Van de Atlantische Oceaan naar de Middellandse Zee, en dat met de fiets. Onze journalist trapte in Frankrijk tussen twee zeeën, langs de idyllische fietsroute Canal des 2 Mers. Hij vertrok in Bordeaux en kwam aan in Sète.
Een extra glas bordeaux is net wat we kunnen gebruiken aan de vooravond van onze trip. Na een afgeschafte trein en een dertien uur durende busrit naar Bordeaux als noodoplossing is het bovendien een verademing om te weten dat we de komende dagen niet meer afhankelijk zullen zijn van technologie, enkel van ons eigen benenwerk. Voor ons ligt immers het Canal des 2 Mers, een fietsroute die de Atlantische Oceaan verbindt met de Middellandse Zee, langs steden als Bordeaux, Toulouse en Carcassonne.

Technisch gezien start het parcours in Royan, een gemeente-aan-zee, maar gezien de bereikbaarheid is Bordeaux een vaak gekozen beginpunt. Hier vertrekken de twee kanaalroutes die samen een zo goed als rechte lijn door het zuiden van het land trekken: Canal de Garonne en het bekendere Canal du Midi. Dat laatste viert in 2026 zijn dertigste verjaardag op de Unesco-erfgoedlijst. Dat verdient een laatste glas – elke sportieveling zijn vorm van druivensuiker.
Kinderen aan de leiband
Om negen uur stipt zoeven twee Belgen in zeemvel langs het Canal de Garonne – de fietsroute, nog niet het echte kanaal. Niet ver buiten Bordeaux stuurt de weg ons ironisch genoeg meteen weg van de rivier. Vandaag zullen we het water nog niet als leidraad kunnen gebruiken, gelukkig is er duidelijke bewegwijzering voorzien. De bordjes van het Canal des 2 Mers zullen ons helpen om Frankrijk te doorklieven.

Het eerste deel van ons traject richting La Réole, een tocht van zo’n zeventig kilometer, loopt over het Roger Lapébie-pad. Deze voormalige spoorlijn tussen bossen, velden en wijnranken is vandaag een populaire route onder fietsers, aangezien veel van de oude stations op de weg herbestemd werden tot eet- en rustplekken.
Al is een stuk van dit pad eerder vals plat, het is ook voor de minder geoefende fietser bijzonder fijn om te rijden. De fietsroute wordt dan ook als familievriendelijk verkocht: een kind kan het Canal des 2 Mers fietsen. In zekere zin is dat niet gelogen. De komende dagen zullen we regelmatig gezinnen met kroost langs de vlakke kanaalwegen zien rijden met een opvallend accessoire: de kinderleiband, oftewel een synthetische navelstreng die sportieve ouders met hun trappende nakomelingen verbindt. Je wilt immers niet dat je onoplettende koter plots aan het waterfietsen is.

Toch dringt zich aan het einde van onze eerste dag enige nuance op. Net voorbij Sauveterre wordt de route omschreven als ‘iets sportiever’. Wij hebben het nooit voor eufemismen gehad. De grote hoogteverschillen in het – toegegeven: prachtige – landschap doen ons regelmatig afstappen. We zijn opgelucht en bijzonder bezweet wanneer we La Réole binnenrijden, langs een voormalige benedictijnse priorij, nu het gemeentehuis, en talrijke vakwerkhuizen. Een kom dampende pasta en een zachte matras brengen soelaas.
Damse Vaart op steroïden
Het is ongelooflijk hoe snel je in een meditatieve staat belandt wanneer je brein en lichaam louter het water moeten volgen. We schrijven dag twee en fietsen eindelijk echt langs het Canal de Garonne. Statige platanen bieden hier de nodige verkoeling dankzij hun imposante takken, langs het kanaal vliegen verschillende blauwe reigers op, geurige veldbloemen nestelden zich aan de waterkant. ‘Dit is eigenlijk de Damse Vaart op steroïden, toch?’, glimlacht mijn gezelschap. Ik kan hem geen ongelijk geven. Om de zoveel tijd duikt de Garonne op, die ons kronkelend volgt, alsof ook wij in zekere zin veilig aan een leiband worden gehouden.

Langs het water bieden verschillende stadjes de optie om de benen even te laten rusten. Met grommende magen rijden we het pittoreske Le Mas-d’Agenais binnen. Naast een prachtige oude markthal herbergt dit dorp nog een andere opmerkelijke bezienswaardigheid. Het is namelijk de enige plek ter wereld waar je een Rembrandt kunt bezichtigen die niet aan een museum- of privécollectie toebehoort. Toen een Franse legerofficier in 1804 het doek kocht, wist hij overigens niet dat het om een Rembrandt ging. Hij schonk het een jaar later aan de kerk van zijn geboortestad. Een onbewuste tegenslag voor zijn nazaten, een winst voor het luttele aantal toeristen dat dit stadje bereikt
Net voorbij Sauveterre wordt de route omschreven als ‘iets sportiever’. Wij hebben het nooit voor eufemismen gehad.
Niet zelden krijgen we onderweg het gevoel dat we door een film fietsen. De voormalige huisjes voor sluiswachters lijken zo vanop een set van Wes Anderson te komen, de dorpjes uit een zwart-witfilm. Als we aankomen in Montauban, na een korte omweg langs het kanaal van Montech, zijn we zelfs zo positief verrast door de architectuur van de binnenstad dat we blijkbaar de verkeersborden missen. ‘Je mag hier helemaal niet fietsen’, bromt een oudere man op de Place Nationale. We excuseren ons en bergen spontaan onze plannen op om zelf te koken.
In de schaduw van de Sint-Jacobskerk schuiven we aan op het terras van cocktailbar Le Saint Jacques. Die avond beslissen we dat huisbereide arancini verplicht zouden moeten zijn in het dieet van elke wielertoerist.
Vive la pluie
Na enkele dagen rust in Toulouse maken we ons op voor de eerste kilometers langs het Canal du Midi. Alleen strooien de weergoden roet in het eten: regenbuien en stormmeldingen maken dat we genoodzaakt zijn om voor een plan B te gaan. Het blijkt bijzonder eenvoudig om je fiets mee te nemen op de trein. Gratis zelfs, je moet enkel een plekje reserveren.

