die fixaties en droomscenario’s uit boeken, liedjes en films niet altijd even handig om van de realiteit te genieten. Net zomin als horrorverhalen over bevallingen, schampere opmerkingen over ‘hoe je leven binnenkort voorbij gaat zijn’ en ‘zeg maar dag tegen je bioritme’ noodzakelijk zijn, welke kern van waarheid ze ook bevatten.

Dat spannende tijden ons wachten – want samen met jou worden ook twee kersverse ouders geboren. Een nieuwe rol, zonder tekst of generale repetitie. Meteen voor echt. Ik twijfel of ik zelf goed gecast ben, maar van één ding ben ik zeker. Jij weet het nog niet, maar het toeval wil dat jij een fantastische vader krijgt. Daar kan ik nu al voorpret om hebben. Alsof het een pakje onder de kerstboom betreft waarvan ik al weet wat erin zit. Wat hem zo geweldig maakt? Niet dat hij nu al kaas gegeten heeft van het ouderschap, wel omdat hij dat onontgonnen terrein zal uitpluizen zoals hij dat met alle domeinen van het leven doet: bereid om zichzelf in vraag te stellen, te verbeteren, bij te sturen. Niet gehinderd door vooroordelen of stereotypen.

Ik weet dat ik van je zal houden. Ik hoop dat ik je ook leuk ga vinden. En jij mij. Maar hoe dan ook zullen jij, je papa en ik een gezinnetje vormen. Met elkaar opgescheept zitten, tijdens rustige baren en metershoge golven. Het wordt een woelige vaart, met heerlijk onbekende aanmeerplekken. Dat het duizend keer mooier zal zijn dan ik me nu kan inbeelden, en ook duizend keer zwaarder. En alles daartussen. Dat je me het bloed onder de nagels vandaan zult halen, en naar mijn wangen zult doen stromen om een geluksblos te vormen. Je bent welkom, wie je ook bent. Ik zal het je de komende maanden steeds toefluisteren: “Kom, ik zal je dragen. Dicht en ook verdragen.”

katrijn.van.bouwel@knack.be

KATRIJN VAN BOUWEL

Dat spannende tijden ons wachten – want samen met jou worden ook twee kersverse ouders geboren

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content