Met een nieuw hart de Mont Ventoux op: ‘Wie de dood in de ogen kijkt, schiet vanzelf wakker’

Hendrik (links) en Tuur (rechts) onderweg naar de top van de Mont Ventoux. © Mare Hotterbeekx

Sommige reizen kruipen onder je vel en blijven daar nog weken nazinderen. Tijdens de zomermaanden gaat Knack Weekend op zoek naar dit soort reisverhalen. Deze week: journalist Mare Hotterbeekx wandelde naar de top van de Mont Ventoux met een groep mensen die een orgaantransplantatie achter de rug hebben.

Wie de moeite neemt om een berg te beklimmen, heeft daar vaak een goede reden voor. Sommige wandelaars kicken op de fysieke uitdaging, voor anderen is het uitzicht, het groepsgevoel of de mentale opkikker van belang. Voor de groep waarmee ik op pad ben, is dankbaarheid de grootste drijfveer en heeft deze beklimming vooral een symbolische waarde. Deze tocht is een eerbetoon aan de donor die hen een hart, een long of een nier geschonken heeft.

Deze reis wordt in goede banen geleid door Transplantoux, een organisatie van het UZ Leuven die patiënten na een orgaantransplantatie wil aanzetten om meer te bewegen. Een medisch team screent alle kandidaten uitgebreid een klein jaar voor vertrek. Houdt de beklimming niet te veel risico’s in? Als dat niet het geval is, kan de maandenlange fiets- of wandeltraining beginnen. Ook tussentijds wordt de haalbaarheid van het project regelmatig geëvalueerd. In principe zou iedereen die het tot op de bus naar Frankijk schopt ook de top van de berg moeten halen. Vandaag moet de praktijk uitwijzen of die voorspelling klopt.

Voor de meest wandelaars geldt dat hun medisch parcours fysiek en mentaal een pak zwaarder is dan de achttien kilometer die ze nu voor de boeg hebben. Niemand ligt hier wakker van de hoogte, de hellingsgraad of het wandeltempo. Wat voor hen telt, is gedachte achter deze missie: ‘Ik kan dit dankzij iemand anders. Iemand die de top van de berg niét gehaald heeft.’

Chirokamp

De sfeer bij vertrek is uitgelaten, een beetje te vergelijken met een groep jongeren die op Chirokamp vertrekt. De beige short is in dit geval vervangen door een blauwe T-shirt van Transplantoux. Wie het shirt bij vertrek niet aanheeft, wordt resoluut teruggestuurd: het groepsgevoel primeert boven vestimentaire eigenzinnigheid.

Op de bus maak ik kennis met Hendrik (55) en zijn zoon Tuur (25). Die laatste erfde van zijn vader niet alleen de jaloersmakende zin in het leven, maar ook diens hartziekte. Beiden hebben enkele jaren geleden een harttransplantatie ondergaan. Nu beklimmen ze samen de berg.

.
.© Mare Hotterbeekx

‘In februari 2013 ben ik op de wachtlijst beland voor een nieuw hart’, vertelt Tuur. ‘In april ben ik gestopt met school. Voor mij voelde dat aan alsof ik een paar maanden zomervakantie cadeau kreeg. Na de zomervakantie werd het wachten moeilijker. Het begon me stilaan te dagen dat iedereen vrolijk verder ging met zijn leven, terwijl dat van mij stilstond. Gelukkig heb ik nooit beseft hoe urgent dat nieuwe hart begon te worden. Ik denk dat de optimist in mij niet wilde zien hoe ziek ik was, al werd er in de wandelgangen gefluisterd dat ik het nieuwe jaar misschien niet zou halen.’

Een nieuw hart is een nieuw kans. Maar een operatie kan natuurlijk altijd fout gaan

Intussen zijn we aangekomen aan de voet van de berg. Er wordt nog snel een groepsfoto gemaakt en hup, weg zijn we. Na ongeveer vier kilometer houdt de groep op vraag van de begeleiders halt op het smalle bergpad. Via het geroezemoes dat ontstaat verneem ik dat een van de wandelaars gevallen is. Ik vermoed meteen het ergste. De man blijft angstvallig lang liggen en ik begrijp niet waarom ik de enige lijk te zijn die doet alsóf ze kalm is. Dat wordt me echter duidelijk als het de begeleiders na enkele minuten lukt om de man weer recht te hijsen en de tocht verder te zetten. Deze mensen hebben collectief besloten zich onderweg niet druk te maken in akkefietjes. Ze zijn hier wel wat medisch drama gewend.

Tuur gaat verder. ‘Het verlossende telefoontje kwam op kerstavond. We hadden met de hele familie afgesproken. Ik zat in de living te spelen op de Xbox toen ik hoorde dat de telefoon in de keuken rinkelde. Zonder dat mama iets zei, wist ik hoe laat het was. Ik heb heel sereen afscheid genomen van iedereen. Daarna is alles pijlsnel gegaan.’

Ik voel nog altijd de druk om mij te bewijzen tegenover mijn donor

Begin of einde

‘Omdat ik zelf een harttransplantatie achter de rug had, wist ik natuurlijk perfect waar Tuur voor stond’, vult Hendrik aan. ‘Dat is geruststellend en beangstigend tegelijk. Zo’n operatie is een wedergeboorte: je krijgt als het ware een tweede leven. Maar het kan ook fout gaan. Vooraf weet je niet of de komende uren een begin of een einde inluiden.’

Zowel de operatie als het herstel erna verliep in recordtempo. ‘In amper een half uur was de klus geklaard. Mijn nieuwe hart sloeg meteen aan. Zeventien dagen na mijn operatie stond ik terug thuis. Een nieuw hart geef je meteen bakken energie. Het is een beetje te vergelijken met een auto waar je een nieuwe motor in steekt: plots gaat alles honderd keer vlotter’, vertelt Tuur.

‘Uiteraard is er na zo’n operatie ook fysieke pijn, maar de mentale last vond ik veel zwaarder. Ik leef nog dankzij het hart van iemand die gestorven is. Voor mij was dat nieuwe hart het mooiste kerstcadeau dat ik me kon voorstellen, maar daardoor is er in een ander gezin wel een pakje onder de boom blijven liggen. Die last vond ik heel zwaar om te dragen.’

.
.© Mare Hotterbeekx

Het kostte Tuur twee jaar therapie om zijn nieuwe hart echt te aanvaarden. ‘Ik heb lang geworsteld met het idee dat er iemand voor mij gestorven is. Maar dat klopt natuurlijk niet. De persoon van wie mijn hart komt, is eerst gestorven en daarna zijn de organen weggehaald. Niet omgekeerd. Intussen kan ik het in perspectief plaatsen. Toch voel ik nog altijd druk om mezelf te bewijzen tegenover mijn donor. Ik probeer zo goed mogelijk zorg te dragen voor mijn lichaam, maar zonder dat het obsessief wordt.’

De glazen stolp

De paarse lavendelvelden naast het traject staan in volle bloei en geven de bergflank een vrolijke uitstraling. ‘Transplantoux’ wordt er op gezette tijden gescandeerd in de hele groep. Vooraf had ik me mentaal voorbereid op moeilijke gesprekken, maar dat blijkt nergens voor nodig. Het lijkt zelfs alsof ik in een belachelijk gelukkig segment van de bevolking beland ben. Hoe kan dat toch? Het is een gedachte die urenlang door mijn hoofd blijft spoken. Wanneer we bijna boven zijn, geeft Hendrik me een deel van het antwoord.

‘Het leven is zoals autorijden. Af en toe moet je in de achteruitkijkspiegel kijken ter controle, maar als je blijft kijken, dan bots je onvermijdelijk. Wie een paar keer de dood in de ogen kijkt, schiet vanzelf wakker. En dan komt het erop aan om een bewuste keuze te maken. Je kan leven onder een soort glazen stolp, of je leeft voluit.’

.
.© Mare Hotterbeekx

Het duo voegt meteen de daad bij het woord en versnelt de pas. De witte zendmast op de kale bergtop wordt groter, hun ruggen worden kleiner. Ik voeg me bij de rest van de groep, dat er een iets rustiger tempo op nahoudt. De beplanting blijft op dit stuk beperkt tot steeds schaarser wordende dennenbomen en de scherpe wind doet de naam van de berg alle eer aan. Het blauwe uniform contrasteert met het grauwe landschap. Ik voel me een soort astronaut die per ongeluk in een pot verf gevallen is.

Tien minuten voor aankomst verzamelen we de hele groep. Zoals de dokters vooraf voorspeld hadden, is nagenoeg iedereen vlotjes boven geraakt. Gezien de gemiddelde leeftijd van de groep – achteraan de vijftig – en hun medische geschiedenis, is dat in mijn ogen een klein wonder. Al zit de jarenlange kennis en ervaring van de begeleiders er wellicht ook voor iets tussen. De volle achttien kilometer hebben zij de fysieke status van de deelnemers heel nauwgezet in het oog gehouden. Ging de hartslag van de hartpatiënten niet de snel de hoogte in? Werd er genoeg gegeten en gedronken? Genoeg gepauzeerd? Even hartelijk als kordaat werd er ingegrepen, met als resultaat een bijna voltallige groep die na zes uur wandelen een laatste keer pauzeert met zicht op top.

De laatste meters naar de top van de berg.
De laatste meters naar de top van de berg.© Mare Hotterbeekx

‘Getransplanteerden mogen eerst de berg op. Dit is hun moment’ klinkt het. En zo geschiedt. Met rechtte rug en in een rechte lijn wandelt de groep de laatste meters richting top. Bovenaan is de sfeer euforisch. Er wordt intens gelachen én gehuild, want dit soort mensen weet net iets beter hoe akelig dicht die twee soms bij elkaar kunnen liggen.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content