De tien minuten fietsen die ons nog resten tussen het station van Carcassonne en onze Airbnb volstaan om doorweekt te arriveren. Gelukkig biedt ons ruime overdekte terras een mooi zicht op de middeleeuwse binnenstad. Elk nadeel heeft zijn voordeel, ontdekken we bovendien tijdens een avondwandeling. We lopen quasi alleen door de natgeregende vestingstad. Ondanks het hoge pretparkgehalte van Carcassonne, met allerhande winkeltjes en op elkaar geduwde terrassen, zijn de straten schoongespoeld van toeristen. Vive la pluie.

Het is een opvallende decorwissel nu we dieper in het zuiden zitten, zo merken we de volgende dag op de fiets. Het meer mediterrane landschap, met onder meer cipressen en pijnbomen, wordt muzikaal ondersteund door enthousiaste krekels. Ook de weg is iets ruwer, met een onverhard parcours langs het water.

Het was niemand minder dan koning Lodewijk XIV die de opdracht gaf tot de aanleg van het Canal du Midi. Het ambitieuze project had als doel de Atlantische Oceaan en de Middellandse Zee met elkaar te verbinden zodat de handel gestimuleerd kon worden en er een alternatief was voor de gevaarlijke zeereis rond Spanje. Het kanaal zou in 1681 voltooid worden. Ook vandaag wordt het Canal du Midi nog druk bevaren. We passeren de ene plezierboot na de andere, die zich via de vele sluizen en aquaducten een weg door Occitanië banen. Ontdekkingsreizigers zijn van alle tijden.
Tot in zee
Het voelt gek wanneer we Béziers achter ons laten. Straks zal onze fietsreis, evenals het Canal du Midi, uitmonden in de Middellandse Zee. We gokken hoe we ons zullen voelen wanneer we voor het eerst de kust zullen zien opduiken. Opgelucht? Teleurgesteld omdat onze reis er bijna opzit? En, wat zeker is: dorstig. De zon brandt hevig vandaag.
Na een kilometer of vijfentwintig zien we ze voor het eerst, de kustlijn. Ze vergezelt ons tijdens de laatste helft van onze etappe, slechts af en toe verstopt ze zich opnieuw achter de duinheuvels. We proeven iets zilts op de lippen en twijfelen of het de zeelucht of ons eigen zweet is. Met honderden kilometers in de benen rijden we Sète binnen, onze eindbestemming. De stad wordt door romantici ‘het Venetië van de Languedoc’ genoemd omwille van het haventje en de waterwegen die de stad doorkruisen. Mocht de
Italiaanse stad ooit blank komen te staan, dan zijn er alvast alternatieven genoeg.
Tot onze grote spijt is er geen finish, noch een ontvangstcomité met spandoeken. Wel wordt er die avond vuurwerk afgestoken op het strand. Een onverlaat zou beweren dat het te maken heeft met andere feestelijkheden op 14 juli. Wij weten: echte avonturiers worden nog steeds gehuldigd.
Heen en terug
De route: Wij stippelden zelf een route uit tussen Bordeaux en Sète, maar er zijn ook georganiseerde reizen langs het Canal des 2 Mers. Vaak zijn de etappes dan iets korter, waardoor je slechts een stuk van de route aflegt. Wij fietsten van Bordeaux naar La Réole (74 km), vervolgens naar Agen (79 km), Montauban (80 km), Toulouse (60 km), Carcassonne (102 km), Béziers (103 km) en Sète (51 km). Meer info: canaldes2mersavelo.com
Logeren: Onze overnachtingen boekten we via Airbnb, wat in de kleinere stadjes sowieso aangewezen is als je een leuke slaapplaats wilt tegen een betaalbare prijs. Je kunt ook eenvoudig filteren op logies waar je veilig je fiets kunt wegbergen. We vonden zo telkens erg centraal gelegen adressen op wandelafstand van restaurants, musea en andere bezienswaardigheden. airbnb.be
Fietsen: Bij Nature Occitane huurden wij klassieke fietsen, maar ze bieden ook e-bikes aan. Ze zijn uitgerust met twee ruime fietszakken voor bagage en een reparatiekit aan je stuur. Voor een kleine meerprijs worden ze geleverd en weer opgehaald bij je verblijfplaats of een van hun partners in de buurt. natureoccitane.fr