Amazonegemeenschappen zetten smartphones in tegen ontbossing

Houtkap in de Amazone © Getty

In Peru worden inheemse Amazonebewoners getraind in het gebruik van satelliettechnologie, gps, drones en andere systemen die waarschuwen voor ontbossing. Het is een zeer efficiënte manier om de natuur in deze uitgestrekte regio te beschermen, blijkt uit Amerikaans onderzoek.

Als Amazonegemeenschappen toegang krijgen tot smartphones en apps die vroege veranderingen in de vegetatiebedekking detecteren, kunnen ze ontbossing binnen het jaar met tot 52 procent verminderen ten opzichte van andere gemeenschappen zonder deze tools. Dat blijkt uit onderzoek door de New York University en de Johns Hopkins University. Dat percentage staat voor ongeveer 8,4 hectare per gemeenschap.

De resultaten komen voort uit een studie onder gemeenschappen in Loreto, het grootste en meest noordelijke Amazone-departement van Peru. De methodologie werd ontwikkeld door de Amerikaanse Rainforest Foundation en de Organisatie van Inheemse Volkeren van de Oostelijke Amazone (ORPIO). Het onderzoek werd gerandomiseerd: de ene groep kreeg toegang tot de methodologie; de andere diende als controlegroep.

‘Het programma kan worden samengevoegd met de bestaande bestuursstructuur en gemeenschapstradities. De beslissingen worden genomen door de gemeenschap, wat betekent dat we hen de middelen en ze extra mogelijkheden tot zelfbestuur geven’, vertelt Jacob Kopas. Hij is onafhankelijke onderzoeker en auteur van de studie, die werd gepubliceerd in het wetenschappelijk tijdschrift PNAS.

Investering in de toekomst

Van de 76 deelnemende gemeenschappen hielden 36 zich bezig met actieve monitoring. Eerst kregen zij training in de analyse van satellietfoto’s en het gebruik van het digitale monitoringplatform Geobosques, dat wordt gesponsord door de Peruaanse regering. Elk van de 36 gemeenschappen moest drie vertegenwoordigers aanwijzen om patrouilles uit te voeren en ontving een maandelijkse toelage van 25 soles, zo’n 5,50 euro.

Eens per maand, twee jaar lang, werden de verzamelde satellietgegevens geüpload naar usb-sticks, die door koeriers per boot werden afgeleverd bij boswachters.

Dit is de beste investering in de toekomst van ons milieu

Als er waarschuwingen binnenkwamen, voerden de aangewezen personen patrouilles te voet uit met behulp van smartphone-kaartapps om de data te verifiëren. Konden ze de houtkap bevestigen, dan rapporteerden ze die aan de leiders van de gemeenschap, die daarop een vergaderingen bijeenriepen om gezamenlijk te beslissen wat er moest gebeuren.

‘Dit is de beste investering in de toekomst van ons milieu. Als dit systeem, dat technologie gebruikt voor gemeenschapsacties, zou worden opgeschaald naar het hele Amazonegebied, dan zouden we tot wel 123.000 hectare ontbossing per jaar kunnen tegenhouden. Dat komt overeen met de uitstoot van 100 miljoen ton CO2 per jaar’, zegt Tom Bewick, directeur van de Rainforest Foundation in Peru.

‘Dit laat zien dat we een effectieve manier hebben om tropische bossen te redden, door de rechten te beschermen van degenen die het bos beschermen: de inheemse gemeenschappen.’

Controlerende functie

Pablo Pellegrini van het Instituut voor Wetenschaps- en Technologiestudies (IESCT) van de Argentijnse Universiteit van Quilmes heeft zelf niet deelgenomen aan het onderzoek. Per e-mail benadrukt hij het doel van het programma is om gemeenschappen in het Amazonegebied te voorzien van ’technologie die het makkelijker maakt toegang te krijgen tot gegevens die nuttig voor ze zijn’.

Maar, zo stelt hij: ‘Soms is het de vraag wie er baat bij heeft, net als wie het risico draagt. Want welke risico’s lopen deze gemeenschappen door zich als politieagent te gedragen en aan te geven wie waar ontbost? Die risico’s, net als de rol van de staat bij het oplossen van deze problemen, moeten we niet zomaar wegwuiven.’

Pellegrini: ‘Toch kan het, in landen met weinig infrastructuur voor het controleren en reguleren van problemen als ontbossing, een effectieve ingreep zijn om de betrokken gemeenschappen te voorzien van technologische ondersteuning om een dergelijke controlerende functie uit te oefenen.’

Vroegtijdige waarschuwingstechnologie

Jorge Pérez is het hoofd van ORPIO en een leider van de Uitoto, een inheems volk dat aan de grens tussen Peru en Colombia leeft. Tijdens de persconferentie over de resultaten van het onderzoek vertelt hij hoe hij zijn aanvankelijke scepsis overboord gooide. Dat gebeurde pas toen hij begreep dat de technologieën ‘werden aangepast om ze zo toegankelijk mogelijk te maken, zonder in kwaliteit in te boeten.’

Inheemse volkeren, die 32 procent van het land van de planeet bewonen, laten met dit voorbeeld zien dat we de klimaat-, economische, gezondheids-, voedsel- en biodiversiteitscrisis effectiever kunnen oplossen

Tijdens een reguliere patrouille kostte het wel vijftien dagen, maar met de vroegtijdige waarschuwingstechnologie ‘kunnen we de dreiging veel eerder identificeren en binnen een paar uur te plaatse zijn’, zegt hij.

Gregorio Díaz Mirabal is een inheemse leider uit Venezuela en coördinator van COICA, een organisatie die inheemse gemeenschappen uit de negen Amazonelanden vertegenwoordigt. Hij wijst erop dat inheemse volkeren, die 32 procent van het land van de planeet bewonen, met dit voorbeeld laten zien dat ‘we vanaf dat grondgebied de verschillende crises waar we momenteel mee worden geconfronteerd – de klimaat-, economische, gezondheids-, voedsel- en biodiversiteitscrisis effectiever kunnen oplossen.’

Hij voegt daaraan toe dat ‘de COP26, de Klimaattop later dit jaar, rekening moet houden met deze studie. Het Klimaatakkoord van Parijs biedt geen oplossingen over landgebruik en dit is een geweldige kans om inheemse volkeren te ondersteunen.’

De klimaattop, die werd uitgesteld vanwege de pandemie, vindt van 1 tot 12 november plaats in het Schotse Glasgow. Vertegenwoordigers van zo’n tweehonderd regeringen komen samen met als doel klimaatactie te versnellen om te voldoen aan het Parijsakkoord.

Hoopvolle resultaten

De studie is opgenomen in een groter rapport dat ook werd gepubliceerd in PNAS. Deze studie analyseerde in meer dan 700 inheemse gemeenschappen (400 actieve en 347 controle) in Latijns-Amerika, Azië en Afrika de impact van externe interventies met verschillende technologieën voor de monitoring van grondwater (Brazilië en Costa Rica), van oppervlaktewater (China) en van bos (Liberia, Oeganda en Peru).

De waarnemers moesten gedurende ten minste één jaar maandelijkse of driemaandelijkse rapportages verstrekken, die onder de rest van de gemeenschappen werden verspreid. Daardoor werd de beschikbare informatie in de gemeenschap vergroot, net als de participatie van autoriteiten waar het ging om beheer van hulpbronnen.

Ondanks de uiteenlopende ervaringen ontdekten de auteurs dat gemeenschapsmonitoring leidt tot een bescheiden, maar krachtige vermindering van het gebruik van natuurlijke hulpbronnen.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content