Voor het honderdjarige jubileum krijgt Bauhaus een museum dat zich verzet tegen extreemrechts
Bauhaus viert zijn honderdjarige verjaardag in Duitsland met de opening van een nieuw, politiek museum dat zich keert tegen extreemrechts.
De Bauhaus School of Design, een van de grondleggers van de hedendaagse architectuur, viert zijn honderdjarige verjaardag in Duitsland met de opening van een nieuw, politiek museum dat zich richt op extreemrechts van het verleden en van nu.
Bauhaus werd op 1 april 1919 opgericht en in de jaren dertig door de nazi’s uit Duitsland verdreven. Op zaterdag 6 april opent in Weimar, de stad waar de artistieke beweging geboren werd, een gloednieuw museum gewijd aan Bauhaus.
‘Je kunt deze inauguratie niet los zien van de politieke context’, vertelt Wolfgang Holler, directeur van de musea in Weimar, aan AFP. Dat is omdat de stad in de deelstaat Thüringen in het voormalige Oost-Duitsland ligt. Dat is een bolwerk is geworden voor de extreemrechtse partij Alternatieve für Deutschland (AfD). Deze partij verwacht tijdens zowel de komende Europese in mei als de regionale verkiezingen in het najaar het aantal stemmen te verdubbelen.
‘Bauhaus was vanaf het begin intens politiek, dus het is een perfecte plek om een ??gesprek te beginnen, vooral met jongeren’, zegt Holler, die jaarlijks 100.000 bezoekers in het nieuwe museum verwacht.
Fascinerende contrasten
Het museum zelf is gebouwd in zijn historische context. Architecte Heike Hanada heeft een symbolische plaats gekozen om haar betonnen bouwwerk neer te zetten. Het staat net buiten het schilderachtige Weimar waar literaire reuzen als Goethe en Schiller de stad een prominente plaats gaven in het culturele landschap van Duitsland.
Het nieuwe museum komt niet toevallig precies tegenover het voormalige Gauforum, een U-vormige kolos waarin de administratieve gebouwen van de nazi’s gehuisvest waren.
‘Ik was in staat om mijn belangrijkste doel te bereiken, namelijk ervoor zorgen dat het museum de nazi-architectuur in de buurt zou compenseren,’ vertelt Hanada aan het lokale dagblad Thüringer Allgemeine.
‘Het wordt hier duidelijk wat er gebeurt wanneer je zonder nadenken achter bepaalde ideologieën aanloopt’ zegt Holler. ‘De fascinerende manier waarop de gebouwen naast elkaar staan, zegt heel veel over de wijze waarop dit land zichzelf ziet.’
Concentratiekampgezichten
Er is ook speciaal een venster op de bovenste verdieping van het museum geplaatst waardoor je uitkijkt over het monument voor het nazi-concentratiekamp in Buchenwald. Onlangs werden reusachtige hedendaagse portretten van overlevenden van dit kamp aangebracht op de gebouwen aan de weg die loopt tussen het treinstation van Weimar en het museum.
Fotograaf Thomas Müller vertelt dat ze ook bedoeld zijn om de AfD uit dagen. Een van hun leiders, Alexander Gauland, heeft het nazitijdperk ‘een stipje vogelpoep in meer in een meer dan duizend jaar lange succesvolle geschiedenis van Duitsland.’
‘Vooral met het oog op de verkiezingen in Thüringen, moeten we op een verantwoordelijke manier met onze geschiedenis omgaan’, vertelt hij op de Duitse radio.
De vervolging van de Bauhausleden heeft een prominente plaats gekregen in het museum en toont hoe de school en zijn stichter Walter Gropius in 1925 van Weimar naar Dessau moest vluchten en vervolgens in 1930 naar Berlijn. In 1933 verjoegen de nazi’s de Bauhausbeweging volledig uit Duitsland.
Het is tegelijk deze gedwongen ballingschap die ervoor heeft gezorgd dat de stroming de wereld heeft veroverd met de idee van een praktisch, eenvoudig en mooi design. Je vindt het tegenwoordig terug in onder andere iPhones en eigentijdse meubels van Ikea.
In het museum zie je dan ook hedendaagse ontwerpen die hun inspiratie vonden in Bauhaus. Denk maar aan de revolutionaire stoelen van Marcel Breuer of de theepot van Marianne Brandt.
Oorlogsbunker
De meeste mensen hebben niets dan lof voor het doosachtige ontwerp voor het museum. Ze vinden dat architect Hanada daarmee een waardig eerbetoon aan de stroming heeft gemaakt. Maar er is ook kritiek. Sommige vinden het ontbreken van een glazen façade een gemiste kans omdat het gebouw nu te veel op een oorlogsbunker lijkt.
‘Sommige mensen hebben het zelfs vergelegen met Wolfsschanze’, Hitler’s hoofdkwartier voor het Oostfront, geeft Holler toe. ‘Maar we wilden iets dat duidelijk zou maken: ‘Wij kruipen niet weg, we laten onze aanwezigheid voelen. ‘
Het uiteindelijke doel van het museum is uit te zoeken waarom Hitler Bauhaus als zo’n gevaarlijke vijand zag en hoe het uitgroeide tot een van de weinige Duitse erfenissen uit de twintigste eeuw die nog gekoesterd worden.
‘Je kan hier leren hoe moeilijk het leven kan zijn voor mensen die hun tijd vooruit zijn’ zegt Holler.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier