Ooit marcheerden er militairen, nu is het een hippe stadsoase mét riante binnentuin en designhotel met rooftopzwembad. Onze journalist trok op inspectie naar de Gentse Leopoldskazerne.
Van een hidden gem gesproken: de Leopoldskazerne is echt een verborgen parel, letterlijk en figuurlijk. Je komt voorbij het negentiende-eeuwse pand op de binnenring, wanneer je de stad binnenrijdt. Je passeert het bijna achteloos, want niets doet vermoeden dat achter deze gevel een van de allermooiste binnentuinen van Gent schuilt. Zomaar gratis toegankelijk. Een plek waar het verleden nog in de stenen zit, maar de toekomst zich tussen bloemen heeft genesteld.

Het Paradeplein – zo genoemd omdat hier ooit uniformen en trommels het ritme bepaalden – behoort tot de grootste pleinen van de stad. Vroeger was het plein volledig verhard, vandaag is het omgetoverd tot groene long door BuroLandschap, het bureau dat je misschien kent van ‘Fietsen door de bomen’ in Limburg. Een gesloten, ommuurde oude legerkazerne verandert stilaan in een open stadsbuurt. Waar ooit muren en poorten alles afschermden kun je nu langs alle hoeken naar binnen wandelen en op verkenning gaan. De site is groter dan je denkt en doorkijkjes brengen verwondering op je wandeling.

BuroLandschap plantte er meer dan 30.000 bloemen en planten aan, onder meer magnolia’s, meidoorn, haagbeuk, kurkeiken, vijgenbomen en een collectie heesterrozen. Goed verstopt zitten er ook kasten voor torenvalken en uilen. De tuin is een complete verrassing, zo vlak bij de Gentse stadsring. Wat ook opvalt – misschien omdat het groen zoveel rust brengt – is hoe ongelooflijk prachtig het gebouw is. Het voormalige militaire complex op de Kattenberg is eigenlijk weinig gekend. Terwijl het met zijn erkertorentjes, kantelen en dikke muren nog altijd iets van een sprookjesburcht heeft. De romantische eclectische stijl spreekt tot de verbeelding.
Kazerne gaat casual
Af en toe zie je een kat voorbij sluipen, want het plein is nu ook de gemeenschappelijke tuin van nieuwe bewoners die recent verhuisden naar de bijna tachtig lofts, appartementen en woningen rond het plein. Een driekoppig architectenteam – B2Ai architects, 360 architecten en Sergison Bates architects – renoveerde het gebouw tot een hedendaags complex waar vandaag gewoond en gewerkt wordt.
De herbestemming bestaat deels uit nieuwbouw, deels uit renovatie van het pand. Het historische karakter bleef mooi bewaard, ook al werd een deel van de façade gesloopt. ‘Vanop het plein zie je goed hoe de kazerne gerenoveerd werd: op de daken, bijvoorbeeld, prijken nieuwe appartementen, net niet naadloos verweven met het historische pand’, zegt Xavier Callens van B2Ai architecten.
In het hotel is het alsof je op een designexpo belandt, maar dan eentje waarbij je op de sofa mag hangen met een cappuccino.
Het architectenteam koos voor subtiele ingrepen. Zo sluit de donkere kleur van het nieuwe aluminium schrijnwerk aan bij de daken van weleer. Oud en nieuw dansen samen zonder elkaar te vertrappelen. De constructie behaalde een BREEAM-certificering, wat betekent dat ze uitblinkt in energie-efficiëntie – geen vanzelfsprekendheid bij bestaande gebouwen.

Nog een leuk weetje: Resto Leo, de ‘kantine’ van Provincie Oost-Vlaanderen, die de site opkocht in 2016, de herbestemmingswedstrijd uitschreef en er vandaag ook zijn nieuwe kantoren heeft, is doordeweeks gewoon open voor iedereen. Hier proef je Oost-Vlaamse lekkernijen zoals peperkoek van Vondelmolen of Gentse vlaai van Himschoot.
Aan de tuin grenst straks ook het terras van hotel Jam, dat midden september op de site opent. Mixed use is een veelgebruikte term bij stadsvernieuwing. Projectontwikkelaars zwaaien er vaak mee om bewoners te overtuigen dat hun nieuwbouwproject een meerwaarde zal hebben voor de buurt. Maar in dit geval, waarbij projectontwikkelaars Democo, Matexi en Ciril aan zet waren, is de term echt ter harte genomen.

Kantoren, appartementen, een binnentuin én een hotel: meer mixed wordt het niet. De hele site doet wat denken aan ’t Groen Kwartier in Antwerpen, een militair hospitaal omgeturnd tot nieuwe woonwijk.
Een ander publiek
Nelson, de hotelgroep achter het nieuwe Jam Hotel, staat bekend om z’n serieuze coolfactor. Denk ruwe muren, gerecycleerde materialen en technische snufjes zoals solar shading en stoomrecuperatie uit de douches. Zelf omschrijven ze hun hotels als ‘a break from the ordinary’. Hun hotels in Brussel en Lissabon zijn ontworpen door Brusselaar Lionel Jadot en ook in Gent had de flamboyante ontwerper een hand in het design. De moeite waard om er eens binnen te wandelen en je ogen de kost te geven.

Net voor opening neemt hoteldirecteur Robin Dedeurwaerder ons mee op rondleiding. Het is alsof je op een designexpo belandt, maar dan eentje waarbij je op de sofa mag hangen met een cappuccino.
Zo goed als alles werd bedacht door Belgisch designtalent: ontbijtkrukken van gerecycleerd hout van Gilbard en objecten van Edward Rafalko, die plastic dozen een tweede leven geeft als nachtkast. De gegalvaniseerde stalen tafels van Thomas Serruys springen meteen in het oog, net als de schoorstenen in de ontbijtruimte die beschilderd zijn door Tommy Lhomme. Thierry Colonius tekende de kamernummers op leisteenplaten, afkomstig van sloopwerkzaamheden. Duplex maakte stoelen van oude parketvloeren en in de kamers hangen lampen van PermaFungi, opgekweekt uit paddenstoelenwortels. Zo kunnen we nog even doorgaan, want bij Jam ontdek je meer dan vijfentwintig designers.

Het hotel wordt een hit, dat valt nu al te voorspellen. Want dit vind je nog nergens anders in Gent. De muren zijn ruw gebleven en verfresten herinneren aan het kazerneverleden. De objecten zijn gedurfd en geen kamer oogt hetzelfde. Jam telt overigens meerdere kamers voor vier personen of meer, handig om als gezin of vriendengroep te boeken.
‘We willen inderdaad ook families aanspreken’, vertelt Dedeurwaerder terwijl hij de deuren naar de rooftopbar openzwaait. Die zit op de vijfde verdieping, onder een gewelfd plafond. De vibes zijn gezellig, de lampen (uiteraard) gerecycleerd en het uitzicht is waanzinnig. Het kijkt niet alleen uit over de stad, maar ook op de groene oase en de buurt.
In het midden van het terras schittert een langwerpig zwembad, niet om baantjes te trekken, maar om de benen te laten bungelen tijdens de apero. Ook wie niet blijft slapen, mag hier komen. Plonzen op 25 meter hoogte met een cocktail in de hand? Check. Beneden komt een hotelrestaurant met terras waar je bijna met je voeten tussen het groen van de tuin zit.

Het hotel is de laatste fase van de herbestemming. De opening is frappant, want in Gent geldt eigenlijk een hotelstop. ‘Maar wie ervoor al een vergunning had, mag uiteraard openen. Dat geldt trouwens ook voor het hotel dat in Zuid-shoppingcenter zal openen’, weet de Gentse schepen van toerisme Sofie Bracke. Gent wil vooral geen Brugge-toestanden, geen wachtrijen bij toeristische toppers. ‘We willen geen Disneyland worden, waar mensen staan aan te schuiven aan attracties en bewoners geen rust meer kunnen vinden in eigen stad.’
Dan lijkt zo’n groot hotel (108 kamers) in een buurtproject misschien tegenstrijdig? Maar overtoerisme is een complex fenomeen. ‘De stad ontvangt veel dagtoeristen die met bus en gids een blitzbezoek brengen aan de vijf topattracties. Jam mikt op een ander publiek, dat iets breder denkt. Bovendien huist het in de minder platgetreden buurt tussen het Citadelpark, MSK, Smak en het Kuipke’, zegt Bracke. Het zogenaamde Kunstenkwartier aan de ring waar toeristen niet blijven hangen. ‘Wij willen niet dat het toerisme in Gent nog groeit’, zegt de schepen.’We gaan airbnb reguleren, maar dan moet je natuurlijk voldoende alternatieven voorzien.’
Hoe krijg je toeristen naar minder bekende buurten? Misschien wel met een zwembad hoog boven de stad.
Een hotel als Jam kan de stad meer ademruimte geven. Steden die slim omgaan met toerisme, zoeken verbreding. Ze trekken bezoekers aan buiten de vakantieperiodes en weg van het toeristische hart. En hoe krijg je toeristen naar minder bekende buurten? Misschien met een dakzwembad hoog boven de stad?
En zo staat de Leopoldskazerne er weer: van Paradeplein naar picknickplek, van wachtpost naar woonerf, van gesloten vesting naar open stadslong. Een plek waar katten de wacht houden, architecten nieuwe geschiedenis schrijven en toeristen straks met natte tenen boven de stad hangen. Onze mening? Dit is Gent op zijn best: gelaagd, creatief, met een vleugje lef.
Op 12 september gaat Jam Hotel open. Op 14 september, tijdens Open Monumentendag, kun je de volledige site met een wandelkaart of met gids verkennen. jamhotels.eu – openmonumentendag.be