Chateau migraine: drie eigenaars getuigen over de obstakels achter hun kasteelmuren

Simon de Merode: 'Mensen met een emotionele connectie zijn de beste bewaarders van historisch erfgoed.' © FRED DEBROCK
Jorik Leemans
Jorik Leemans Journalist

In een kasteel wonen spreekt tot de verbeelding, maar het onderhoud en de renovatie zijn vaak een titanenwerk. ‘Ik zou tien miljoen in dit kasteel kunnen investeren, je zou het verschil niet zien.’

Simon de Merode (38) nam de zorg van het familiekasteel in Westerlo over van zijn oom. Stapsgewijs herstelt hij het pand in zijn originele staat.

‘Mijn oom zag het niet langer zitten om het kasteel te beheren, en ook zijn kinderen vonden het onderhoud een te grote uitdaging. In 2006 vroeg hij mijn broers, mijn zus en mij of wij die rol niet wilden overnemen. Het kasteel is al sinds de vijftiende eeuw in het bezit van onze familie en dat wilde ik niet verloren laten gaan, dus verhuisde ik met mijn vrouw naar Westerlo.

De renovatie van het kasteel stopt nooit. Zo lieten we recent in alle ramen dubbelglas steken: per raam komt dat neer op vierduizend euro. Ons kasteel telt 230 ramen, dus reken maar uit. Zijn het niet de wandtapijten die gerestaureerd moeten worden, dan wel de antieke lampen die opnieuw met goud beschilderd moeten worden. Voor de banken moeten we speciale zijde uit Frankrijk laten overkomen: ik zou tien miljoen in dit kasteel kunnen investeren, je zou het verschil niet zien. Als je niet zoals ik de mentaliteit hebt om alles van dag tot dag te bekijken, moet je er niet aan beginnen.

We liete recent in alle ramen dubbelglas steken: per raam komt dat neer op vierduizend euro. Ons kasteel telt 230 ramen, reken maar uit.

Om de hoge kosten te drukken, waren we verplicht om andere oplossingen te zoeken. Acht jaar geleden organiseerden we daarom een eerste spektakelvoorstelling op het domein. Het was een groot succes en we kregen de vraag om het opnieuw te doen. Sindsdien creëren we jaarlijks musicals en kerstevenementen in en rond het kasteel, zodat we de inkomsten kunnen investeren in de renovatie ervan. De afgelopen jaren hebben we zo 150.000 toeschouwers ontvangen.

Aan elke ruimte hangt een speciale herinnering vast. In de kapel werden de kinderen gedoopt, in de ridderzaal zagen we concerten en in het torenkamertje rookte ik mijn eerste sigaret – niet zeggen tegen Monumentenzorg. (knipoogt) Samen met mijn vrouw en kinderen woon ik een beetje overal in het kasteel, want het mag geen museum worden. Zonder band met het gebouw heeft de volgende generatie immers geen interesse om te vechten voor het onderhoud. Mensen met een emotionele connectie zijn de beste bewaarders van historisch erfgoed. Ze zullen vijftien uur per dag werken in plaats van acht, en ’s nachts wakker worden om na een storm het kasteel te controleren. En dat doe ik met plezier.’ historalia.be

Ronny Bessems (58) renoveert al zestien jaar lang kasteel Borgharen, net over de Nederlandse grens. Hij hoopt over tien jaar het volledige domein in ere hersteld te hebben.

‘Het klinkt misschien gek, maar ik heb het kasteel altijd al willen bezitten. We woonden recht tegenover het domein, mijn slaapkamerraam keek zelfs uit op het kasteel. Als kind speelde ik er elke dag. Ik geloof dat het gebouw dus voor een stukje in mijn bloed zit.

Ronny Bessems: 'Hoe kon ik het gebouw herstellen zonder er 20 miljoen tegenaan te gooien? Want dat had ik niet.'
Ronny Bessems: ‘Hoe kon ik het gebouw herstellen zonder er 20 miljoen tegenaan te gooien? Want dat had ik niet.’© FRED DEBROCK

Zowel het kasteel als de boerderij was in verval, en daar wilde ik iets aan doen. In 2003 kocht ik daarom de kasteelboerderij en begon ik te renoveren. Elf jaar later volgde het kasteel. Het achterstallige onderhoud was zo groot dat de restauratiekosten geraamd werden op bijna 20 miljoen euro. Ik heb de verkopers daarom slechts één euro geboden, en daarmee gingen ze uiteindelijk akkoord.

Vanaf het begin moest ik out of the box denken: hoe kon ik het gebouw herstellen zonder er twintig miljoen voor neer te leggen? Dat bedrag kon ik niet ophoesten. Eerst stak ik zelf de handen uit de mouwen, maar na een Facebook-oproep hielp een team van ongeveer 25 mensen mee. De eerste twee jaar hebben we niets anders gedaan dan het gebouw opgeschoond. Net als het kasteel van Doornroosje was het gebouw helemaal overwoekerd door allerhande struiken en bomen. Alles wat niet bij het oorspronkelijke kasteel hoorde, gooiden we eruit.

'Ik bood één euro en daar gingen de verkopers uiteindelijk mee akkoord.'
‘Ik bood één euro en daar gingen de verkopers uiteindelijk mee akkoord.’© FRED DEBROCK

Speurwerk is een groot deel van het restaureren. Verschillende zaken uit het interieur zijn doorheen de jaren verkocht, zoals enkele grote wandschilderingen. Een ervan heb ik al opgespoord, maar ik zal veel geld moeten verzamelen om het terug te kunnen kopen. Heel veel originele zaken haalden we al terug bij antiquairs, zoals luiken voor de ramen, meubels en glas-in-loodramen. Maar alle tips over ontbrekende stukken zijn altijd welkom.

Zonder vrijwilligers zou de renovatie financieel niet haalbaar zijn. Ik gok dat we over tien jaar klaar zullen zijn. De moed is me nog niet in de schoenen gezonken, nee. (lacht) Het is als een hobby voor me, en daarom neem ik ook alle tijd die nodig is. Ik heb misschien niet veel goede eigenschappen, maar engelengeduld is er wel een van.’

Tom Liesenborgs (36) en Marian Van Herck (40) onderhandelen nog geregeld met de dienst Erfgoed over de renovatie van hun kasteel Caputsteen in Mechelen.

Tom: ‘Als klein manneke bouwde ik burchten met ophaalbruggen uit kartonnen dozen. Later dacht ik altijd dat ik ergens in een chateau aan de Loire zou eindigen, maar toen Marian en ik vorig jaar op een zonnige zaterdagmiddag iets kwamen drinken bij kasteel Caputsteen, zei ik haar dat ik maandag de eigenaar zou bellen om het gebouw te kopen.’

Marian: ‘Natuurlijk trok ik bleek weg! Want hij meende het echt. (lacht) Aan de andere kant was ik al blij dat het niet in Frankrijk was, maar een kasteel in het midden van de stad, dicht bij onze vrienden en familie.’

Tom Liesenborgs en Marian Van Herck: 'Het blijft moeilijk om de juiste materialen en ambachtslui te vinden.'
Tom Liesenborgs en Marian Van Herck: ‘Het blijft moeilijk om de juiste materialen en ambachtslui te vinden.’© FRED DEBROCK

Tom: ‘Ik heb onmiddellijk een afspraak gemaakt met onze architect Bart Vandueren. Samen met hem hebben we beslist om het kasteel door een landmeter in 3D te laten scannen, waardoor we snel wisten dat het gebouw gezond was en we bitter weinig verrassingen zijn tegengekomen. Bij het renoveren van een dergelijk gebouw komt wel wat dossierwerk kijken. Zie je die scheur boven de deur? Zo zijn er verschillende. Al die puntjes moet je bundelen in een aanvraag om ze te mogen herstellen. Ook al krijg je geen subsidies, ze verwachten toch een dossier. Met welk product ga je het herstellen? Welke mortel gebruiken jullie? Hoe gaan jullie het uitvoeren?’

Marian: ‘Onze voorkeur ging altijd al uit naar karaktervolle panden, maar dit project was in het begin heel beangstigend voor mij. Hoe gingen we dit in godsnaam doen? Zonder de juiste hulp en begeleiding konden we dit simpelweg niet aan.’

Tom: ‘Met de dienst Erfgoed moet je continu onderhandelen. Zo hebben we een zeventiende-eeuws salon waar in de twintigste eeuw een schouw aan is toegevoegd. Wij willen de ruimte in haar originele staat herstellen, maar die schouw moet ook eindigen in een geklasseerde ruimte. Veel kastelen zouden verdwijnen als er niet zo’n handhavende macht was, maar het is niet eenvoudig om de juiste materialen en ambachtslui te vinden. We zochten zeker vijf maanden naar een dakwerker met kennis van zaken en betaalbare prijzen. Het is een continu gepuzzel, maar net dat maakt het uitdagend.’

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content