Arnout Hauben
De Eerste Wereldoorlog is nog altijd een beladen iets. Dat merkte ik toen ik een dag Australiërs volgde, die het graf van hun grootvader kwamen bezoeken. Bij een bunker in Polygoonbos waren ze tot tranen toe bewogen. Wist je dat alle Engelse schoolkinderen nog altijd op schoolreis komen naar het front ? Onvoorstelbaar hoe goed die hun geschiedenis kennen. Misschien gaan wij in Vlaanderen daar iets te los mee om.
Honderd jaar is niet zo lang, hoor. Achter Reims heb je een militair domein van 13.500 hectare : Camp de Suippes. In 1914-’18 zijn daar acht dorpen volledig verwoest en daarna, onopgekuist, als oefenterrein gebruikt. Dat gebied ligt al honderd jaar in quarantaine, in de ruïnes zie je nog afwas liggen. Dan voelt die oorlog plots héél dichtbij. Door te voet langs die frontlinie te lopen, krijg je pas inzicht in de posities die de legers innamen. Dat is de kracht van het wandelen : je neemt het landschap traag in je op.
Er is geen grote reiziger aan mij verloren gegaan. Met Weg naar Compostela heb ik wél ontdekt dat een wandeltocht me tot rust kan brengen. ’s Ochtends opstaan met als enige bekommernis : ?Wat zal er vandaag gebeuren ?” Zalig is dat.
Om kleine, menselijke verhalen te vinden, moet je durven te wachten. Het draait niet zozeer om de juiste vragen stellen als wel om de juiste sfeer creëren. Als je te snel interviewt, hoor je misschien de helft niet van wat iemand vertelt. Mensen laten in hun antwoorden vaak zelf ballonnetjes op van wat ze nog kwijt willen. Daar moet je goed op inpikken.
Je moet je eigen hartslag in je werk blijven voelen. Ik heb al een paar keer gevoeld dat routine om de hoek loerde. Dat is een signaal. Je moet jezelf geregeld afvragen : ben ik nog fris genoeg, luister ik nog goed, investeer ik er nog genoeg van mezelf in ? Die zelfreflectie doet je soms van richting veranderen.
Ik was het wispelturigste kind van ons gezin. Om brokken te voorkomen, stuurden mijn ouders me op mijn twaalfde naar het internaat. Dat heeft mijn karakter mee gevormd. Ik ontdekte er hoe ik me tot de anderen moest verhouden, en hoever ik met woorden kwam als ik qua fysieke kracht tekort schoot.
Recht van de filmschool kwam ik bij Woestijnvis terecht : de ideale start. Bij Man Bijt Hond leerde ik snel het vak. Alles kon en alles mocht bij Woestijnvis. Ik mocht twee jaar meewerken aan Het Geslacht De Pauw. Dat was bigger than life. En ondertussen stal ik met mijn ogen.
Woestijnvis verlaten, was puur een keuze pro-VRT. Ik ben tevreden met hoe het bij ons eigen productiehuis De Chinezen evolueert. Er loopt veel jong volk rond, met een grote honger. Hun enthousiasme houdt mij ook fris.
Arnout Hauben (° 1976) is regisseur en reporter. Hij maakte de bekroonde docuserie Geel en Weg Naar Compostela, en werkte o.a. mee aan Man Bijt Hond, Napels Zien en Meneer Doktoor. Een jaar geleden verliet hij Woestijnvis om met enkele collega’s het productiehuis De Chinezen op te starten. Voor Ten Oorlog (vanaf 8/4 op Eén te zien) wandelde hij samen met acteur Jonas Van Thielen en Mikhael Cops langs de Europese frontlijn van WO I, van Nieuwpoort tot Gallipoli in Turkije. Het gelijknamige boek, geschreven samen met Johanna Spaey, verschijnt bij De Bezige Bij.
DOOR PETER VAN DYCK & FOTO KOEN BROOS
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier