De rol van de designer in 2021 is die van probleemoplosser
Wat brengt 2021 voor de designwereld? Misschien wordt het wel het jaar waarin de verbindende kracht van de designer naar waarde wordt geschat. Samen met experts onderzoeken we welke rol de designer kan opnemen in de wereld van morgen.
In 2020 brachten we massaal veel tijd thuis door. Het deed heel wat mensen met andere ogen naar designobjecten kijken. Welke meubels en voorwerpen in mijn huis vertellen een verhaal? Weet ik waar ze gemaakt zijn, en door wie?
Het was een tijd waarin we leerden herwaarderen wat er recht voor ons staat, maar evenzeer was het een periode waarin we onze blik verruimden. De zaadjes zijn geplant, tijd om te oogsten. Samen met twee experts analyseren we waarom het belangrijk is om de rol van de designer te herdefiniëren. Zo kunnen ontwerpers eindelijk hun glansrol opnemen, die zich niet noodzakelijk afspeelt in de spotlights. Wordt 2021 het jaar waarin we designers omarmen als probleemoplossers?
LESSEN UIT DE CRISIS
Livable Platform-oprichter Sep Verboom, in 2020 uitgeroepen tot designer van het jaar door de Biënnale Interieur en de magazines Knack Weekend en Le Vif Weekend, blikt met ons achter- en vooruit. ‘Het voorbije jaar leerden we dat digitalisering veel zaken efficiënter en flexibeler maakt,’ stelt de jonge ontwerper. ‘Dat zal volgens mij doorgetrokken worden naar 2021. Niet alle verplaatsingen zijn essentieel en sommige vergaderingen kunnen gerust van thuis uit plaatsvinden, met behulp van een scherm en internetverbinding. Zeker in de steden zorgt de afname van het werkverkeer voor een grote verbetering van de luchtkwaliteit, wat ik toejuich. De digitalisering biedt ook enorm veel mogelijkheden voor designers om hun verhaal online te vertellen en transparant te communiceren.’
Meer dan ooit hebben we het voorbije jaar het belang van mentaal en fysiek welzijn gevoeld
‘Anderzijds zijn er veel zaken die digitaal niet vlot lopen. Ik ben zelf iemand die graag heel persoonlijk werkt en dat lukt nog steeds het best in het echt, niet via een schermpje. Ik hoop dat dit in 2021 terug meer mogelijk zal zijn, want ik mis het menselijke contact tijdens samenwerkingen. Lichaamstaal is soms heel belangrijk.’
‘Daarnaast hebben veel mensen ook ingezien dat vertragen en tevreden zijn met wat we al hebben rust kan brengen. We leven in een tijd van overprikkeling en jachtigheid. Er is te veel van alles in onze samenleving, wat stress veroorzaakt,’ reflecteert Verboom. ‘Meer dan ooit hebben we het voorbije jaar het belang van mentaal en fysiek welzijn gevoeld. Het is een beetje triest dat er een pandemie nodig was om dat te beseffen. Niet alles draait om prestatiedruk en massa’s geld verdienen en terug spenderen. Tijd voor onszelf, tijd voor natuur, tijd voor sociaal contact: dat is van tel. Hopelijk blijft dit besef ook het komende jaar hangen.’
‘De coronacrisis zal zowel negatieve als positieve sporen nalaten,’ klinkt het bij Inge Vranken, designadviseur bij Flanders DC en coördinator van de Henry van de Velde Awards. ‘Ik heb tijdens deze pandemie gezien hoe de creativiteit, gedrevenheid en flexibiliteit van designers ervoor zorgen dat ze snel kunnen inspelen op veranderende situaties. Dat geeft me ongelooflijk veel vertrouwen.’
‘Uit crisissen volgen veranderingen, en dat zal bij deze niet anders zijn. Honderd jaar geleden hadden we in de jaren twintig, tijdens de Roaring Twenties, de opkomst van art deco; een antwoord op het conservatievere en decoratievere art nouveau. Deze stroming markeerde een designperiode van vooruitstrevendheid, wereldser denken, en meer openheid naar andere culturen toe. Art deco was ook vernieuwend in het gebruik van hoogwaardige materialen. In de huidige designwereld kan zich dat vertalen in meer aandacht voor het exclusievere collectible (of galerie) design, waar de designer echt zichzelf kan zijn en een heel persoonlijke vormentaal ontwikkelt. Meestal is het ook een lokaal ambachtelijk proces, waarbij de designer de grenzen van de technische mogelijkheden verlegt en innoveert. Nu de mensen meer tijd thuis doorbrengen, groeit het besef van het belang van het interieur en willen ze hier zelfs wat meer aan uitgeven. Er wordt voor gespaard en de aankopen worden gekoesterd.’
LOKAAL VERSUS GLOBAAL
We werden tijdens de pandemie aangemoedigd om onze lokale ondernemers en creatieve spelers te ondersteunen. Een tendens die zich ook in 2021 voortzet? ‘Een deel van de bevolking zal zeker meer bewust lokaal en producten van hier blijven kopen, er is een verschuiving merkbaar. Of dat een grote impact zal hebben, durf ik niet te beweren,’ stelt Inge Vranken van Flanders DC. ‘We zien dat de grotere internationale ketens en bedrijven hier nog steeds populair blijven. Daarom zullen Belgische ontwerpers en maakbedrijven zich internationaal blijven positioneren. We zien sommige bedrijven zelfs tijdens deze crisis vestigingen openen in het buitenland. Een goede zet, want de Vlaamse markt zal te klein blijven.’
Ook in het lokale moet je globaal denken
‘Designers beginnen zich meer op te stellen als changemakers, door niet alleen producten, maar ook andere diensten aan te bieden, ook in het buitenland. Designers gaan zoveel verder dan een mooi product ontwikkelen. Zij denken vaak strategisch mee na over nieuwe pistes, verdienmodellen en samenwerkingen.’
‘En ook in het lokale moet je globaal denken. Zo zien we bijvoorbeeld designers en exporterende bedrijven pistes onderzoeken van meer lokale productie, dichter bij de consument, zelfs met de lokaal voorhanden grondstoffen en kennis. Of zien we bedrijven nadenken over het eigenaarschap van een product. Blijft de leverancier eigenaar en laat hij via leasing of een abonnementensysteem een product delen door verschillende gebruikers? Het wordt een andere manier van denken, die alleszins weer meer ethisch wordt. We zagen tijdens deze crisis hoe (kleding)bedrijven meteen hun bestellingen in de lageloonlanden stopzetten en de arbeiders er de eerste echte economische slachtoffers werden, zonder enige sociale opvang in hun land. Bedrijven dragen een grote maatschappelijke verantwoordelijkheid. Laten we hopen dat dit zeker iets is dat door de crisis globaal aangepakt wordt.’
Ook voor Sep Verboom is de focus op het lokale een dubbel verhaal. ‘Je kunt iets lokaal kopen bij een boer of een vakman. Dan weet je dat je rechtstreekse impact creëert. Maar je kunt ook lokaal kopen bij een handelaar die producten van twijfelachtige afkomst importeert. Dat is al minder interessant.’
‘We zitten allemaal heel veel thuis en onze wereld is kleiner geworden, waardoor we ook nationalistischer gaan denken. Maar we moeten onthouden dat alles geconnecteerd is en dat sommige dingen niet meer mogelijk zijn lokaal. Dat heeft voor- en nadelen.’
Er zit veel meer in een object dan wat het oog ziet
‘Voor de globalisering werd alles wat er nodig was lokaal gemaakt. Daarna werd gekeken naar goedkopere opties in andere landen, maar trok men nog niet super ver naar bestemmingen zoals Portugal, Oost-Europa en Turkije. De volgende haltes waren landen zoals Bangladesh, Indonesië, China en Vietnam, waar productie nog goedkoper kon. Er gaan intussen stemmen op om de productie van allerlei goederen terug naar Europa te halen. Ze bewegen zich in de omgekeerde richting en kloppen weer aan bij Portugal en Oost-Europa. Komen ze ooit terug naar België? Ik betwijfel het. Veel expertise is hier inmiddels verdwenen. We moeten ook realistisch zijn en kijken wat efficiënt is en wat de meeste positieve impact heeft.’
‘Innovaties op vlak van duurzaamheid en de economie mogen we bovendien niet enkel inzetten voor onszelf . Hier een “nieuwe wereld” ontwikkelen terwijl we de rest laten stikken is geen duurzame aanpak. De spelers uit verre landen vallen nog veel te vaak uit de boot, terwijl we in hetzelfde schuitje zouden moeten zitten.’
MEER DAN MOOI
Met zijn platform gaat Sep Verboom in tegen de traditionele designindustrie. Zo is hij een voorstander van sociale winst. ‘Het gaat niet enkel om het geld. Telkens wanneer ik dat zeg, word ik bekeken als een hippie. Toch denk ik dat mensen nu meer ontvankelijk zijn geworden voor dit idee. We hoeven in ons werk en ons consumptiegedrag niet steeds méér te willen. Het is bijvoorbeeld ook niet nodig om alles te bezitten. Delen kan ook. Als designer wil ik daarom voor een groot stuk inzetten op services en me niet alleen laten leiden door de druk om objecten op de wereld los te laten. Die diensten hebben voor mij een even grote waarde als objecten ontwerpen en produceren. Dat was hiervoor ook al mijn visie, maar dit jaar heeft bevestigd dat dit het juiste pad is.’
‘Als ontwerper stel ik mezelf altijd de vraag waar de meerwaarde zit. Uiteraard mag je een esthetisch product ontwikkelen, maar dat is niet het enige doel. Er moet worden nagedacht over het volledige verhaal, van het prille begin tot het leven van het object na verkoop. Design is niet enkel een eindproduct creëren. Dat hoop ik ook te benadrukken bij collega’s en studenten. Het esthetische van een object is slechts één taak van een designer. Er zit veel meer in een object dan wat het oog ziet, en al die zaken zijn zeker even belangrijk.’
De groeieconomie wordt in vraag gesteld
‘Ik snap zeker dat consumenten niet altijd het volledige plaatje kunnen beoordelen, maar als ontwerper hoort dat bij de job. Uiteindelijk krijg je ook een sterker product, een beter resultaat. Kijk naar de kennis die er is en haal het beste uit de eigenschappen van het materiaal. Een logische manier van werken, maar uit winstbejag wordt daar nog vaak niet naar gekeken.’
‘Ik vind het hypocriet dat we leven in een continent dat strijdt voor mensenrechten, terwijl onze markt overspoeld wordt door producten die totaal onethisch werden geproduceerd. Gelukkig beweegt er wel wat op vlak van regulering, maar dat gaat traag. We moeten als designers onze verantwoordelijkheid blijven opnemen.’
Volgens Inge Vranken zorgt deze crisis voor een groter maatschappelijk en ecologisch bewustzijn en bewegen we dus in de juiste richting. ‘De groeieconomie wordt in vraag gesteld. Als we zorg willen dragen voor onze planeet en onze mensen, moeten we ons aanpassen. Die kentering zie je weerspiegeld in de designwereld. De designer zal steeds meer de rol van katalysator en verbinder op zich nemen en zo oplossingen aanreiken.’
‘Design moet zinvol zijn,’ vindt ook Vranken. ‘Zomaar de zoveelste tafel of stoel ontwerpen is niet meer van deze tijd. Dat is sinds jaren ook het belangrijkste criterium voor de jury van de Henry van de Velde Awards. Het verplicht de ontwerpers, maar ook hun opdrachtgevers, om hierbij stil te staan. We lauwerden Sep enkele jaren terug als Young Talent precies omwille van zijn bijdrage hierin.’
‘Ontwerpers zijn al heel lang mee met dit verhaal, maar stootten in het verleden geregeld op onbegrip, tegenstand of twijfel bij de opdrachtgevers. Ook zij beseffen nu meer dat er iets moet veranderen als we onze planeet leefbaar willen houden. De pandemie is daar zeker een hefboom in geweest. Wanneer alle partijen op dezelfde lijn zitten, kunnen we evolueren naar een wereld waarin minder aandacht besteed wordt aan winstbejag en meer aan sociale en ecologische waarden en normen.’
KRACHT VAN CO-CREATIE
‘De methodiek van de toekomst is co-creatie’, stelt Inge Vranken. ‘Deze aanpak wordt momenteel nog te vaak gefnuikt door vooroordelen. Opdrachtgevers denken dat designers inhuren duur is, of dat het proces erdoor vertraagd zal worden. Ook spreken de verschillende partijen vaak een andere ’taal’, de ene een creatieve, de andere een technische, academische of zakelijke. Nochtans kan ook daar de designer een oplossing bieden met z’n visuele beeldtaal, die iedereen kan begrijpen.’
Ontwerpers kunnen de schakel zijn tussen kennis en vermarkting.
‘Ontwerpers gaan bij hun ontwerpproces in dialoog met alle partijen. Van de CEO tot de poetsverantwoordelijke: iedereen kan een interessante bijdrage leveren. Zo wordt de oplossing ook breed gedragen. Het is dus niet alleen een meer democratische aanpak, maar ook een duurzame op lange termijn. Zo kunnen we opnieuw solidariteit kweken, in plaats van polariserend te werken. Je ziet ook dat er belangrijke stappen gezet worden richting kennisinstellingen en technologie. Wetenschappelijke bevindingen blijven al te vaak dode letter, maar smeken om toepassing. Daar kunnen heel boeiende dingen uit voortvloeien. Ontwerpers kunnen hier de schakel zijn tussen kennis en vermarkting.’
‘Ontwerpers zullen ook steeds meer zinvol ingezet worden bij de zoektocht naar oplossingen voor de grotere maatschappelijke problemen, zoals de opwarming van de aarde, mobiliteitsproblemen, de vergrijzing, armoede, noem maar op. Deze ontwerpers zijn ook hier de verbindende schakel tussen overheden, bedrijven, wetenschappelijke instellingen, de werknemers en de gebruikers. Zij pakken ieder probleem inclusief aan. En door zich empathisch in te leven in de situatie van alle mogelijke betrokkenen en hun analytisch vermogen slagen ze erin om producten, maar ook diensten en systemen te ontwikkelen die werkbare oplossingen aanreiken.’
Laat co-creatie nu net het stokpaardje zijn van Sep Verboom. ‘Ik geloof heel sterk in samenwerking en zie nog veel potentieel in deze werkwijze. Zelf ben ik momenteel samen met een bedrijf aan het werken aan bio-based oplossingen. Het is goed om over de disciplines heen te werken en niet in je eigen wereldje te blijven zitten. Breder kijken leidt tot betere oplossingen.’
Er zit vrijwel altijd een groep met talentvolle mensen achter een creatie
‘Er wordt vaak één persoon naar voor geschoven, ook al gaat het om een samenwerking. We moeten er anders naar kijken, want uiteindelijk is alles een samenwerking. Er is nooit maar één ster, die alles alleen doet. Het is door de input van anderen dat je iets kunt realiseren. Er zit vrijwel altijd een groep met talentvolle mensen achter een creatie. Het is net goed om dat naar waarde te schatten en niet te focussen op een “sterdesigner”.’
‘Je zag de laatste jaren heel veel samenwerkingsinitiatieven opborrelen, maar het bleef vaak bij mooie onderzoeken en projecten die eindig zijn. Slechts een klein deel wordt verder ontwikkeld. Ik denk dat de tijd rijp is dat de innovaties die onderzocht worden ook hun toegang vinden in de industrie en in het bedrijfsleven. Ik wil ervoor zorgen dat bedrijven overtuigd worden dat het nuttig is om te kijken naar een meer diverse materiaalkeuze en ook kleinere series uit te brengen. Niet alles moet meteen massaproductie zijn. Met een kleinere productie kan je aftasten, maar wel echt uitvoeren en hoeft het niet in de experimentele fase te blijven hangen. Bij aanvang zijn bepaalde innovaties nog niet concurrentieel, maar bieden wel veel potentieel. Geef hen de kans zich te bewijzen.’
We moeten durven nadenken over het einde en de dood, in plaats van onze kop in het zand steken
‘Grote spelers reiken soms eco-prijzen uit via hun foundations of geven kleinere, duurzame namen een kans via een samenwerking. Is dat soms een vorm van greenwashing? Vast wel, maar het toont ook dat er vraag is naar innovaties en duurzame oplossingen. De markt kan verschuiven. Dat gaat met kleine stappen en die shift is niet radicaal, maar het toont dat er een draagvlak is. Dat draagvlak moet groter worden, zodat het de overhand neemt. Ik geloof dat we dit kunnen verwezenlijken door samen te werken.’
MATERIALEN VAN MORGEN & CIRCULAIRE ECONOMIE
‘Dat dingen eindig zijn, is geen ramp,’ vindt Sep Verboom. ‘Wel is het belangrijk dat er wordt nagedacht over het levenseinde van een object. Tijdloosheid is in veel opzichten mooi om naar te streven, maar ik kan me er ook bij neerleggen dat sommige visies of objecten niet meer relevant zullen zijn na een tijdje. We moeten durven nadenken over het einde en de dood, in plaats van onze kop in het zand steken. Dat is de natuurlijke gang van zaken. Uit een zaadje groeit en bloeit de natuur, om in de herfst en winter stilaan te sterven en in de lente opnieuw tot leven te komen.’
Een goed voorbeeld van een designobject waar het levenseinde al deel uitmaakt van het beginproces vindt de designer in de Mirra Chair van Herman Miller. ‘Aan deze bureaustoel kan je kapotte onderdelen gewoon vervangen, waardoor de stoel nooit volledig afval wordt.’
‘Deze aanpak is ook positief voor bedrijven. Als zij hun producten van de afvalberg redden, is dat goed voor hun imago en voor hun band met de consument. Een bedrijf dat de eindverantwoordelijkheid blijft dragen van een product dat ze de wereld in gestuurd hebben, heeft de touwtjes in handen.’
‘Ik ben optimistisch over de toekomst van circulair denken. Er wordt steeds meer aandacht aan besteed, er duiken meer en meer innovaties op en merken lijken er meer voor open te staan. Een probleem in de kern aanpakken is altijd beter dan symptoombestrijding. Dat geldt voor mentale gezondheid, de zorgsector, de coronacrisis en de groeiende afvalberg. Het is de taak van een designer om mee te helpen om oplossingen te bedenken die het hele proces verbeteren. Momenteel nemen we nog veel te veel, we gaan erover, de natuurlijke bronnen geraken uitgeput. Tijd om daar komaf mee te maken.’
Liefst worden er zo weinig mogelijk nieuwe grondstoffen ingezet
‘Circulariteit zal doorbreken. Het besef dringt stilaan door bij de bedrijven, ook bij de grote spelers’, ziet ook Inge Vranken. ‘Duurzaamheid is intussen een heel breed begrip geworden, dat zich niet louter beperkt tot recyclage of upcycling van materialen. OVAM richtte Vlaanderen Circulair op en bureaus zoals Futureproofed en Switchers adviseren en ondersteunen bedrijven om circulair te gaan denken. Zelf heeft Flanders DC, samen met OVAM, voor de mode een Close the Loop tool en traject ontwikkeld. Ook werken we al jaren samen met OVAM om rolmodellen te ondersteunen en te promoten via onze Henry van de Velde Awards.’
‘Liefst worden er zo weinig mogelijk nieuwe grondstoffen ingezet. Iets dat ontwerpers al lang beseffen, maar nu zie je ook dat bedrijven zich meer en meer inzetten voor de verwerking van afval- of restmaterialen.’
‘In de bouw, een van de meest vervuilende sectoren, ontwikkelen er zich stilaan ook meer circulaire oplossingen. Een mooi voorbeeld is FacadeClick, een systeem waaraan jaren onderzoek aan vooraf gegaan is. Dankzij deze innovatie hoeven bakstenen niet meer gemetst te worden, maar kunnen ze via een kliksysteem vastgezet worden. Zo kunnen gevels veel gemakkelijker gerenoveerd worden en de bakstenen worden gerecupereerd na afbraak.’
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier