Katten en vossen doden 2,6 miljard dieren in Australië per jaar
Uit een nieuw grootschalig onderzoek onder leiding van de Charles Darwin University blijkt dat vossen en katten 2,6 miljard dieren per jaar doden in Australië.
Katten en vossen zijn allebei dieren die van oorsprong niet voorkwamen in Australië, maar samen doden ze wel 2,6 miljard dieren per jaar. Dat blijkt uit een onderzoek dat werd gepubliceerd in Diversity and Distributions. Het onderzoek werd uitgevoerd door 23 onderzoekers verbonden aan 16 universiteien en verschillende natuurorganisaties onder leiding van de Charles Darwin universiteit. De onderzoekers bekeken 50.000 uitwerpselen en verrichtten honderden tellingen in het veld. Op die manier kregen ze niet alleen een goed beeld van het aantal dieren dat door katten en vossen wordt gedood, maar ook wat de gevolgen van de twee roofdieren samen zijn, waar ze het meeste voorkomen en welke soorten dieren ze precies doden.
De Australische dierenwereld is uniek. Er komt een groot aantal bijzondere dieren voor die je nergens anders vindt. Denk maar aan kangoeroes, koalabeertjes, emoes, vogelbekdieren, grote langoorbuideldassen, quokka’s, kookaburra’s, satijnblauwe prieelvogels en de liervogels. Maar de biodiversiteit in Australië heeft het zwaar. Daar zijn verlies aan habitat en bosbranden onder andere verantwoordelijk voor, maar de rol die vossen en katten spelen in het verdwijnen van diersoorten is ook enorm groot. Ze zijn mede schuldig aan het uitsterven van 34 inheemse zoogdiersoorten waaronder de woestijnkangoeroerat.
Zowel katten als vossen werden in Australië geïntroduceerd door kolonisten. Rond 1800 namen de kolonisten katten mee naar Australië en in 1845 lieten ze vossen vrij in de Australische natuur om daar, net als in Groot-Brittannië, vossenjachten te kunnen organiseren, schrijft The Conversation. Gezeten op paarden en vergezeld door honden maakten ze er een sport van de vossen op te jagen en dood te schieten. Maar doordat er zoveel konijnen en hazen, die ook al eerder in Australië waren geïntroduceerd, leefden konden de vossen zich enorm snel vermenigvuldigen ondat er genoeg voedsel voorhanden was.
Tegenwoordig leven er 1,7 miljoen vossen in Australië. Ze komen op 80 procent van het vasteland voor en op 50 eilanden. Alleen in het tropische noorden en op Tasmanië zijn ze niet doorgedrongen. Wilde katten en huiskatten zijn nog wijdverbreider: in 99,9 procent van het vasteland en op zo’n honderd eilanden waaronder Tasmanië zijn ze te vinden. Van katten was al uit eerder onderzoek bekend hoeveel dieren ze jaarlijks doden. Het nieuwe onderzoek brengt ook de slachtoffers van vossen in kaart en de impact van de twee roofdieren gezamenlijk.
Vossen doden 567 miljoen dieren per jaar waarvan 300 miljoen inheemse dieren: 88 miljoen reptielen (allemaal inheems) behorende tot 108 verschillende soorten zoals de grote woestijnskink en de onechte karetschildpad, 111 miljoen vogels (93 procent inheems) behorende tot 128 soorten waaronder de dwergpinguïn en thermometervogel en 368 miljoen zoogdieren (29 procent inheems) verdeeld over 114 soorten waaronder een groot aantal bedreigde dieren zoals de grote langoorbuideldas, de gewone kortneusbuideldas en de warru (een soort rotskangoeroe). Hier komt nog bij dat vossen veel eieren van vogels en reptielen opeten waardoor het broedsucces van die dieren veel lager ligt. De impact die dat heeft, is niet meegenomen in dit onderzoek omdat de resten van eieren heel moeilijk zijn terug te vinden in uitwerpselen.
Katten maken het nog bonter. Zij doden 399 miljoen vogels, 609 miljoen reptielen en 1067 miljoen zoogdieren per jaar. Gezamelijk komt dat dus neer op 697 miljoen reptielen, 510 miljoen vogels en 1435 miljoen zoogdieren. Omgerekend betekent dat 7,2 miljoen dieren per dag.
Vossen en katten hebben een verschillende voorkeur wat betreft de grootte van hun prooi. Vossen eten grotere dieren en katten kleinere, maar dat betekent dat de dieren in het midden het meeste te duchten hebben van de twee roofdieren omdat zij aan beide ten prooi vallen.
Om te voorkomen dat de biodiversiteit nog verder wordt uitgehold zijn maatregelen nodig, zeggen de onderzoekers. Ze pleiten voor een grootschalig en gecoördineerd programma om de impact te verkleinen. Katten en vossen vermenigvuldigen zich snel en leggen grote afstanden af en daarom is het nodig het probleem landelijk en gericht aan te pakken. Ook zouden er meer beschermde gebieden voor inheem diersoorten moeten komen.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier