Vaticaanstad: schatkist van kunstwerken van de wereld
Eeuwenlang spanden opeenvolgende pausen zich in voor het vergroten van de pracht en uitstraling van Vaticaanstad en van haar elf musea, die meer kunstschatten bevatten dan waar ook ter wereld…
Dit artikel verscheen in de extra editie van Knack Weekend geheel gewijd aan Rome en die je hier kan bestellen. p>
Op een dag in 1506 doet een ijverige boer op Ode Esquillijnse heuvel, in het Domus Aurea van Nero, een ontdekking die de culturele toekomst van een groot deel van Vaticaanstad zou bepalen. Hij stoot op een beeldengroep in wit marmer, uit één stuk gehouwen, met een basis van een meter en een hoogte van twee meter. Deze zogenaamde Laocoöngroep krijgt al vrij snel een ereplaats op het achthoekige binnenplein van de musea.
Het is Michelangelo (1475-1564) die paus Julius II della Rovere overtuigt om dit antieke Griekse kunstwerk, waarover Plinius de Oudere sprak in zijn Naturalis Historia en dat eerder in het paleis van keizer Titus (39-81) stond, in de kijker te zetten. In het ‘Rome van de pausen’ brengt dit meesterwerk, samen met de collectie van antieke beeldhouwwerken, bustes, standbeelden, bas-reliëfs en friezen het ‘Rome van de keizers’ opnieuw tot leven.
De musea die doorheen de eeuwen in het Vaticaan werden opgericht zijn allen rond dit belangrijke werk gebouwd, dat vandaag in het Pio-Cle-mentino is terug te vinden, een museum met 54 zalen met meer dan duizend antieke sculpturen. Het is ook daar – in de Sala Rotonda – dat zich het majestueuze bad van Nero bevindt, helemaal in rood porfier en uit één blok uitgehouwen, alsook de prachtige mozaïeken afkomstig uit de thermen van Otricoli.
In de pinacotheek struikelt u over de meesterwerken: van La Transfigurazione van Rafaël, tot San Girolamo penitente van Leonardo da Vinci, of La Deposizione della Croce van Caravaggio… Ook de galerijen van het Vaticaan, die de binnenplaats van het Belvédère omringen, stralen dezelfde pracht uit, zoals de galerij van de geografische kaarten, om er maar één te noemen.
En het is niet alleen de overvloed aan voorstellingen van goden en mythische personages die verbaast, maar ook de variëteit van diverse universums! Van het Egyptisch over het Gregoriaans Etruskisch museum tot de rijke inhoud van de musea Pio Christiano en Missionario etnologico voor religieuze kunst, plus de collectie moderne religieuze kunst. Alle vormen van kunst die door het geloof zijn geïnspireerd, komen hier aan bod.
Het museum van de rijtuigen toont meer materiële besognes, zoals de transportmiddelen van de pontificale soevereinen: van de draagstoel van Leo XIII, over de eerste locomotief van Vaticaanstad (1929), tot de Citroën 1930 die de Franse constructeur aan paus Pius XI aanbood. Het bezoek is echter niet compleet zonder langs de ‘Stanze di Raffaello’ te gaan, de kamers op de tweede verdieping van het Pauselijk Paleis, boven het Appartemento Borgia, die door de meester en zijn leerlingen tussen 1508 en 1524 werden gedecoreerd.
Wat een verrassing en verwondering wanneer u uiteindelijk, na enkele treden op een onbenullig trapje, uitkomt in het heiligdom der heiligen: de Sixtijnse kapel. Totaal onverwacht! Via een klein bijna onzichtbare deurtje staat u plots in de unieke ruimte (gebouwd tussen 1477 en 1480 onder het bewind van Sixtus IV) waar zo vaak over de toekomst van de kerk en zijn nieuwe vertegenwoordiger werd beslist.
Of u nu gelovig bent of niet, het blijft een bijzonder moment in het leven van elke sterveling: de fresco’s van Michelangelo op het plafond in levenden lijve zien en de sfeer van deze plek vol geschiedenis en godsdienst inademen.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier