Toeristen zorgen voor 2,3% van de toegevoegde waarde in Vlaanderen.
Dat blijkt uit de eerste toeristische satelliet rekeningen (TSA) die de studiedienst van de Vlaamse regering maakte. In Europees perspectief zit het toerisme in Vlaanderen ergens in de middenmoot.
Vlaams minister van Toerisme Geert Bourgeois (N-VA) maakte de cijfers bekend tijdens een bezoek van Taleb Rifai, de secretaris-generaal van de VN-organisatie voor toerisme UNWTO. Die organisatie heeft een methodologie ontwikkeld om de economische waarde van toerisme te weten. Als eerste deelstaat in Europa heeft Vlaanderen nu die TSA-berekening gemaakt.
De bruto toegevoegde waarde van de toeristische industrie in Vlaanderen en Brussel (de toegevoegde waarde die toeristen en niet-toeristen samen in toeristische takken verbruiken) is goed voor 12,6 miljard euro of 5,3% van de economie. De directe bruto toegevoegde waarde van toerisme, dat wat toeristen verbruiken in toeristische en andere bedrijfstakken, is goed voor 2,3%.
Middenmootland
In beide gevallen scoort Vlaanderen een stuk lager dan klassieke toeristenlanden als Spanje of Cyprus. Vlaanderen leunt aan bij de middenmootlanden Nederland en Denemarken. De cijfers zijn berekend op basis van gegevens uit 2008. Later dit jaar komt er een nieuwe becijfering op basis van gegevens uit 2010.
Secretaris-generaal Rifai benadrukte het belang van goede cijfergegevens. “Mensen zijn zich te weinig bewust van het belang van toerisme voor de economie”, zei hij. Ondanks de economisch moeilijke tijden blijft toerisme wereldwijd groeien, vorig jaar nog gemiddeld met 4,4%. In Europa groeide het toerisme zelfs 6%. “Het weinige goede nieuws de jongste tijd komt van het toerisme”, aldus Rifai. (Belga/MS)
