Italië heeft eigen berensoort, maar er zijn er nog maar 51 van over
De bruine beer doet het goed in Europa, dus is er geen reden tot bezorgdheid over het voortbestaan van de soort. Maar dat helpt de ondersoort die enkel voorkomt in de Italiaanse Apennijnen niet vooruit. Van deze variant lopen er immers nog maar 51 rond.
Op enkele uren rijden van Rome leeft al duizenden jaren een kleine populatie beren. Ze wonen in de Apennijnen in Centraal-Italië.
Ze zijn familie van de bruine beren (Ursus arctos), de meest voorkomende van de acht berensoorten. Bruine beren zie je van de koudste kusten in Alaska tot de relatief warmere bergen in Turkije en van Japan tot Scandinavië.
De grootste ondersoort is de kodiakbeer, een soort die voorkomt op de kusten van Alaska (sommige exemplaren met een gewicht van meer dan 700 kilogram). Andere soorten in het binnenland zijn vaak kleiner.
Ecologen zeggen dat de verschillen er kwamen na aanpassingen aan lokale diëten en het klimaat. Kodiakberen werden zo enorm omdat ze geen concurrenten hadden voor de overvloedige zalm ter hoogte van de eilanden. Ook beren die hogerop wonen zijn over het algemeen groter om hun warmte beter vast te houden. Deze verschillen betekenen ook dat we de bruine beer kunnen indelen in ondersoorten, 14 bij de laatste telling.
Symbool voor de regio
In 1921 identificeerde een Italiaanse chirurg en amateurzoöloog, Giuseppe Altobello, enkele bijzondere eigenschappen in een populatie bruine beren uit de Apennijnen: de Marsicaanse bruine beer (Ursus arctos Marsicanus), ook bekend als de Apennijnse bruine beer.
Deze berensoort werd het symbool van het Nationaal Park Abruzzo en verleent zijn naam aan het ‘pan dell’orso’ (berenbrood) en andere streekspecialiteiten. De aanwezigheid van de Apennijnse bruine beer gaf het ecotoerisme in de hele regio een boost, alhoewel de beren ook voor problemen hebben gezorgd voor herders en honingboeren.
Ooit werden de bergen in deze regio bevolkt door honderden van deze beren, maar de laatste telling schat de populatie op nog slechts 51 exemplaren.
Hoeveel beren heeft een ondersoort nodig?
Dit cijfer blijft weliswaar vrij stabiel maar doet ook vragen rijzen bij een belangrijke vraag inzake natuurbehoud: hoeveel exemplaren van een ondersoort moeten we proberen te bewaren?
De Internationale Unie voor Natuurbehoud (IUCN) geeft de bruine beer de status van niet-bedreigd. Dat wil zeggen dat er geen dringende acties ter behoud van deze soort nodig zijn. Maar, dat is voor de soort in zijn geheel. Wat met de verschillende ondersoorten?
De Marsicaanse bruine beer is nog steeds volledig geïsoleerd van zijn dichtstbijzijnde buren, een populatie Euraziatische bruine beren in de Italiaanse Alpen. Uit geologische tijdsschema’s kan men afleiden dat de Marsicaanse beer relatief snel veranderd is, althans naar evolutionaire normen.
Er is geen fossiel bewijs van oude Marsicaanse beren en genetische schattingen wijzen erop dat zijn typische kaak die geschikt is om noten te kraken, zich de afgelopen 600 jaar heeft ontwikkeld.
Beer in Europa
DNA-tests wijzen in vroegere tijden op het bestaan van één grote Europese berensoort, gelijkaardig aan de bruine beren op andere continenten. Na het einde van de laatste ijstijd leidde de oprichting van menselijke nederzettingen ertoe dat berenpopulaties van elkaar afgescheiden geraakten. Dat is ook het moment waarop de Apennijnse berensoort zijn unieke kaken begon te ontwikkelen.
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."
Beren maken een comeback in heel Europa. Een studie maakt melding van 17.000 bruine beren verspreid over het continent. Maar wat betekent dat voor de toekomst van de unieke en geïsoleerde Apennijnse bruine beer?
Initiatieven van Rewilding Europe en lokale natuurorganisaties bieden pragmatische oplossingen om het conflict tussen mens en beer te beperken. In 2007 stierven nog drie beren omdat ze vergiftigde karkassen hadden gegeten. Sindsdien vonden nog eens zeven beren een natuurlijke dood. Gezien de kleine populatie zijn dat zorgwekkende cijfers.
Het positieve nieuws is dat een recente telling uitwees dat er zes vrouwtjes vruchtbaar zijn. Het is nu aan ons om de nieuwe generatie pups een toekomst te geven.
Carlo Meloro is docent gewervelde diersoorten aan John Moores University.
Dit artikel verscheen in het Engels in The Conversation
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier