Zo maak je de mooiste foto’s van het noorderlicht
Het noorderlicht behoort tot de mooiste natuurverschijnselen. Maar hoe leg je dit magische licht het beste vast op foto’s? Brent d’Hooghe, die vanuit zijn passie voor het noorderlicht touroperator Xplore the North oprichtte, deelt zijn tips en tricks.
Brent d’Hooghe zag in 2005 voor het eerst het noorderlicht. Het maakte zo’n indruk dat hij vanuit die passie Xplore the North, een touroperator gespecialiseerd in reizen naar Lapland, IJsland, de Lofoten en andere plaatsen in het Hoge Noorden, oprichtte. Allemaal bestemmingen waar je tijdens de wintermaanden het noorderlicht kan zien. Brent d’Hooghe begeleidt expedities naar het noorderlicht en geeft workshops over noorderlichtfotografie. Ook kan je bij Xplore the North terecht voor winterse trektochten op pulka’s (soort sleden) door gebieden met diepe sneeuw waar zelden iemand komt.
Brent d’Hooghe vertelt welke camera, lens en andere materialen je het beste aanschaft om het noorderlicht te fotograferen en geeft tips voor het maken van de mooiste beelden. Veel meer tips vind je op de website van Xplore the North.
Met deze tips maak je de mooiste noorderlicht-foto’s
Om het noorderlicht echt mooi te fotograferen, is een goede uitrusting noodzakelijk. Noorderlicht is immers net als sterrenfotografie een nachtactiviteit en dat stelt bijzondere eisen aan je uitrusting: hoe minder licht aanwezig, hoe meer doorslaggevend de kwaliteit van je gebruikte lens en toestel.
Allereerst is voor leuke composities en mooie beelden een digitale reflexcamera (DSLR) een must-have: niet de pixels, wel de grote van de sensor is van belang voor de uiteindelijke kwaliteit van je nachtelijke beelden. Hoe groter die sensor, hoe minder vervuiling op je beeld en hoe mooier afgeleind het groene, soms paarse en zelfs rode licht op je nachtbeelden zal verschijnen. Een DSLR met een full frame sensor is dus het neusje van de zalm en zal je professionele resulaten opleveren.
Nieuwere digitale reflexcamera’s leveren ook nog steeds perfecte prestaties bij hogere ISO waarden, zelfs tot 3200 ISO, en deze hoge lichtgevoeligheid is exact wat we nodig hebben. Laat je niet verleiden de ISO waarde nog hoger in te stellen (veel toestellen gaan in theorie nog vele malen hoger), dan zal het eindresultaat op een groter scherm of bij een afdruk bijna steeds teleurstellend zijn.
Een goede lens voor noorderlicht is best zo groothoek (wide-angle) mogelijk. Met een groothoek heb je geen zorgen om juist te richten, mits enige ervaring kan dit bijna blind. Een fish-eye zouden we zeker mijden: in Lapland staan heel vaak bomen mee op de beelden, de vervorming geeft een zeer onnatuurlijk resultaat.
Daarbuiten neem je mee: een stevig statief met afkoppelbare cameraplaat, liefst voldoende hoog en stabiel om vlot te werken in de sneeuw, en een afstandsbediening voor je camera.
Wacht niet tot ’s avonds laat met de instellingen. Start met het instellen van je toestel bij daglicht. Je moet ervan uitgaan dat het noorderlicht het vaakste verschijnt aan het noorden, vaak noordoost en noordwest. Bepaal bij daglicht enkele goede opstellingen en composities. Beelden met enkel een streepje poollicht zijn snel saai. Maar ook bij weinig noorderlicht kan je geweldige beelden produceren, door creatief om te springen met de aanwezige setting, de mensen, het landschap. Waarom niet jezelf mee op het beeld zetten? Met een kleine afstandbediening is dat kinderspel.
Het fotograferen doe je manueel, schakel je camera en lens op volledig manueel. Draai aan de scherpstelring van je objectief en zet deze op ∞ oneindig, of nog beter aan gelijk aan met het streepje voor de ∞, I ∞
Hoe hoger de ISO waarde, korter de sluitertijd en hoe scherper je beeld. Kies je echter voor een te hoge ISO waarde dan wordt je beeld bij vergroting vaak vuil. Voor noorderlicht gaan we met de camera’s van anno 2017 opteren voor 1600 ISO, bij een full frame camera kies je voor 3200 ISO of zelfs 6400 ISO. Deze waarden geven een goede balans tussen snelheid enerzijds, en kwaliteit anderzijds.
Het diafragma van je objectief neem je altijd een zo klein mogelijke F-waarde, zodat we lichtinval maximaal is. Een lens met F2.8 is ideaal, F1.4 is een droom èn F3.5 is aanvaardbaar. F4.5 of hoger is té hoog voor mooie resultaten, deze objectieven zijn niet geschikt voor veeleisende nachtbeelden.
Tot slot stel je de opnametijd in. Dit is de enige variabele waarmee je tijdens de actie volop kan spelen. Bij volle maan start je met zes seconden, bij nieuwe maan kies je vijftien seconden; Bij een te donkere foto moet je de opname tijd verhogen, bij overbelichting verlaag je tot het gewenste resultaat.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier